Het inschrijvingsgeld dat Vlaamse studenten in de toekomst zullen betalen om te mogen studeren gaat fors de hoogte in. Dat heeft de nieuwe regering beslist: in de toekomst zullen we 890 in plaats van 620 euro per jaar moeten betalen. Maar hoe zit het eigenlijk in de andere Europese landen.
Niet-beursstudenten gaan in Vlaanderen vanaf volgend jaar een derde meer inschrijvingsgeld moeten betalen. Voor velen een hele slok op de borrel. Uit een nieuwe studie van de Europese Commissie blijkt dat er in feite drie groepen zijn binnen Europa: eentje waar studeren praktisch gratis is, een groep waar het inschrijvingsgeld gekoppeld is aan de prestaties, en tot slot een groep met een vast bedrag.
Wij behoren tot die laatste groep, maar bevinden ons wel in de goedkoopste deelgroep, zelfs met het verhoogde inschrijvingsgeld. Bovenstaande kaart toont goed aan waar studeren redelijk goedkoop is, of waar je veel zal moeten betalen. In ongeveer de helft van de landen binnen deze groep betaal je minder dan 1.000 euro, in de andere helft tussen de 1.000 en 5.000. Engeland is compleet buiten categorie. Daar hebben de inschrijvingsgelden sinds 2012 Amerikaanse proporties aangenomen. Een jaar studeren kan er makkelijk meer dan 10.000 euro kosten.
Dat is compleet in tegenstelling tot landen waar studeren quasi gratis is. Denk aan de Scandinavische landen, maar ook Oostenrijk en Duitsland. In dat laatste land kan er wel een semesterbijdrage voor de administratieve kosten gevraagd worden, wat soms bijna even hoog kan oplopen als het inschrijvingsgeld in Vlaanderen. Tot slot heb je een combinatie van de twee: afhankelijk van de prestaties. In Estland is studeren bijvoorbeeld gratis als je slaagt voor alle 60 studiepunten per jaar, maar voor elke credit die je niet behaalt kan je maximaal 50 euro gevraagd worden. En zo kan het bedrag eigenlijk nog fors oplopen.
Studiebeurzen
In het grootste deel van Europa krijgt minder dan de helft van de studenten een studiebeurs. Dat is voornamelijk afhankelijk van je financiële situatie, maar kan ook afhangen van je prestaties. Het mag niet verbazen dat dure landen zoals Nederland en het Verenigd Koninkrijk veel hulp moeten geven, anders is het onderwijs onbetaalbaar. Die twee landen staan ook aan kop als het gaat om het uitgeven van studieleningen. Vallen ook nog op: Finland en Denemarken. Studeren is er quasi gratis omdat elke student er voldoende geld krijgt om de kosten te betalen.