JSOC, die elite-commando’s van Obama die de oorlog tegen IS moeten winnen, blinken vooral uit in fuck-ups

President Barack Obama kondigde begin deze week aan de special forces van JSOC, de elitetroepen die hij rechtstreeks commandeert en die bijvoorbeeld Bin Laden uitschakelden, in te zullen zetten in de strijd tegen Islamitische Staat. Er werd bijna euforisch over bericht in veel media. Het probleem: Delta Force, Seal Team 6, en de andere “the best of the best” bestaan zoals ze afgeschilderd worden alleen in videospelletjes en films. In werkelijkheid hebben we het hier over het soort mensen dat je in de samenleving liever kwijt dan rijk bent, vertelden drie “klokkenluiders” die bij JSOC betrokken waren/zijn ons.

Ze pakten Osama bin Laden aan, Saddam Hoessein en Abu Musab al-Zarqawi. Nu worden ze ingezet tegen Islamatische Staat. Officiële naam van de Amerikaanse elitetroepen: Joint Special Operations Command (JSOC). Maar deze Special Ops Forces staan ook bekend als ‘Hunter-Killers’ (jager-doders). Barack Obama laat de getrainde doders nu los op de meest barbaarse vijand van de vrijdenkende wereld: IS”, lazen we in een Vlaamse krant.

De reacties op de onlineversie van dat artikel waren lovend en getuigden van respect voor die “Hunter-Killers”. De woorden “helden” en “beschermengelen” vielen. “Veel weten we niet over de commando’s, die een contract moeten ondertekenen met zwijgplicht. Wél weten we dat de eenheid oorspronkelijk werd opgericht voor antiterreuracties op korte termijn en raids om massavernietigingswapens in beslag te nemen. Maar hun échte expertise is ‘mensenjacht’, een specialisatie die alsmaar belangrijker werd na de terreuraanslagen van 9/11”, lazen we verder nog in dat artikel.

Nou nou.

Misschien is het eerste dat we daarop moeten zeggen wat één van de drie JSOC-betrokkenen die we ondertussen hebben gesproken als eerste reactie daarop gaf: “Well, you know, the propaganda machine and mainstream media is very sophisticated at selling war.

Die persoon in kwestie werkte bij de staf van generaal Stanley A. McChrystal, de man die JSOC in 2003 met de zegen van Donald Rumsfeld begon uit te bouwen tot wat het nu is. Net als de twee anderen die we spraken (de ene is een voormalig lid van het 75th Ranger Regiment, de andere nog actief zij het “in a supporting role” in het 1st Special Forces Operational Detachment-Delta, beter bekend als Delta Force) wil hij zijn naam niet in het artikel want “daar zijn de tijden niet naar”.

The best of the best

Het beeld dat deze drie ophangen van JSOC als entiteit, maar ook van de “helden” en “beschermengelen” die er deel van uitmaken is behoorlijk vernietigend. Het voormalig staflid van McChrystal omschrijft de typische special ops-soldaat als “lager dan gemiddeld IQ, agressief, wereldvreemd en borderline psychisch gestoord. Als je dochter daar mee thuiskomt, is je ergste nachtmerrie uitgekomen.” Eén van de drie, de ranger, die vocht in onder meer Afghanistan en Irak voelt zich ook bedot: “They put me in circumstances where I had to do a lot of things that I wish I didn’t have in my head right now.

JSOC claimt de “best of the best” in te zetten, “our nation’s finest”. Die komen voornamelijk uit Delta Force, SEAL Team 6 van de Navy, het 24th Special Tactics Squadron van de luchtmacht, het 160th Army Special Operations Aviation Regiment en het 75th Ranger Regiment. Die laatsten zijn blijkbaar het populairst om te werven: driekwart van Obama’s “hunter-killers” komt momenteel uit die unit. JSOC is door generaal McChrystal omschreven als “the dark matter. We’re the force that orders the universe but can’t be seen”.

“Many are stupid – more so than you want to know”

Een omschrijving die uitstekend past in het plaatje dat over JSOC en de Amerikaanse special forces wordt opgehangen. Maar dat plaatje is volgens de drie iets “dat alleen bestaat in video games en films”. Wat is het dan wel?

De voormalige ranger, die een aantal jaren geleden met pensioen (dat kan na 20 jaar dienst in special ops), omschrijft het als volgt: “They are not the idealized archetypes, but simply a bunch of men who are conjoined primarily by their overarching commitment to US nationalism, their belief that ends justify means, and their personal pursuit of probative masculinity. Few are multi-lingual, most are only marginally in better physical condition than the average civilian gym rat, many are stupid – more so than you want to know – and all are committed, when under orders, to bully and kill helpless people.”

Operation Eagle Claw

Tja. Dommer dan je zou denken, gewetenloos, overtuigd dat het doel de middelen heiligt en doordrenkt van nationalisme. “They like sports, pornography, gun culture, video games, alcohol and misogynist humor” omschrijft één van de anderen het. “Dom, banaal, macho, adolescent. En decadent, vooral naar vrouwen toe. Er zijn ook veel problemen met drugs.”

JSOC werd in 1980 opgericht. De eerste operatie was al een een memorabele fuck-up – en er zouden er nog heel veel volgen. Het doel van Operation Eagle Claw op 24 april 1980 was de Amerikaanse gijzelaars in de ambassade in Teheran te bevrijden. Acht Amerikaanse soldaten kwamen om, twee helikopters stortten neer (omdat ze tegen elkaar vlogen in de woestijn) en geen enkele gijzelaar werd bevrijd. Ook een tweede poging, Operation Credible Sport, liep slecht af: die geraakte niet eens voorbij de oefenfase nadat een aangepaste Hercules C-130 crashte na een misfire.

Black Hawk Down!

De film Black Hawk Down gezien? Wel, dat was een operatie van JSOC. Op 3 oktober zou JSOC twee hooggeplaatste Somalische spionnen ontvoeren in Mogadishu, maar dat mislukte, voornamelijk door overmoed en slechte planning. Twee Black Hawks gingen neer, er kwamen 19 Amerikanen en ongeveer duizend Somali’s om het leven, 73 special forces raakten gewond en één van hen werd gevangen genomen. Twee weken later moest JSOC roemloos de aftocht blazen in Somalië.

Bin Laden

De succesrate van dat soort missies door de jaren is bedroevend. Zelfs tijdens de raid op Osama Bin Laden – waarvoor de Pakistani’s hun luchtruim open stelden en ervoor zorgden dat al hun soldaten kilometersver uit de buurt bleven – liep het mis: één van de helikopters vloog domweg tegen een muur.

Voorgesteld als een onwaarschijnlijk straffe operatie, kwam dat neer op het binnenvallen van een huis dat bewaakt werd door een hond, twee jihadi’s en drie vrouwen om een oude man met jicht uit te schakelen. Ondanks het feit dat de special ops een plattegrond van het huis hadden, plus hadden geoefend op een life size replica daarvan, slaagden ze erin om eerst de verkeerde verdieping binnen te gaan.

Tora Bora & Kakarak

Het was overigens ook JSOC dat Bin Laden een eerste keer liet lopen in december 2001 tijdens de slag om Tora Bora. Op 1 juli 2002 voerde JSOC een aanval uit met een AC-130 gunship op het dorp Kakarak, zogezegd een bolwerk van de Taliban. Er was een huwelijksfeest aan de gang. Honderden onschuldige Afghanen kwamen om. Het was een keerpunt: Afghanen die niks met de Taliban moesten, keerden zich tegen de Amerikanen. Het resultaat? Vandaag de dag is de oorlog in Afghanistan nog steeds volop bezig.`

In de helft van alle operaties slaagt JSOC erin om burgers te verwonden of te doden. “JSOC’s success in targeting the right homes, businesses and individuals was only ever about 50 percent”, bevestigt het voormalig staflid van McChrystal. En wat het vooral erg maakt: “That was considered a good rate”.

Helden die martelen

Dezelfde “helden” en “bewaarengelen”, de “best of the best” die operaties in het veld uitvoeren zijn overigens een groot deel van hun tijd met iets anders bezig: één van de “innovaties” die McChrystal installeerde toen hij JSOC uitbouwde, was een roulatiesysteem voor special ops die in gebieden als Irak en Afghanistan opereerden. Dat betekent dat ze ingezet werden in gevangenissen met de bedoeling informatie uit de gedetineerden te halen. Mensen die zonder problemen moorden omdat hen dat opgedragen wordt, blijken immers bijzonder goed geschikt daarvoor.

“No blood, no foul”

Dit is wat zijn voormalig staflid daarover te zeggen heeft: “McChrystal runde Task Force 6-26. Wat TF 6-26 berucht maakte was wat het deed in Camp Nama in Irak: martelen. Massive, systematic, sustained torture, by JSOC operators, under the supervision of Stanley McChrystal. Het gevangenkamp in Bagdad diende vrijwel uitsluitend om gedetineerden te martelen. Zelfs na het schandaal van Abu Ghraib ging dat gewoon door. Detainees were killed by their torturers, members of the most elite units in the US armed forces. Ze hingen bordjes op met “No Blood, No Foul”. Dat betekende dat als je ervoor zorgde dat er geen bloed vloeide bij het martelen, ze je niet konden vervolgen.”

Abu Ghraib? Ook JSOC trouwens. Zelfs voor dat schandaal uitkwam circuleerde in Washington een rapport dat waarschuwde dat “JSOC interrogators were assaulting prisoners and hiding them in secret facilities. JSOC troops also detain mothers, wives and daughters when the men in a house they are looking for are not at home”. Welke “helden” of “bewaarengelen” doen zoiets?

Obama, grote fan van JSOC

Onder impuls van Donald Rumsfeld en Barack Obama, die JSOC meer gebruikt dan zijn voorganger Bush, is het aantal special ops-soldaten die bezig zijn met het uitvoeren van covert operations buiten de VS van 1.800 naar 25.000 gegroeid. 4.000 van hen zijn wat dan die fameuze hunter-killers moet voorstellen, de rest is ondersteunend en vooral met dingen als IT en het sturen van drone-aanvallen bezig.

“Toen Rumsfeld van JSOC de spil maakte van het Amerikaans militair beleid, vloeide het geld binnen als water”, zegt het oud-staflid van McChrystal. “Het heeft nu z’n eigen inlichtingendienst die alleen aan de president verantwoording moet afleggen, net als de troepen zelf. Obama heeft zelfs toegelaten dat JSOC z’n eigen kill list samenstelt. JSOC heeft z’n eigen satellieten en een team van cyberwarriors. Wat belangrijk is om te beseffen is dat JSOC geen verantwoording moet afleggen voor wat het doet behalve aan de president zelf.”

Syrië, al meteen nieuwe fuck-up

Dat er nu het nieuws de wereld rondgaat dat Obama besloten heeft JSOC in te zetten tegen IS, is lachwekkend. JSOC is al zeker sinds de zomer van vorig jaar actief in Syrië. Het heeft er – traditiegetrouw – een zootje van gemaakt. Vlak na de val van Palmyra in de handen van IS hadden de Amerikanen dringend een PR-opsteker nodig.

Die kwam er in de vorm van een “bijzonder geslaagde” raid in Syrië door special forces van Delta Force, die “diep in IS-gebied”, zonder zelf verliezen te lijden, erin slaagden om 40 IS-sers uit te schakelen, onder wie drie “leiders”. Eén van hen was zelfs de CFO van Islamitische Staat werd beweerd, Abu Sayyaf, het “mastermind” achter de financiering van Islamitische Staat.

We weten ondertussen dat de geslaagde raid door Delta Force eigenlijk een mislukking op verschillende punten was. Ten eerste was het de bedoeling om Sayyaf levend te pakken, zodat er informatie uit hem kon gehaald worden. Ten tweede was Abu Sayyaf helemaal geen “mastermind” maar niet veel meer dan een opzichter van een aantal boorinstallaties bleek daarna.