Peltenaar Olivier Van Herck maakt met zijn vriendin Zoë Agasi al twee jaar lang een wereldreis op eigen spierkracht. De burgerlijk ingenieur gaf zijn job in Rotterdam op om te voet, met de fiets en per zeilboot op ontdekkingsreis te gaan. Enkel een spoedoperatie kon hun ontdekkingsreis even halt toeroepen.
Peltenaar Olivier Van Herck maakt met zijn vriendin Zoë Agasi al twee jaar lang een wereldreis op eigen spierkracht. De burgerlijk ingenieur gaf zijn job in Rotterdam op om te voet, met de fiets en per zeilboot op ontdekkingsreis te gaan. Enkel een spoedoperatie kon hun ontdekkingsreis even halt toeroepen.Van Herck is geboren in Leuven, maar verhuist al snel met zijn ouders naar Neerpelt . Hij keert terug naar zijn geboortestad om voor burgerlijk ingenieur te studeren. Tijdens een skivakantie in Frankrijk leert hij Zoë Agasi kennen. Hij volgt de liefde naar het Nederlandse Rotterdam. Na vijf jaar in Nederland vertrekken ze op een wereldreis van twee jaar op eigen spierkracht. “Het is een van de allermooiste manieren om de wereld te ontdekken. We reizen op een tempo waar je alles kan zien. Met een auto of een motor kan je het landschap niet ruiken, voelen of horen. Met de fiets, de kano, zeilboot of te voet kan je iets ontdekken”, vertelt Van Herck.
Van Herck heeft zijn baan even op pauze gezet om de reis te kunnen maken. “Mensen vinden het raar dat ik mijn job opgeef voor twee jaar. Ze denken dat ik dan alles kwijt ben of dat ik geen werk meer vind. Maar ik denk er anders over. Ik studeer aan de universiteit van de wereld. Ik leer elke dag zoveel waardevolle dingen die je op geen enkele werkplek of universiteit kan leren”, benadrukt hij.
“Olivier was eerder een teruggetrokken jongen. Hij wilde nooit opvallen, maar je kon altijd op hem vertrouwen. Zijn mooiste eigenschap is zijn warme intelligentie. Hij gebruikt zijn mogelijkheden om anderen te helpen. Olivier is een enorme om-denker”, vertellen Lieve Swinnen en Ignace Van Herck, de ouders van Olivier Van Herck.
Terug naar huis, of niet
“We zijn onze reis begonnen zonder een einddatum en reizen zolang we het leuk vinden. We zijn helaas even terug naar huis moeten komen omdat Zoë geopereerd moest worden. Die terugkeer zat niet in ons plan. Dat heeft ook wel zijn voordelen. We kunnen nog eens een keer frieten eten. Maar hierna gaan we gewoon onze reis verder zetten in Noord-Amerika”, vertelt Van Herck. Het koppel gaat de uitdaging aan om 1.000 kilometer te hiken over de Appalachian Trail, een 3.500 km lange afstandswandelpad door de Appalachen in het oosten van de Verenigde Staten. Daarna gaan ze de Northern Forest Canoe Trail volgen, is een 1.200 kilometer lange kanoroute langs historische waterwegen van Old Forge in New York, naar Fort Kent in Maine. Het is een van de zwaarste kanotochten ter wereld.
“Als we eenmaal in Canada zijn aangekomen kunnen we naar rechts, Europa, of naar links, Azië. Er staat nog niets vast. We zullen ooit wel terugkeren. We leerden uit de Zuid-Amerikaanse cultuur dat familie erg belangrijk is.”
Het koppel dacht dat ze 30 euro voor twee personen gingen uitgeven per dag. Uiteindelijk blijkt het minder te zijn. Familie, vrienden en toevallige voorbijgangers die een verblijf of eten aanbieden, steunen het jonge koppel. Ze werken ook samen met bedrijven die hun kleding sponsoren. Dat is nochtans niet het oorspronkelijke doel. “Ik wou onafhankelijk en zelfvoorzienend zijn, maar het blijkt dat de reis veel mensen inspireert”, zegt Van Herck.
Het onbekende
“We vertrokken met de fiets zonder enige ervaring. We wisten niet wat we moesten verwachten of zelfs welke banden we nodig hadden. Ik had een weddenschap met Zoë over de eerste lekke band. Pas na 1.200 kilometer hadden we prijs. In Brazilië hadden we meer problemen met onze banden. Op de wegen lag glas en afval. De kwaliteit van de banden was ook niet ideaal”, vertelt Van Herck.
“We kiezen voor de fiets omdat het toegankelijk is. We moeten wel al onze benodigdheden meenemen. Ik heb nooit het gewicht van onze bagage gewogen. Maar toen we met het vliegtuig terug moesten keren, en het op de luchthaven op de weegschaal moest, stond de teller op 40 kilogram, inclusief fiets. Eten en drinken voor een paar dagen weegt rond de vijf kilogram.”
Het koppel is nog niet zonder eten gestrand, zonder water wel. Ze hebben maximaal vier liter water voor twee personen bij zich. Van Herck en Agasi rekenen erop dat ze onderweg een bron vinden en hebben altijd een filter op zak om van een rivier te kunnen drinken. ‘Olivier is de planner, hij is een echte ingenieur. Problemen worden opgelost met een plan’, vertellen de ouders van Olivier Van Herck. “Olivier plant alles ver vooruit, is gestructureerd en geordend. Hij zal geen ochtend opstaan en zich afvragen: “Hoe komen we vandaag aan eten of drinken?”
“Als ik Olivier niet bij me had zou ik al lang verhongerd of uitgedroogd zijn. Het is maar twee of drie keer gebeurd dat we geen water meer hadden. Stiekem vinden we het heel leuk om water te vragen. Het is een aanknopingspunt voor een gesprek met de lokale bewoners”, glimlacht Zoë Agasi.
Olivier Van Herck vult aan: “We hebben soms bewust geen water bij. De mensen zijn geïnteresseerd in ons verhaal. Uiteindelijk kan dat leiden tot een warme maaltijd en slaapplek.” Het koppel is tijdens de reis nog niet snel ziek geworden. Ze vragen aan de bewoners of het water drinkbaar is. Ze zijn één keer ziek geworden omdat ze het niet gevraagd hadden, met een toiletbezoek als gevolg.
Klein stukje van de wereld
Het koppel doorkruiste al zeventien landen en krijgt overal respect wanneer mensen merken dat ze met de fiets zijn. Ze stellen vragen over hun afkomst en hun kennis van het Spaans. Hoewel ze samen een taalcursus Spaans volgen, leert het koppel vloeiend Spaans spreken door rond te reizen en met bewoners in contact te komen. “Volgens mij kent Olivier zes talen, maar zelf is hij het er niet mee eens”, lacht zoë Agasi.
Op iets meer dan twee jaar tijd heeft het koppel 20.000 kilometer gefietst. Ze vertrokken in Amsterdam, fietsten door Europa, bezochten de Canarische Eilanden en zeilden naar Zuid-Amerika met een pitstop in Afrika. Ze kwamen aan in Brazilië en fietsten helemaal naar het zuiden. Daarna zijn ze terug naar Colombia gereisd.
Tijdens de tocht beschrijven en filmen ze hun belevenissen. “Je kunt onze avonturen volgen op onze blog met als naam Weleaf”, vertelt Van Herck. “Weleaf is een woordspeling. “Wij vertrekken”, maar dan geschreven in het Engels met de letter f. Het betekent blaadje. Dat willen we ook uitstralen. We reizen met de kracht van de natuur en op eigen spierkracht.”
Gastvrijheid
Wanneer het koppel niet bij lokale bewoners verblijven, slapen ze in een tent. Ze zoeken eerst een plek via het initiatief ‘warmshowers.org’, een gemeenschap van fietsers over heel de wereld die een verblijfplaats aanbieden aan andere fietsers. In kleine dorpjes is dat netwerk niet actief, en moeten ze de tent opzetten. “Meestal vraag ik dan om mijn tent in de tuin op te stellen. De mensen zijn vriendelijk”, vertelt Van Herck.
Het koppel slaapt soms in kamers waarin het kouder is dan buiten. “Warm water is sowieso een luxe. Dan kom je thuis en besef je dat alles hier vanzelfsprekend is.”
Als ze een slaapplek verlaten, laten ze voor de bewoners een visitekaartje achter met foto’s van hun reis. “Waarom mensen ons helpen? Ze zeggen dat ze het een eer vinden dat wij op bezoek zijn geweest. Ons bezoek aan hun leven is volgens die mensen een van de mooiste dagen van het jaar. De bewoners verwachten niets anders dan dat we er gewoon zijn. Het is een eenvoudige levensles. Het delen van je tijd is het mooiste wat je kan geven aan de mens”, benadrukt Van Herck.
Het is nog niet zeker of de wereldreis stopt na hun wandel- en kanotrip. Er valt in de wijde wereld nog veel te ontdekken. Ook als je dat allemaal op eigen spierkracht doet.
© 2019 – StampMedia – Mine Swusten