Onverwoestbaar? Vergeet het: kluis wereldzadenbank op Spitsbergen ondergelopen met smeltend poolijs

De Svalbard Global Seed Vault, de kluis op het eiland Spitsbergen waar plantzaden van zo veel mogelijk gewassen worden opgeslagen voor het geval er een catastrofe gebeurt met onze planeet, blijkt toch niet zo’n safe bet te zijn. De “ark van Noach” zoals de ondergrondse bunker word genoemd is aan het onderlopen door smeltend poolwater.

De wereldzadenbank werd in 2008 werd geopend. In de bunker, 120 meter diep in een berg op een hoogte van circa 130 meter boven zeeniveau, liggen 1,5 miljoen pakketjes met zaden van de belangrijkste gewassen en bomen ter wereld. De kluis moest bestand zijn tegen oorlogen, natuurrampen en klimaatverandering.

Waar de ontwerpers alleen geen rekening mee hadden gehouden, is dat het poolijs zo snel zou smelten als afgelopen jaar gebeurde. Smeltwater is in een tunnel van de kluis gelopen. In de tunnel is het smeltwater gelukkig weer bevroren, waardoor de zaden veilig zijn gebleven.

Hege Njaa Aschim van de Noorse regering, die eigenaar is van de kluis, zegt dat de tunnel wel een gletsjer leek toen ze naar binnen gingen. Het ijs is inmiddels weggehakt. De zaden liggen nog steeds veilig opgeborgen bij een temperatuur van 18 graden onder nul.

Maar het doet wel ernstige vragen rijzen over de vermeende onverwoestbaarheid van de kluis. Eén ding is alvast zeker: ze werd gebouwd vanuit een idee dat mensen er niet moesten naar omkijken, maar nu moet ze toch de klok rond gemonitord worden.

De 100 meter lange tunnel die onderliep wordt momenteel waterdicht gemaakt. Ook wordt elektrische apparatuur uit de tunnel weggehaald en worden er sleuven getrokken om smeltwater beter af te voeren.

1,5 miljoen

Sinds 1984 heeft de Nordic Gene Bank kopieën van bevroren zaden uit de Noordse landen opgeslagen in een verlaten kolenmijn op Spitsbergen. Door de jaren heen groeide de collectie aan tot meer dan 10.000 zaadjes voor meer dan 2.000 cultivars van 300 verschillende plantensoorten. De eerste ministers van Noorwegen, Zweden, Finland, Denemarken en IJsland legden op 19 juni 2006 ceremonieel de eerste steen voor de huidige locatie. Op 26 februari 2008 vond de officiële opening plaats.

De Noorse regering heeft de kosten van 45 miljoen Noorse Kronen voor de bouw van de opslagplaats volledig zelf gedragen. Noorwegen en het Global Crop Diversity Trust staan in voor de operationele kosten.

Inmiddels zijn er ongeveer 1,5 miljoen verschillende zaadmonsters van landbouwgewassen opgeslagen. De zaden zijn verpakt in speciale pakketten en verzegeld om vocht eruit te houden.

Meer
Lees meer...