Jongeren positiever tegen vreemdelingen, maar achterdocht blijft groot

Jongeren staan heel wat positiever tegenover vreemdelingen dan oudere leeftijdsgroepen, maar toch hebben ze nog het moeilijk om met migranten om te gaan. Twee professoren van de KU Leuven gingen na de verkiezingen in 2010 na hoe het zit met de verdraagzaamheid bij jongeren.

Het is duidelijk dat jongeren nog niet goed weten wat ze van de multiculturele samenleving moeten maken. Professoren Koen Abts en Marc Swyngedouw hielden een rondvraag bij 500 jongeren tussen 18 en 35 jaar. De Standaard publiceerde vandaag enkele resultaten. Eén op vier vindt migranten onbetrouwbaar, twee op vijf zien migranten als een bedreiging voor de culturele samenleving en de helft maakt zich door de migranten zorgen over de sociale zekerheid.

Uit het onderzoek blijkt dat de islam de belangrijkste reden is waarom de cijfers zo laag zijn. Meer dan de helft van de jongeren gelooft dat islamitische landen zich tegen Europa kunnen keren en ruim 40 procent ziet in de islamitische waarden een bedreiging voor Europa. En toch is dat al een aanzienlijke verbetering in vergelijking met oudere bevolkingsgroepen. Zo vindt driekwart van de 65-plussers allochtonen een bedreiging. En daardoor sijpelen angsten en ideeën van tolerantie ook door naar de kinderen, stellen de onderzoekers in De Standaard.

Wanneer we naar de migrantengroepen in ons land kijken, blijkt dat die islamitische achtergrond trouwens nog steeds een minderheid is. Meer dan de helft van de migranten is afkomstig uit een ander land van de Europese Unie.

Abts en Swyngedouw publiceren de resultaten in het boek Vlaanderen kiest, waarin ze het hebben over nieuwe trends in de politiek. Nog enkele opvallende cijfers: een ruime meerderheid van de jongeren vindt dat het klassenverschil moet verdwijnen en de inkomsten moeten worden herverdeeld. Voorts vinden jongeren politiek nieuws belangrijker dan de groep van de 65-plussers, maar hun parate kennis over het politieke landschap stelt teleur.