Na de emotionele exit van Joke Schauvliege is CD&V dringend toe aan een rondje soul searching. Want het debacle van van het klimaatdossier is symptomatisch voor de uitdagingen van de christendemocratie: hoe verzoen je een jonge generatie politici en hun progressieve bekommernissen, met die van oude gedachten en gewoonten binnen een traditionele machtspartij? Het is duidelijk dat Wouter Beke (CD&V) voorlopig de code niet gekraakt krijgt.
“CD&V dreigt door haar uitspraken een hele generatie te verliezen. Het zal niet gemakkelijk zijn om dat recht te trekken. De jongeren verwachten een heel sterk signaal.” Het was ronduit stevige taal, van Jong CD&V-voorzitter Sammy Mahdi, op dinsdagochtend.
Maar de jongerenvoorzitter kwam niet zo maar op het toneel. Het was een cri de coeur, waarbij politieke spelletjes minder speelden dan wel de emotionele verbondenheid die de CD&V-jongeren voelen met de Youth for Climate-beweging. Niet toevallig dook Mahdi de afgelopen weken al op, tijdens die donderdagse marsen van jongeren in Brussel en Leuven, om de jongeren een hart onder de riem te steken. Mentaal marcheerde de afgelopen weken Mahdi mee, ook al onthield hij zich als CD&V’er ervan om al te manifest mee te gaan lopen in de stoet: zoveel politiek verstand heeft hij dan wel weer.
“De liegende minister”
Maar net zoals die kreet vanuit de onderbuik van Jong CD&V het balletje bij de moederpartij dinsdagochtend deed rollen, zo lag een andere emotionele kreet aan de basis van Schauvliege haar ontslag. Voor het Algemeen Boeren Syndicaat, de meer militante boerenbeweging in Vlaanderen, liet Schauvliege zich zaterdag helemaal gaan, tot en met het zodanig aandikken van een gerucht over de Staatsveiligheid, dat ze plots ‘liegende minister’ werd.
En net zoals de duizenden sms’en die Schauwvlieges leven een hel maakten, is de leugen over de Staatsveiligheid niet de essentie van de hele zaak. De affaire legt vooral een dieper conflict binnen CD&V bloot: een conflict waarbij de jonge, progressieve, stedelijke vleugel van de partij rechtstreeks tegenover de conservatieve, oudere, landelijke kant komt te staan. En waarbij de partij onophoudelijk worstelt met die grand écart, die onmogelijke spreidstand tussen de verschillende vleugels en strekkingen binnen de partij.
De afgelopen vier jaar leek dat, door de dagelijkse brandjes binnen de kibbelkabinetten van premier Charles Michel (MR) en Geert Bourgeois (N-VA) naar de achtergrond verdwenen. Dergelijke coalities zogen alle aandacht naar zich, waardoor zowel de oppositie er niet door kwam, maar ook de interne strijd binnen CD&V geen kans kreeg open te barsten. Maar met de verkiezingen in aantocht is die kloof binnen de centrumpartij plots pijnlijk zichtbaar. Uitspraken als die van Mahdi en Schauvliege zijn het sprekend bewijs.
Klimaatdebat mag niet om mijn persoon draaien en daarom zet ik een stap die de sereniteit en de redelijkheid moet terugbrengen.
— Joke Schauvliege (@JokeSchauvliege) 5 februari 2019
Het sociaal gelaat van de regering
Nochtans was Wouter Beke in 2014 met een heel andere plan vertrokken. Als voorzitter loodste hij z’n partij in coalities met N-VA, zowel Vlaams als federaal. De afweging was dat de Vlaams nationalisten van Bart De Wever “eens flink in bad moesten getrokken worden”. Als beleidspartij zou de N-VA zeker in de federale regering geconfronteerd worden met de complexiteiten van Belgische compromissen, en de grijsheid en nuance van regeren. Dat zou onvermijdelijk leiden tot een electorale decimering van de Vlaams nationalisten, tot het natuurlijke niveau van een flamingante partij, geschat op zo’n 15 procent.
Maar in centrumrechtse coalities overleven bleek veel moeilijker dan gedacht voor CD&V. Door plots helemaal links te gaan liggen in het bed, zichzelf tot “het sociaal gelaat” van de regering uit te roepen, probeerde men een duidelijke rol te claimen, een positie weg van de liberalen en de N-VA. Maar die houding strookte helemaal niet met de natuurlijke positie die CD&V decennialang had: niet links, maar midden in het bed.
En terwijl op links de kritiek nooit verstomde op de regering, zeker niet vanuit de eigen christelijke vakbond en zuil, stond de rechterkant van de brede christendemocratie met stijgende verbazing te kijken hoe ver de partij wegdreef van wat ze kenden en gewoon waren. Zeker boegbeeld Kris Peeters (CD&V), in 2014 nog de sterkhouder, werd gaandeweg door die wind vanop de linkerflank tegen de klippen geblazen. Zijn exit naar Europa is tekenend voor hoe snel het kan gaan aan de top van de christendemocratie.
Verkiezingen 26 mei
De balans na vier jaar regeringsbeleid oogt daarom niet evident voor Wouter Beke. De discussie over wie ze als kopman uitspelen is niet beslecht, ondanks aandringen van Pieter De Crem, die zijn voorzitter op het schild wilde hijsen. Maar Beke hapt (voorlopig?) niet.
Maar ook de discussie over de positionering is niet helemaal gesloten. De gemeenteraadsverkiezingen toonden vooral een landelijke, conservatievere CD&V, die haar veerkracht niet verloren had, en de N-VA op veel plekken pijn kon doen. En dat terwijl het progressieve, uitgesproken multiculturele en stedelijke deel van de partij op 14 oktober 2018 nauwelijks winst kon laten optekenen. Het was alweer De Crem, zelf notoir vertegenwoordiger van de rechtervleugel, die kwam roepen “dat de koerswijziging was ingezet”, zonder daarbij ook maar enige tastbaar bewijs te presenteren. Maar het debat is daardoor op z’n minst geopend, in de aanloop naar 26 mei.
Het klimaatdebacle staat zo symbool voor de twijfel binnen de partij. Schauvliege en een stevig deel van de partij sympathiseert nu eenmaal veel meer met de landelijke achterban, dan met de hipsters die op zondag in Brussel gaan betogen. De opwarming van de Aarde is gewoonweg niet voor iedereen de hoogste prioriteit. Integendeel, de ergernis over een groen belerend vingertje is electoraal mogelijks van quasi dezelfde goudwaarde als de bekommernis over klimaat aan de andere kant. Het steekt daar dat uitgerekend N-VA, alweer, in dat gat is gesprongen en met termen als ‘eco-realisme’ de strijd aangaat met Groen.
Het “moedige” midden
De middenkoers die CD&V daarbij probeert te varen, is communicatief gewaagd: je dreigt iedereen op het einde van de rit te moeten teleurstellen. Nuance is nu eenmaal moeilijker te verkopen in de politiek. “Het moedige midden”, plakten slimme communicatiestrategen er dan maar op als slogan voor de partij: een prachtige les in ‘van je zwakte je sterkte maken’.
Alleen, het impliceert dat ook het eerste woordje van de slogan bij CD&V deftig wordt ingevuld: moed. Net dat ontbrak systematisch aan de top van de partij, ook nu weer in de crisis rond Schauvliege. Het was in die zin opvallend dat niet Beke, maar Hilde Crevits tijdens de moeilijke persconferentie dinsdag, bij de exit van de minister van Landbouw, Natuur en Omgeving, verbaal het voortouw nam. Misschien wordt het tijd voor CD&V om toch maar één duidelijk boegbeeld te kiezen, in de aanloop naar 26 mei?
Inge Vervotte bedankte feestelijk, om in Antwerpen de ‘game changer’ voor CD&V te worden, in de strijd tegen De Wever. En zowel Hilde Crevits als Wouter Beke tonen hun kaarten niet. Maar als CD&V niet snel beslist om op die ‘moed’ ook een duidelijk gezicht, en een daadkracht, te plakken, wordt het straks vooral het magere midden.
Oneindig. Veel. Respect. https://t.co/HhkeSbTOiv
— Hilde Crevits (@crevits) 5 februari 2019