Het was onder de regering Di Rupo, de voorganger van Michel, een héél gevoelig punt: de bedrijfswagens die duurder werden. Bart De Wever (N-VA) zwoer daar nooit aan te raken. Maar kijk: in de hervorming van de vennootschapsbelasting zou er ook geraakt worden aan die bedrijfswagens. Tenminste dat schreef De Tijd vanmorgen: tankkaarten zouden duurder worden voor bedrijven. Maar de N-VA ontkent prompt in alle toonaarden. 

Touchy, touchy, touchy… De heilige koe van de Vlaming, de bedrijfswagen, dat ligt gevoelig. Want gaat de federale regering die nu aanpakken of niet?

Onlogisch is niet, want minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) is op zoek naar gigantisch veel geld. Hij heeft zo’n 4,5 miljard aan nieuwe belastingen nodig, als hij echt het tarief van de vennootschapsbelasting wil verlagen naar 20 procent.

Belangrijkste ‘slachtoffers’ zijn de multinationals die hun gigantische fiscale korting van de notionele intrestaftrek verliezen. Dat levert zo’n 3,3 miljard euro op. Daarnaast wil Van Overtveldt nog een pak achterpoortjes in die vennootschapsbelasting sluiten. Maar dat is niet genoeg. En dus komt een heilige koe in het vizier: de bedrijfswagens.

De krant De Tijd schreef over de details. De bedoeling is niet rechtstreeks diegenen die met zo’n wagen rondrijden te treffen. Want dat was net de politieke fout die de regering Di Rupo maakte: om elke bestuurder van zo’n wagen meer te laten betalen. Neen, het zijn de bedrijven die meer gaan betalen.

Want Van Overtveldt zou de tankkaarten die bedrijven te beschikking stellen aan hun werknemers veel duurder maken voor die werkgevers. Ze zouden niet langer voor 75 procent aftrekbaar zijn door de bedrijven. En die aftrek zou ook nog eens afhangen van de CO2-uitstoot: hoe vervuilender, hoe meer bedrijven zullen moeten betalen. Meteen zal de nieuwe taks op bedrijfswagens net iets meer dan 350 miljoen euro opbrengen. Maar de N-VA ontkent dus in alle toonaarden. Duidelijk een gevoelig puntje.

Logisch deel van een tax shift, maar het zou veel verder moeten gaan

We zijn écht het land van de bedrijfswagens. Niet onlogisch, het is een heel simpele manier om de loonkosten laag te houden en werknemers onrechtstreeks te verlonen. Alleen is het een heel dom én duur systeem: gigantische milieubelastend, waardoor we eigenlijk met z’n allen de prijs betalen. Plus, het maakt ons land de absolute kampioen van files.

Een tax shift zoals diegene die ze nu doen, waarbij het gunstregime voor bedrijfswagens wordt aangepast, is een heel logische stap. Maar het ligt electoraal blijkbaar heel gevoelig. Want ons land heeft een heel zoet fiscaal gunstregime voor bedrijfsauto’s. Dus vanaf een bepaald loon (en dat ligt heus niet zo vreselijk hoog) is het gewoon financieel veel voordeliger om een wagen te geven dan loonopslag. Iedereen doet het, zelfs de vakbonden, waar een beetje een deftige werknemer meteen ook een mooie wagen ter beschikking krijgt.

De feiten liegen er niet om: het aantal bedrijfswagens is sinds 2000 nog gigantisch toegenomen, met meer dan 40 procent. Het aandeel ‘gewone’ privévoertuigen is onder de 50 procent gezakt, de meerderheid van de nieuwe wagens op onze wegen zijn dus bedrijfsvoertuigen, die allemaal onder dat fiscaal gunstregime vallen.

Een tweede, even straf effect van al die bedrijfswagens is de uitstoot van fijn stof. Want allemaal zijn het dieselwagens. Ook op dat vlak hanteert de overheid een gunstregime: diesel wordt minder belast. Dat maakt dat ons land het hoogste aantal dieselmotoren per inwoner heeft ter wereld. Sinds 2000 is er een toename met 80 procent van de dieselwagens, terwijl het veel schonere LPG volledig is weggezakt. Het behoeft geen al te groot inzicht om te beseffen welke impact dat op onze gezondheid heeft.

@Pietervbrussel Er staat op vlak van tankkaarten niets in het voorstel van @jvanovertveldt. Niets.

— N-VA (@de_NVA) September 2, 2016