De toekomstvisie van Netflix-CEO Reed Hastings ziet er niet goed uit voor gewone tv-zenders. Hij geeft ze tot 2030, maar daarna zal het laatste uur van televisieuitzendingen zoals we ze al decennia kennen, geslagen zijn. “Het is een beetje zoals een paard, zie je. Een paard was goed tot we de auto uitvonden.”

Over zijn timing kunnen we het oneens zijn, maar wie Netflix intussen in huis heeft gehaald, weet dat Hastings geen overdreven, stoere praat uitslaat. Netflix heeft inmiddels wereldwijd al 53 miljoen kijkers en het heeft onze manier van televisie kijken ook grondig veranderd. Typerend voor Netflix is bijvoorbeeld het feit dat ze volledige reeksen in één klap in hun aanbod gooien, zodat we niet telkens een week hoeven te wachten op de volgende aflevering. We kijken ook gewoon wanneer we willen, zonder dat we daarvoor extra moeten betalen.

Hastings vertoefde deze week in New Mexico, waar hij kwam spreken over de groei van Netflix bij de Latijns-Amerikaanse bevolking. In die regio ligt immers nog een enorm potentieel voor het bedrijf. Eerder deze maand maakte Netflix ook bekend dat Australië en Nieuw-Zeeland op de verlanglijst staan en om de expansiedrang helemaal compleet te maken, zijn er geruchten dat Netflix binnenkort ook in Japan voet aan grond gaat zetten.

Strijd om uitzendrechten

Een groot probleem blijft het feit dat Netflix nergens in de wereld zo goed is als in de Verenigde Staten. Kijkers hebben daar een enorme keuze aan tv-series en films, terwijl de uitzendrechten Netflix in andere landen dwingen om heel wat uit de catalogus te schrappen. We legden al eerder uit hoe je daar een achterpoortje voor kunt vinden door de Amerikaanse versie binnen te halen.

Maar Netflix probeert uiteraard om het aanbod globaal zo groot mogelijk te maken. “Ons doel is een plaats te creëren waar alles globaal is en je alles, overal kunt krijgen”, zegt Hastings. En als Netflix of een concurrent daar ooit in slaagt, dan kunnen de tv-zenders het waarschijnlijk dus wel schudden.