Jeroen Brouwers, één van de belangrijkste auteurs van het Nederlandse taalgebied, is heengegaan. De schrijver gold als een begenadigd stilist. Zijn bekendste werken zijn de romans ‘Bezonken Rood’ en ‘Geheime Kamers’.

Brouwers werd in 1940 geboren in Batavia, toen de hoofdstad van Nederlands-Indië (nu Jakarta, hoofdstad van Indonesië). Tijdens de Tweede Wereldoorlog kwam hij als kleuter samen met zijn moeder, grootmoeder en zus in een Japans interneringskamp terecht. Over die periode schreef hij uitvoerig in het boek ‘Bezonken rood’.

De mishandelingen waaraan de geïnterneerden, waaronder zijn moeder, in het ‘Jappenkamp’ werden onderworpen, bleken vormend: een van zwartgallig pessimisme doordrongen wereldbeeld was zijn handelsmerk.

Bekroond

Na de oorlog keerde het gezin van Brouwers terug naar Nederland. De woordkunstenaar debuteerde in 1964 met de verhalenbundel ‘Het mes op de keel’.

Brouwers heeft in zijn meer dan vijftigjarige carrière tientallen boeken geschreven. In 2001 verscheen ‘Geheime kamers’, zijn eerste echte bestseller en ook een van zijn meest bekroonde boeken. Hij kreeg er de AKO Literatuurprijs, De Gouden Uil en de Multatuliprijs voor. In 2018 ontving Brouwers een eredoctoraat van de Radboud Universiteit. Brouwers’ laatste roman, ‘Cliënt E. Busken’, werd een jaar geleden nog bekroond met de Libris Literatuurprijs. De Libris-jury noemde het boek “een verslavend taalcircus”.

De barokke mopperpot woonde op het einde van z’n leven in het Belgische Lanaken. Daar resideerde hij al jarenlang in een zonevreemd chalet in de natuur.

(fjc)