Over anderhalve week begint het nieuwe schooljaar en voor veel leerkrachten is dat dan ook het moment om nieuwe meubelen of spulletjes voor de klas te kopen. Ze krijgen daar een budget voor van de school waar ze werken, maar in negen op de tien gevallen blijkt dat onvoldoende. Een vierde van de leerkrachten tast dan ook in de eigen portemonnee, blijkt uit een enquête van COV, de vakbond voor leerkrachten lager onderwijs. Dat bericht de krant De Standaard vandaag.
“Het wordt voor scholen steeds moeilijker om rond te komen en leraren zijn daar de dupe van. Nochtans bepaalt de regelgeving dat leraren niet mogen betalen voor spullen die ze nodig hebben om hun job behoorlijk uit te voeren. Mensen werken om geld te verdienen, niet om het uit te geven”, aldus Marianne Coopman, algemeen secretaris van het COV, de vakbond voor leerkrachten lager onderwijs, in de krant De Standaard.
Meubels & Muurverf
Uit een enquête die het COV heeft afgenomen blijkt dat negen op de tien leerkrachten schoolspullen, zoals materiaal om te knutselen en schrijfgerief, uit eigen zak betalen. “In veel gevallen gaat het om basisspullen. Denk aan een perforator of een schrift”, verduidelijkt Cooman. Maar daar blijft het niet bij, want een deel van de leerkrachten moet ook grotere uitgaven voor eigen rekening nemen. Tot een kwart betaalt zelf meubels en één op twintig investeert zelfs in muurverf.
Het gemiddelde bedrag dat leerkrachten volgens de enquête ophoesten ligt nog voor 1 september al op 93 euro en stijgt doorheen het schooljaar gemiddeld tot 261 euro. “De druk op leerkrachten om dat te betalen, stijgt door het gebrek aan investeringen in het basisonderwijs”, legt Coopman de vinger op de wonde.
Gebrek aan investeringen
Ook leerkrachten in middelbare scholen voelen die druk. Zij moeten vooral zelf investeren in werkmateriaal zoals een laptop en thuis lesmateriaal printen. En dan zijn we nog niet aan het einde van de rij, want de kosten die GON-begeleiders maken, dat zijn leerkrachten uit het buitengewoon onderwijs die jongeren met een beperking helpen zodat ze in een gewone klas kunnen zitten, toont aan dat ook zij moeten inleggen. “Zij werken meestal in verschillende scholen. Dat betekent veel verplaatsingen met de auto en telefoneren voor afspraken”, legt adjunct secretaris-generaal Koen van Kerkhoven van de vakbond COC uit in de krant de Standaard. “Het komt geregeld voor dat scholen die onkosten niet vergoeden.”
Lieven de Boeve van het katholiek onderwijs is niet gelukkig met deze trend. “Dat leraren investeren, toont natuurlijk wel hun liefde voor hun vak. Maar er wordt al twee jaar op rij bespaard op de werkingsmiddelen van scholen. Dat blijft niet zonder gevolgen”, vat hij het probleem samen in de krant De Standaard. Iets wat minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) zeker niet ontkent, integendeel. “Bij de laatste besparingsronde werd het basisonderwijs om die reden maximaal ontzien.” Zodra het kan, zullen er bijkomende middelen vrijgemaakt worden, klinkt het.