Luizen, da’s iets dat je waarschijnlijk ooit meegemaakt hebt in de lagere school. Maar steeds meer middelbare scholen trekken ook aan de alarmbel. Bij zo’n twintig procent van de middelbare scholieren zitten er beestjes in het haar. De oorzaak? Selfies, want zo maken we het luizen wel heel gemakkelijk.
Kriebelend haar in de winter en veel kleine kindjes in je omgeving? Dan ben je vast niet de enige die even weifelend in het haar krabt en zich afvraagt of er luizen ingekropen zijn. Het vaakst komen luizen voor bij lagereschoolkinderen, die vaak dicht bij elkaar zitten. Maar de laatste tijd kruipen hoofdluizen ook steeds vaker op het hoofd van onze pubers.
Daar is een logische verklaring voor: luizen kunnen van hoofd naar hoofd kruipen, maar niet springen. Tieners maken veel selfies, waarvoor ze hun hoofden dicht bij elkaar moeten houden. Op die manier maken we het luizen wel erg gemakkelijk om zich te verspreiden. Dat bevestigt Stefan Grielens, hoofd van de vrije CLB’s in Vlaanderen, aan VRT NWS.
“Vanaf het moment dat de selfies opkwamen, hebben we het aantal gevallen van luizen toch wel zien toenemen in middelbare scholen” legt hij uit. “Men vond het leuk om met de haren tegen elkaar te gaan hangen, en dan krijgt de luis de kans om van het ene hoofd naar het andere over te gaan.”
Douchen en wassen
Of je je nu elke dag doucht of slechts twee keer in de week het haar wast, dat maakt niet uit: luizen komen in proper én in vuil haar. Ze houden van hoekjes en kantjes en zitten vaak dicht bij de hoofdhuid. Wie plots veel jeuk krijgt in z’n nek of achter de oren, kijkt dus best eens extra na of er toch geen luizen gespot kunnen worden.
Niet alleen met de hoofden tegen elkaar komen, laat luizen overspringen: luizeneitjes, neten dus, kunnen ook blijven plakken in gemeenschappelijke haarborstels, handdoeken of beddengoed. Ook jassen die dicht tegen elkaar hangen op een kapstok, of gedeelde kleren, maken het luizen gemakkelijk.
Hoe raak je van luizen af?
Om luizen tegen te gaan, scheren sommige ouders het hoofd van hun kind kaal. Niet nodig, en vaak nogal traumatiserend. Heel soms kunnen luizen ook verhuizen naar je wenkbrauwen en dan terugkeren als het haar opnieuw langer wordt. Beter is om ze meteen volledig uit te kammen. Dat mag je vrij letterlijk nemen: aangezien sommige luizen resistent zijn tegen luizenshampoo, raden CLB’s en luizenspecialisten aan om de beestjes uit je haar te kamen.
Hoe doe je dat? Door haar te wassen en vervolgens met veel conditioner in te smeren. Terwijl de conditioner er nog in zit, kam je dan met een luizen- of netenkammetje de luizen en neten eruit. Tussendoor spoel je de kam uit onder de kraan, dat je de luizen er niet opnieuw ‘inkamt’. Dat twee weken na elkaar doen, zou in principe, als je de methode juist toepast, voldoende moeten zijn.
Klitneten
Soms zijn de neten echter zo aan het haar vastgeklit, dat uitkammen weinig zin heeft. Dan is het haar met azijn behandelen misschien een oplossing. Je sprayt azijn (met een plantuinspuit) op het haar, laat het even inwerken en dan zou de ‘lijm’ die luizen gebruiken om hun eitjes aan het haar vast te kleven, moeten oplossen. Dan kan je ze er met de hierboven beschreven methode uitkammen. Als de luizen écht blijven zitten: ook je haar kleuren, doodt alle luizen.
Natuurlijk moet je ook je linnen, handdoeken, lakens en kleren wassen. Een jas kan je even in een diepvries steken, of in een speciale luizenzak.