Kunnen KFC en Bill Gates de hongersnood in Afrika oplossen?

De komende jaren zullen de fastfoodrestaurants op het Afrikaanse continent als paddenstoelen uit de grond schieten. Vooral KFC, een Amerikaanse keten die fastfood met gevogelte serveert, heeft zijn pijlen op Afrika gericht. Met de indirecte steun van de Amerikaanse overheid en Microsoft-oprichter Bill Gates begint de keten aan een ware invasie onder het motto dat lokale boeren er beter van zullen worden. Maar is dat wel zo?

Eén Afrikaans land heeft KFC intussen al helemaal overtuigd. In Zuid-Afrika heeft de keten van Yum Brands (waar ook Pizza Hut bij hoort) al 698 KFC-restaurants. Dat zijn slechts enkele tientallen zaken minder dan in Groot-Brittannië. In de hele zuidelijke helft van Afrika telt KFC meer dan 750 restaurants. Zo is KFC ook al redelijk populair in olieland Nigeria (18 restaurants) en in Namibië (10 restaurants).

In België heeft KFC overigens geen enkele zaak, maar Pizza Hut staat hier wel sterk. In Nederland kan je in 40 KFC’s gaan eten. De komende jaren wil KFC nog verschillende Afrikaanse landen veroveren, onder andere Oeganda, Zimbabwe, Congo, Ethiopië en Senegal.

Trendy

Maar daar zijn natuurlijk kippen voor nodig. Veel kippen, en bovendien moeten het goede kippen zijn. In Zuid-Afrika gaat nu al tien procent van de kippen voor commercieel gebruik naar fastfood. Voor Afrikanen is fastfood een soort revolutie geworden. Hoewel er nog steeds veel armoede bestaat, groeit er een nieuwe klasse burgers die genoeg geld hebben om fastfood te kopen. Hamburgers zijn daardoor een statussymbool waar men graag mee uitpakt.

“Het is trendy, het is een plaats waar je gezien wil worden en het eten is er lekker”, zegt Teddy Muthusi, een 36-jarige medewerker van een radiostation in Kenia, over KFC. “Mensen hebben er hier een speciaal gevoel bij: als je KFC kunt eten, dan heb je het gemaakt.” Sommige analysten vergelijken Afrika met het China van 15 jaar geleden. Er zou een ware boom van potentiële klanten kunnen komen. Tussen 2000 en 2030 zou de consumptie van gevogelte in Afrika met 270 procent kunnen toenemen.

Bill Gates

Een grote kans voor kippenboeren dus. Maar knelt net het schoentje. De kippen van kleine boeren voldoen niet aan de kwaliteitsnormen van KFC en dus zijn zaakvoerders verplicht om nog steeds een deel van de kip te importeren. In Ghana, bijvoorbeeld, zijn de kippenboeren volgens The Washington Post gewoon niet professioneel genoeg. De Amerikaanse overheid en ook miljardair Bill Gates (de Gates Foundation) proberen de voedselzekerheid in Afrika te verbeteren en daarbij kleine boeren te helpen. Voor hen is de expansie van KFC mogelijk een uitgelezen kans.

Grote kippenboederijen slagen er wel in om te profiteren van de grote vraag bij KFC. Maar om dat te kunnen blijven doen, hebben ze kippenvoer met meer proteïnen nodig. Kleine boeren zouden daarom nieuwe gewassen, zoals soja, moeten gaan verbouwen om zo toch ook te profiteren van de fastfoodboom. Organisaties zoals USAID en de Gates Foundation kunnen helpen om contacten te leggen tussen de kleine boeren en de aankopers van mest en soja enerzijds, en de grote kippenboeren anderzijds.

Bill Gates is al heel actief in Mozambique en Zambia, waar hij 8 miljoen dollar in een sojaproject heeft gepompt. Het zou ertoe kunnen leiden dat het inkomen van 37.000 gezinnen met 200 dollar zou stijgen. Kleine boeren moeten op twee manieren profiteren van nieuwe gewassen: ze kunnen er eerst zichzelf mee voeden en vervolgens de rest omzetten in kippenvoer.

Afhankelijk van KFC

Fastfood zou dus de hongersnood in Afrika een serieuze klap kunnen toedienen, maar helaas is het niet zo fraai als het klinkt. Er schuilen namelijk gevaren in die strategie. Onbewerkte soja past niet in het voedingspatroon van de Afrikaanse boeren en om de soja te bewerken hebben ze kippen nodig. Bovendien geven ze voor de productie van kippenvoer andere gewassen op en de lokale markten staan mogelijk niet te springen om die nieuwe gewassen te kopen.

Volgens USAID in Zambia hebben deze initiatieven alleen maar positieve effecten. Er zullen bijvoorbeeld meer jobs gecreëerd worden. Ook TechnoServe, verantwoordelijk voor het project van Bill Gates, ziet het optimistisch in en stelt dat zij helpen om de lokale, regionale en globale markten in contact te brengen met de boeren. KFC zou overigens nog niet samenwerken met USAID, maar heeft daar wel al naar zitten hengelen.

Maar zelfs als de overschakeling succesvol gebeurt, dan leggen heel wat Afrikanen hun lot in de handen van de Amerikaanse fastfoodketen. Country Bird Holdings was in Zuid-Afrika tien jaar geleden nog een lokaal bedrijfje, maar was vorig jaar goed voor 165.000 ton kip. Nu gaat 15 procent van die productie naar fastfood, maar de komende jaren willen ze dat aandeel uitbreiden naar 35 procent. In Zambia zal het bedrijf een filiaal openen dat 42 miljoen dollar kost, een project dat gesteund wordt door de Wereldbank. Vanuit Zambia gaan ze zes buurlanden van kip voorzien.

Eat your fingers

Natuurlijk zal de uitbreiding van KFC ook voordelen hebben. Zo’n onderneming levert altijd nieuwe jobs op en heel wat mensen zullen meer geld gaan verdienen. Maar Afrika moet zich spiegelen aan de Verenigde Staten, het moederland van KFC. Veel boeren zullen afhankelijk zijn van het succes van KFC. Honger zal er ook gewoon blijven bestaan, want het voedsel blijft schaars en fastfood zal voor veel mensen nog onbetaalbaar zijn. Naarmate sommige boeren steeds grotere ondernemers worden, zal het nieuwe geld ook onder minder mensen verdeeld worden. In de VS zijn veel kleine boeren daarom een nieuwe job gaan zoeken in de grote steden, maar dat zal in Afrika een probleem zijn.

En om met een ironische waarschuwing voor KFC af te sluiten: let op voor de vertaling van slogans in de verschillende Afrikaanse landen. 17 jaar geleden ging de keten al eens in de fout toen het zinnetje ‘Finger-licking good’ in China vertaald werd met ‘Eet je vingers op’…