Dat Joods Actueel tegenwoordig heel hard de verdediging van Israël op zich neemt, is geweten. Maar een van hun redacteurs, Guido Joris, drijft het wel heel ver. Nadat de bekende viroloog Marc Van Ranst een kritische open brief schreef aan Israël, kreeg hij een wel heel felle reactie in zijn mailbox van de redacteur. Maar de viroloog laat zich niet doen, en dient hem van antwoord.
Viroloog Marc Van Ranst is duidelijk in zijn standpunt over het conflict in Gaza. In De Standaard schreef Van Ranst samen met een hoop andere topdokters een paar weken terug het opiniestuk: ‘Politieke druk als medicijn voor Gaza’. Daarin riepen ze de Belgische politici op om een meer actieve rol te gaan spelen. “Als medici roepen wij onze politici op om deze keer Israël scherp te veroordelen voor de misdaden tegen de menselijkheid die het momenteel in Gaza pleegt en deze veroordeling krachtdadig op te volgen met economische en militaire embargo’s.”
“De huidige slachtpartij in Gaza niet sanctioneren, is moreel onjuist. Israël kan geen enkele aanspraak maken op een speciale blinde vlek in ons geweten”, zo schreef Van Ranst. Ook op Twitter neemt de viroloog duidelijk standpunt in. En hij ging op radio en televisie zijn standpunt verdedigen.
Van kindermoordenaars koop je geen appelsienen, daar ga je niet op vakantie, en speel je geen UEFA voetbal mee. #Gaza pic.twitter.com/ontZIcYDt1
— Marc Van Ranst (@vanranstmarc) July 18, 2014
Keiharde reactie: plots komen de grootouders van Van Ranst op de proppen
Vervolgens krijgt hij afgelopen weekend een wel heel felle mail voor de kiezen, van Guido Joris, redacteur van Joods Actueel. “In verband met uw anti-Israëlische petitie zou ik voor mijn artikel graag weten hoe uw ouders/grootouders Joden in ons land behoed hebben voor het naziregime, hebben zij Joden verborgen? Helpen ontsnappen? Hebben zij geprotesteerd tegen de nazi’s in een Vlaamse krant met een petitie zoals u nu?”, wil Joris weten.
“Uw antwoord is belangrijk voor mijn artikel aangezien u Israël tot nu een historisch krediet toeschreef en ik wil vaststellen welk aandeel uw familie daarin had. Ik tref hen niet aan onder de ‘Rechtvaardigen onder de Volkeren’ maar de eerlijkheid gebiedt me om te zeggen dat sommige mensen toch moed aan de dag legde en dat bijvoorbeeld de pro-Joodse petitie van uw familie tijdens WOII aan de aandacht ontsnapte. Is dat in uw familie inderdaad het geval en heeft u nog een kopij van de moedige petitie of de namen van de geholpen Joden dan wil dat graag van u vernemen. Bij het ontbreken van een antwoord neem ik aan dat uw familie geen enkele bijdrage heeft geleverd om de moord op zes miljoen Joden in Europa te verhinderen”, zo schrijft Joris nog. Hij tekent ook nog “met passende groet.”
Onderkoelde reactie
Van Ranst reageert onderkoeld, en post de hele zaak op Facebook. Die post is ondertussen gretig gedeeld.
Hieronder het antwoord van Van Ranst:
“Mijn ouders waren kleutertjes tijdens de tweede wereldoorlog. Mijn grootouders waren allen heel gewone doodbrave mensen die op het platteland woonden in Klein-Brabant, en daar geen enkel contact hadden met Joodse medeburgers. Zij probeerden, net als zovelen, de oorlog te overleven. Mijn grootvader was oud-strijder tegen Duitsland. Mijn grootouders hadden niet de gelegenheid gehad om te studeren en zijn gaan werken na de lagere school. Zij konden geen brieven schrijven naar kranten. Zij hebben in gans hun leven geen vlieg kwaad gedaan, en zij hebben hun kinderen en kleinkinderen opgevoed in een open en verdraagzame atmosfeer, en ons geleerd dat ieder mens evenveel waard is.”
“De vraag is waarom u zo nodig moet weten wat mijn grootouders deden meer dan 70 jaar geleden ? Ik zie niet in hoe dat in Gods naam relevant kan zijn in verband met de opiniestukken die ik in 2014 schrijf, en waarin ik de wandaden van de Israëlische troepen in Gaza, die de Verenigde Naties nu ook als mogelijke oorlogsmisdaden wil onderzoeken, van de Israëlische regering onder de aandacht breng. Ik vind uw vraag naar wat mijn overleden grootouders 70 jaar geleden zouden gedaan hebben om de moord op 6 miljoen Joden te verhinderen eigenlijk volledig schaamteloos.”
“Mogen volgens u enkel afstammelingen van diegenen die op uw lijst van de ‘Rechtvaardigen onder de Volkeren’ staan, kritische bemerkingen maken over de Israëlische regering in 2014 ? Ik denk het niet, en ik denk dat u dat ook wel uiterst goed beseft. U schiet nu welbewust op de boodschapper, U trekt de holocaust-kaart en de antisemitisme-kaart, en denkt op die manieren de aandacht te kunnen afleiden van de kern van het probleem, en dat zijn de huidige schendingen van het internationaal recht en de mensenrechten door Israël in Gaza. Wanneer meer dan 80% van de Palestijnse slachtoffers onschuldige burgers zijn, wanneer men ambulances en ziekenhuizen beschiet, wanneer slapende kindjes in een schooltje worden vermoord door Israëlische raketten, dan zijn dit zulke enorm flagrante schendingen van het oorlogsrecht, dat de aandacht afleiden deze keer niet mogelijk zal zijn. Het oordeel van de wereld zal terecht hard zijn voor de Israëlische leiders.”
Wanneer een redacteur van ‘Palestijns Actueel’ binnen 71 jaar aan mijn kleindochter, ter gelegenheid van de 70ste verjaardag van de vrede tussen Palestina en Israël, toevallig zou vragen wat haar grootvader heeft gedaan voor de Palestijnen tijdens de gitzwarte periode van de Gazacaust in 2014, dan zal zij kunnen vertellen dat haar grootvader toen in een paar opiniestukken in Vlaamse kranten actief probeerde om de bevolking bewust te maken dat de staat Israël iets heel erg fout, onethisch en niet erg koosjer aan het doen was in Gaza, en ook dat haar grootvader van enkelingen zoals u de wind van voren kreeg, maar dat niet zo erg vond.”