Vrijdag gaat iedereen weer terug naar school en bij die start van het nieuwe schooljaar hoort ook een nieuwe hype. Dit jaar is het de beurt aan de bullet journal. Iedereen heeft er een, maar hoe werkt het en waarom is het zo hip?

De basis: drie symbolen en drie secties

Voor een bullet journal heb je in principe maar twee dingen nodig: een notitieboekje en een pen. De handigste notitieboekjes zijn die met puntjes of lege pagina’s. Op die manier kan je je pagina’s indelen hoe jij wilt. Natuurlijk hebben uitgevers de trend en het geld al geroken en verkopen ze nu ook bullet journals die al zijn voorgedrukt. Dit gaat natuurlijk in tegen het concept maar kan handig zijn om mee te starten. Eigenlijk is eender welk notitieboekje goed genoeg, of het nu 30 euro kost of 2 euro. Verder zijn de richtlijnen beknopt, net omdat iedereen ermee doet wat hij/zij wil.

Het principe is heel eenvoudig en steunt op drie symbolen: een puntje, een pijltje en een x. Je plaatst taken en opdrachten in je bullet journal met een puntje. Is de taak gedaan, dan maak je van dat puntje een x. Moet de taak worden opgeschoven, dan maak je van dat puntje een pijltje. En dan schrijf je de taak opnieuw op in een andere sectie. In een bullet journal zijn drie grote secties terug te vinden: een jaaroverzicht, een maandoverzicht en een weekoverzicht. Maak je van dat puntje een ‘>’ pijltje, dan schuift de taak op naar volgende week. Maak je van dat puntje een ‘<‘ pijltje, dan schuift de taak op naar het maandoverzicht, of het jaaroverzicht. Je kan ook nog extra symbolen toevoegen die bijvoorbeeld de urgentie aanduiden.

Hoe begin je eraan?

Je start met een index: twee lege pagina’s waar je later op invult welke maand waar terug te vinden is. Denk er dan ook aan je pagina’s te nummeren en per nieuw hoofdstuk dat in te vullen in de index. Daarna begin je met een jaaroverzicht. Hoe je dat maakt? Dat kies je zelf. Je kan bijvoorbeeld per maand een klein overzicht maken en dan belangrijke dagen omcirkelen. Daar vul je aan de hand van de drie symbolen een aantal taken of gebeurtenissen op in die zeker dat jaar gedaan moeten worden. Denk dan bijvoorbeeld aan verjaardagen, reizen die al lang vast liggen of grote deadlines zoals een thesis of een eindwerk. Hier kan je ook je lesrooster schrijven per semester of trimester.

Hetzelfde doe je per maand. Je kan een maand opdelen in een lange lijst met dagen die je opdeelt in voormiddag, namiddag en avond. Of je maakt een rooster zoals dat op je google calender. In een maandoverzicht kan je witruimte opvullen met quotes, tekeningen of to do-lijstjes. Inspiraties daarvoor vind je op Instagram.

De extra’s die je bullet journal persoonlijk maken

Daar eindigt de bullet journal niet. Je kan er nog verschillende trackers en lijstjes aan toevoegen. Zo kan je in- en uitgaven bijhouden, een trainingsschema toevoegen, je uren slaap noteren, tracken hoeveel water je hebt gedronken per dag of hoeveel stukken fruit je hebt gegeten. Je kan ook je humeur bijhouden of het aantal stappen die je per dag hebt gezet. Zo kan je van eender wat een overzicht maken waarop je elke maand kan terugkijken. En dat kan ook weer op verschillende manieren.

Lijstjes, lijstjes, lijstjes!

Je kan je bullet journal ook volschrijven met inspirational quotes en tekeningen. Daarvoor zijn speciale handboeken te koop, om in een mooi handschrift te kunnen leren schrijven. Je kan ook je bullet journal versieren met tape en schrijven in verschillende kleurtjes. Verder hoeft je bullet journal niet puur een agenda te zijn. Je kan er ook lijstjes in schrijven. To do-lijstjes, ideeën-lijstjes, boeken die je nog wilt lezen, films die je nog wilt bekijken, dingen waar je dankbaar voor bent, gerechten die je nog wilt maken, plekken die je nog wilt bezoeken en eender welk lijstje kan je eender wanneer beginnen in je bullet journal. Kortom een agenda en al je losse notities in één persoonlijk boekje!