Oorlogspropaganda 101

Het zijn tijden waar we dagelijks overstelpt worden met nieuws over verdwenen vliegtuigen, geannexeerde regio’s, oorlog, terroristische aanslagen en globale conflicten. Hoog tijd dat we eens een stap terug te nemen en onszelf bewust te maken van de processen die achter deze berichtgevingen (kunnen) schuil gaan.

De doelstellingen

In zijn meest zuivere vorm heeft oorlogspropaganda als doel om onder de publieke opinie en de eigen strijders een consensus te creëren en te onderhouden ten voordele van het respectievelijke conflict en de acties die erin worden ondernomen. Propaganda speelt vooral een rol in ‘conflicten’ waar de publieke opinie bij aanvang verdeeld of totaal onverschillig is. Deze ‘conflicten’ kunnen zowel van militaire, politieke als economische aard zijn, of een combinatie van deze drie. Of de belangen achter deze conflicten genoeg zijn om ze te rechtvaardigen is natuurlijk een heel ander paar mouwen.

Doelpubliek

Oorlogspropaganda kan zich tot drie grote groepen richten:

1.       Het eigen kamp (publieke opinie en strijders), om de steun en moraal hoog te houden.

2.       Neutrale partijen in het conflict, om hen achter uw zaak te scharen.

3.       Het vijandelijke kamp, om te demoraliseren.

Voor het verspreiden van deze propaganda wordt gretig gebruik gemaakt van de grote mediakanalen. Naast het feit dat ze een groot aantal personen kan bereiken, dragen audiovisuele media een veel grotere overtuigingskracht dan het geschreven woord.

Categorieën

Naargelang de bron kunnen we drie vormen van propaganda onderscheiden:

1.       ‘Witte’ propaganda: hierbij is de bron bekend. Zo is elke legitimering van het conflict uitgaande van de officiële autoriteiten witte propaganda.

2.       ‘Grijze’ propaganda: hierbij is de bron onbepaald. Berichten en geruchten van onbekende oorsprong die erop gericht zijn de tegenstander te destabiliseren of demoniseren behoren tot deze categorie.

3.       En tenslotte, u raad het al, is er de ‘zwarte’ propaganda: hierbij verbergt de bron zich achter een andere bron. Dit type vormt dan ook het grootste gevaar voor de waarheid, vertrouwen en de vaak fragiele vrede tussen partijen. Daarnaast lijdt ze vaak, al dan niet bewust, tot wilde speculatie en de vorming van allerhande complottheorieën. Helaas voor ons is dit propagandatype ook veruit de meest populaire en effectieve vorm van propaganda.

Psychologische oorlogsvoering

Zoals hierboven reeds aangehaald kan propaganda ingezet worden om op indirecte manier de tegenpartij te ondermijnen. Het doel hierbij is om op een efficiënte manier tweedracht te zaaien en/of de moraal en het vertrouwen van de publieke opinie te ondermijnen.  Zulke psychologische operaties worden ingezet om indruk te maken; de ware intenties te verbergen; en het andere kamp te verdelen. De media worden hiervoor met plezier als klankkast ingezet door allerhande lobbyisten, inlichtingsdiensten en groepen als IS.

De beperkingen van informatie

Naast het feit dat informatie georiënteerd kan worden naar propaganda of psychologische oorlogsvoering wordt er in tijden van conflict ook vaak een sterke controle gevoerd op de informatiestroming, wat de transparantie en exhaustiviteit niet ten goede komt.

Wat de journalistiekbeoefening betreft vallen er vier hoofdbeperkingen te onderscheiden:

1.       Allereerst is er de concurrentie tussen journalisten/mediakanalen en de druk om de primeur te hebben. We mogen niet uit het oog verliezen dat persagentschappen finaal winst nastreven en dat snelheid vaak het overwicht heeft op de kwaliteit en analyse van de informatie.

2.       Daarnaast kennen journalisten niet noodzakelijk de onderwerpen die ze moeten behandelen. Hierdoor kunnen interpretatiefouten ontstaan, die erg nadelig kunnen zijn voor het respectievelijke gebied waarover wordt gerapporteerd.

3.       Ten derde zijn bepaalde conflicten mediageniek, andere niet. Weinig media nemen zich de moeite te rapporteren over gebieden of onderwerpen waarin niemand geïnteresseerd is. Desondanks kunnen deze thema’s soms zeer grote gevolgen hebben of reeds decennia lang aanslepen. Tenslotte verdringt al te vaak het ene onderwerp het andere, denk maar aan de slachtpartijen van Boko Haram die haast volledig werden verdrongen door de aanslag op Charlie Hebdo.

4.       Ten vierde moet men er zich steeds van bewust zijn dat de media slechts een eufemistisch en vaak geësthetiseerde versie van (gewapende) conflicten geven.

Conclusie:

Waar belangen botsen is het steeds aangewezen de nodige voorzichtigheid in acht te nemen alvorens een standpunt in te nemen.

Bron:Strategie & tactiek. Inleiding tot de moderne krijgsgeschiedenis – Luc De Vos