Niet alleen tieners raken onverwacht zwanger, integendeel: de meerderheid komt voor bij volwassenen ‘die beter zouden moeten weten’. Maar het is ondertussen wel gebeurd: wat nu?
1. Sta jezelf toe alles te voelen wat je voelt
Nee, je hoeft niet blij te zijn. Nee, je hoeft het niet te willen. En je hoeft ook niets in te houden. Misschien ben je boos, misschien ben je bang, misschien ben je een beetje in shock: dat is allemaal oké. Dat toegeven en de gevoelens benoemen is de eerste stap naar verwerking.
Wees erop voorbereid dat dit een proces is met vallen en opstaan: een nieuwe fase (een zichtbare buik, het geslacht kennen, het derde trimester) betekent een nieuwe uitdaging en dat kan telkens opnieuw weer slikken zijn.
2. Geen schuldgevoelens
Ok, gemakkelijker gezegd dan gedaan maar toch. Schuldgevoelens over je negatieve gevoelens zorgen alleen maar voor extra stress…, en extra schuldgevoelens. Een straatje zonder einde. Je bent niet de eerste, de enige of de laatste die niet (onmiddellijk) blij wordt van een positieve zwangerschapstest. Dat is normaal, en misschien ook wel gezond: dat betekent tenminste dat je het krijgen van een kind niet onderschat.3. Praat met je partner
Wat denkt hij, voelt hij, wil hij? Komt het overeen met wat jij wil of denkt? Indien niet: hoe gaan jullie dat oplossen? Welke veranderingen kunnen en willen jullie maken en welke niet, en wat betekent dat?
Het zijn niet altijd de gemakkelijkste gesprekken, maar je kan het je niet veroorloven niet eerlijk te zijn of de zaken uit te stellen. Dat gezegd zijnde: geef niet alleen jezelf maar ook je partner de tijd het nieuws te verwerken en zich een mening te vormen. Belangrijk is dat je elkaars gevoelens respecteert.
En eventueel met iemand anders
Je (schoon)moeder, beste vriendinnen, zus, broer, oma, collega, moeders op fora (waarschuwing: meestal zeer pro-baby) of een hulpverlener van een organisatie als Fara: ook zij zijn geschikte gesprekpartners – maar je kan de gesprekken met je partner (als die er is) nu eenmaal niet uit de weg gaan.4. Dump medicatie, neem foliumzuur
In principe wordt foliumzuur (0,4 milligram) aangeraden vanaf het moment je dénkt aan zwanger worden. Het zorgt ervoor dat de kans op een baby met een open ruggetje (spina bifida), hazenlip of afwijkingen aan de neurale buis (zoals anencefalie) fel vermindert – maar eerlijk is eerlijk: de kans erop is al vrij klein. Dat je foliumzuur wat later inneemt, is dus niet meteen een reden tot paniek – al kan je het beter niet uitstellen, tenzij je zeker weet dat je de zwangerschap zal afbreken.
Foliumzuur verwerkt in multivitamines voor zwangere vrouwen is overigens ook niet nodig, op voorwaarde dat er geen tekort is vastgesteld in het bloed.
Neem je andere medicatie op het moment je vaststelt dat je zwanger bent, bespreek het dan met je dokter. Over het algemeen wordt aangeraden zo weinig mogelijk medicatie te nemen (zelfs geen pijnstiller!) maar bepaalde dingen moeten nu eenmaal. Soms kan de dokter een variant voorschrijven, de dosis verlagen, of een alternatief voorstellen.
5. Beslis wat je gaat doen met de baby
Het hoeft niet op dag één, maar je hebt ook niet oneindig veel tijd om te beslissen of je de baby zal krijgen of abortus zal plegen.
Abortus is legaal in België als het plaatsvindt voor de 12de zwangerschapsweek (14de week gerekend van de eerste dag van de laatste menstruatie). Omdat de wet een verplichte wachttijd van minimum zes dagen voorziet, moet de eerste consultatie dus ten laatste gebeuren in de 11de zwangerschapsweek. Wanneer je erachter komt dat je zwanger bent, ben je vaak al een paar weken ver en schiet er dus een beetje maar niet extreem veel tijd meer over.
Als je het kind niet wil houden maar ook geen abortus wil plegen, is er nog de optie om het af te staan aan pleegzorg of voor adoptie.
Wil je praten over je opties, dan kan je terecht bij Fara.
6. Laat je niet zot maken
Het enthousiasme van andere mensen over een (ook de jouwe) zwangerschap staat in schril contrast met de doodsangst, onzekerheid en het ongeloof dat je zelf voelt als ongepland zwangere (trust me, I know). Laat dat verschil in reactie niet aan je hart komen (of probeer dat toch…) en zie puntje 2: ban het schuldgevoel.
Let ook op van de andere kant van de medaille: het enthousiasme van je omgeving kan je meesleuren en alle vragen en praktische problemen die je ziet, worden weggewuifd met een algemeen ‘Maar dat zal wel lukken’ en ‘Maar natuurlijk ga je het graag zien als je het vasthebt’. Clichés die niet noodzakelijk kloppen en die vooral een veruiterlijking zijn van hoe zij het hebben ervaren (of hoe zij denken dat je het moet ervaren). Laat je ook hier niet zot maken en ken jezelf: op vragen en praktische problemen begin je maar beter met je partner aan een concrete oplossing te denken.
Laat je ook niet aanpraten dat je negatieve gevoelens onterecht zijn ‘omdat zoveel mensen een kind willen maar er geen kunnen krijgen’ of ‘omdat elk kind een geschenk is’. Jij voelt wat je voelt, en dat heeft evenveel bestaansrecht als de gevoelens van iemand anders.
Hetzelfde geldt ook voor dingen die je niet wil (maar waarvan anderen denken dat je het nodig hebt), (meestal gedateerd) advies van je (schoon)moeder, te negatieve of positieve verhalen over zwangerschap, bevalling, borstvoeding of baby’s in het algemeen.
7. Maak een afspraak met de gynaecoloog
Het kan even duren voor je een afspraak te pakken hebt: gynaecologen zijn drukbezette mensen. Beslis ook of je in een ziekenhuis, dan wel privé wil gaan. Voor wie krap bij kas zit, is het ook belangrijk om te weten dat geconventioneerde gynaecologen een lager bedrag vragen dan niet-geconventioneerde gynaecologen. Wie doorgestuurd wordt via een huisarts, krijgt een verhoogde tegemoetkoming.
Tenzij je tot een risicogroep behoort, is het niet nodig om elke maand bij de gynaecoloog langs te gaan en een echo te laten nemen. Het is wel nodig om elke maand op controle te gaan, hetzij bij de gynaecoloog of een vroedvrouw. Die laatste kan ook de hartslag van de baby nagaan, maar je krijgt de baby dan niet te zien op een echo zoals bij de gynaecoloog. Belangrijk is ook om te weten dat slechts drie echo’s worden terugbetaald. Laat je er meer nemen, dan zijn die voor eigen rekening.
8. Google niet te veel (of te weinig)
Wat je beter wel en niet eet, hoe misselijkheid te verslaan, wat je kan doen tegen rugpijn, of dat bloedvlekje gevaarlijk is: het internet is een plek vol advies, tips, tricks en trucs.
Feit is wel dat er veel paniekzaaierij bijzit, ook wat officieel advies betreft, om een superkleine kans (weliswaar met potentieel met zware gevolgen) uit te sluiten. Panikeer dus niet onmiddellijk als je iets gedaan of gegeten hebt dat niet mag volgens de regels: het risico is meestal klein.
Uiteraard is voorzichtigheid geboden: als zwangere ben je extra gevoelig en je zal een bacterie op een slecht gewassen groente of vlees veel zwaarder opnemen dan zou gebeuren als je gezond bent. Sommige bacteriën zijn ook potentieel heel schadelijk voor de baby en het is best dat je je daarvan bewust bent.
Soms moet je Google gewoon dichtklappen en je gezond verstand gebruiken: je laten bangmaken (=stress!) voor iets dat bijna niet gaat gebeuren, heeft namelijk ook negatieve effecten.
9. Bereid je toch een beetje voor (maar niet te veel)
Hoe ga je het regelen, hoe ga je het betalen, waar en hoe vaak gaar de baby naar de crèche of onthaalmoeder, welke zaken heb je zeker nodig…?
Zeker met kinderopvang kan je niet te lang wachten – aangezien je soms al bijna moet inschrijven nog voor je zwanger bent. Zelfs als je nog niet 100 procent zeker bent dat je de baby wil houden, zou je al moeten uitkijken naar opties – beter te moeten afzeggen dan geen opvang te vinden, niet?
Een baby kost wel wat, al valt dat met een goede hospitalisatieverzekering, slimme keuzes (je hebt niét alles nodig, en zeker niet onmiddellijk, zoals een op-en-top babykamer) en een vrijgevige familie- en vriendenkring wel mee. Wees daarom ook slim met wat je op je babylijst zet: wees specifiek en zorg ervoor dat grote aankopen (buggy, autostoelen) kunnen gesplitst worden. Denk ook al eens na over een eventueel geboortekaartje en eventuele suikerbonen.
Bereid je na enige tijd ook (mentaal en fysiek) voor op de bevalling, de verschillende opties en wat die betekenen. Vrouwen die sporten kunnen de bevalling beter aan en herstellen er ook sneller van dan vrouwen die niet actief zijn geweest. Zwemmen en zwangerschapsyoga zijn ideaal.
Wil je borstvoeding geven, zoek dan tips op (en lees ook de eerlijke verhalen, zoals hier, hier en hier), regel eventueel een lactatiedeskundige voor praktische bijstand de eerste dagen en weken. Voor hulp in het huishouden en met basisverzorging van de baby bestaat kraamzorg (tip: gewoon doen. Het is ontspannender dan je moeder of schoonmoeder die komt ‘helpen’).
Lees echter niet té veel in babyboeken: elke baby is anders, en gemiddelden zijn maar gemiddelden. Uiteindelijk zal je zelf moeten leren aanvoelen wat werkt en wat niet (wees dus niet bang eens iets anders te proberen!), en soms gaat dat lijnrecht in tégen wat je mama zegt ‘en altijd gedaan heeft’. En niet te vergeten, ignorance is bliss: niet 100 procent weten wat je te wachten staat maakt het soms gemakkelijker.
10. Realiteit: misschien neem je er wel nooit vrede mee
Je kan wennen aan het idee, je kan er enthousiast van worden of je kan kiezen voor de baby… en er toch nooit helemaal vrede mee nemen. Als de gevoelens laat in de zwangerschap negatief blijven of weer negatief worden, is het tijd om professionele begeleiding te zoeken om de start van je nieuwe leven goed in te zetten en de kans op een postnatale depressie te verkleinen – en de drempel naar hulpverlening als het na de geboorte toch niet zo geweldig loopt.
Ook al heb je de keuze gemaakt voor het kind, dat maakt niet elk moment happy of gemakkelijk en het betekent ook niet dat je er nooit spijt van zal hebben (al dan niet tijdelijk). Ook hier is het cruciaal die gevoelens te erkennen, een plaats te geven en als het gevaarlijk wordt voor jou of de baby, dan moet je hulp inroepen.
Maar laten we niet panikeren: onze biologie zit nog redelijk goed in elkaar en meestal komt het gewoon goed. Het is gewoon een bumpy ride.