Geen 2 vrouwen zijn hetzelfde. Maar geen twee Ronde bergjes ook. Elk bergje heeft haar eigen unieke persoonlijkheid. Morgen 2 april 2016 opnieuw Ronde Van Vlaanderen cyclo. Sommige bergjes herinner ik me nog goed uit vorige edities. Andere bergjes dan weer niet. Of minder. Dat is geen toeval. Ze trekt de aandacht. Of ze doet dat minder. Zo is het. Dat is het leven. Mijn overzicht hoeft niet volledig te zijn. Ik zal niets meer op Internet opzoeken. Het gaat er om wat ik mij nog spontaan van haar herinner. De dag voor ik haar weer ontmoet. Een tipje van de sluier: ik denk spontaan aan de Zwalmstreek, de Paterberg en … de Bosberg.
Wolvenberg
Het enige wat ik mij nog herinner is een asfalt heuveltje dicht bij Oudenaarde. De sfeer rond de Wolvenberg is zo iets van “in dienst van”. Het draait nooit om haar. Het is een opwarmertje. Het is nooit het bergje geweest dat mij echt tot de verbeelding spreekt. Ze is er. Ze zou er ook niet kunnen zijn. Ben zelfs niet 100% zeker dat het asfalt alleen is. Maar wel vrij zeker. De Kaperij en de Kanarieberg die later komen op het vernieuwde parcours zie ik zelfs niet voor de geest. Het ligt misschien aan mij. Maar het is wel zo.
Molenberg
De Molenberg. Dat roept mij bij een hele reeks emoties op. Ze lag op mijn wekelijks trainingsparcours toen ik nog in Zingem woonde. Daar beneden dat bordje met “Mechelse Koekoek”. Je weet dat je best meteen heel klein schakelt. En links opdraaien! Want in dat eerste bochtje liggen de kasseien vooral rechts slecht. Even hard doorduwen. En dan controle tot boven. Je weet dat er een lange uitloper komt. Daar wat in die winderige vlakte. Na de Molenberg reed ik vroeger op training Meersestraat-Haaghoek-Leberg-Berendries-Tenbosse, en dan die lange slopende trage klim naar Vloesberg en zo terug naar Maarkedal (Schorisse) en Zingem. Ik voel me thuis in de Zwalmstreek. De Molenberg rijd ik graag op. Kort, nijdig en in de Zwalm. I love her! De Zwalmstreek!
Berendries
Van de Berendries houd ik minder. Al is het ook Zwalm ten top. Ze is niet eerlijk. Telkens als je denkt dat je haar door hebt, komt er een nieuwe extra klim. Ze heeft zichzelf maar in schuifjes bloot. Het stukje ervoor Molenberg-Haaghoek-Leberg vind ik veel zaliger. Het klikt niet echt tussen mij en de Berendries. Ik droomde al van Tenbosse op mijn vroegere trainingen toen ik op Berendries reed. Niet overdreven stijl. Tenbosse. Maar asfalt om te ontploffen. Reminder Johan Museeuw in 1998. En dan die zalige lange weg erna naar Geraardsbergen.
Valkenberg
De Valkenberg is een beetje zoals de Wolvenberg. Ze valt niet echt op. Die asfaltweg in de buurt van Brakel. Ze is een neutrale hinde. Ze stoort me niet. Maar ze heeft me ook nog op geen enkel moment ooit echt tot de verbeelding gesproken. Ze is er. Stil en ongemerkt.
Eikenberg
De Eikenberg is speciaal. Van het eerste stuk ben ik niet echt fan. Toch moet ze me opgevallen zijn. Want ik ken wel heel haar profiel. Ongeveer elke kassei. Ook wel omdat ik haar soms opzocht in mijn Zingem periode. De Eikenberg, dat is naar dat asfaltstukje toe streven in het middenstuk links. Nadien wordt het wel leuker. Iets minder stijl. En dan hard beginnen doorgeven op die uitlopende kasseien. Heel erg fan ben ik niet. Maar best te pruimen. Vooral het tweede deel.
Koppenberg
Ze wil te veel opvallen. Alles moet rond haar draaien. Het voorgeborgte daar in Melden ligt te ver af van mijn heimat in de Vlaamse Ardennen: de Zwalm. Je ondergaat haar. Ze is slopend en vermoeiend. Met die ongelooflijk zware bult kort voor het einde. De puist van Melden… Als je haar overleeft hebt, vergeet je haar liefst zo snel mogelijk.
Steenbeekdries
Als ik me goed herinner is Steenbeekdries een lastige kasseistrook. Niet overdreven stijl. Maar moordend door de combinatie kasseien en klimmen en het duurt vrij lang. Meer weet ik er niet van.
Kruisberg
De Oude kruiskens in Ronse. Ze staat in teken van wat moet komen. Je begint al wat melkzuur te krijgen. En je zit al met je gedachten bij Oude Kwaremont en Paterberg. Ook die helling in Ronse is zeker niet mijn favoriete helling. Grauwe huizen voor je er aan begint. Met dan die uitloper op de N60. Ik heb nooit lyrische gevoelens gehad voor haar. De nieuwe Kruisberg van uit Ronse centrum met die pentekening, op die brede weg, spreekt mij eigenlijk veel meer tot de verbeelding. Misschien geen kasseien. Maar die lange brede hoog oplopende weg vind ik iets hebben. Meer dan de Oude kruiskens. En ze behoort tot het oude drieluik Kwarement-Kruisberg-Edelare.
Karnemelkbeekstraat
De Karnemelkbeekstraat, daar heb ik wel sympathie voor. Ze is volgens mij vrij nieuw. Maar ze is atypisch. Ze is ook voorbereidend op het tweeluik Oude Kwaremont en Paterberg, net als Oude kruiskens. Maar ze heeft meer een eigen ziel. Een asfaltweg die heel lang lijkt te duren. Ik ben geen gewichtsfanaat maar ooit kapte ik daar heel mijn drinkbus leeg op straat. Om gewicht te verliezen. Met een grijns van de fietser achter mij tot gevolg. Ze voelt een beetje aan als een helling uit het Zuiden maar toch in Vlaanderen. Een beetje… Ze is anders. Ik heb wat een haat-liefde verhouding met haar. Die neigt naar liefde. Haar naam is ook zo leuk. Zo anders. Ze heeft pit!
Oude Kwaremont.
Ze weet dat ze belangrijk is. Dat is voor mij een beetje een minpunt. Het voorgeborgte haat ik. Tot in Kwaremont dorp vind ik het absoluut niet leuk. Die Schildersstraat met die lastig oplopende kasseien op schijnvlak na het plein vind ik veel leuker. Daar nog proberen kraan open te zetten. Het volle pond. Al lukt dat zo ver in de rit niet steeds even goed.
Paterberg
De Paterberg, dat is mijn karakter! 350 meter maar. Eerst in dat gootje links rijden. Op tijd uit het gootje komen. Zo dat je bij snelheidsverlies op dat gruwelijke middenstuk kunt laveren. Enkele seconden alles open gooien. En dan is het op het einde weer wat minder stijl. Ik hou van haar. Veel meer dan van de Koppenberg. Lang voor ze de laatste berg was in het nieuwe parcours, was ik al een geweldige fan van haar. De Paterberg is top! Ik ben verliefd op haar! En toch. En toch is er aan het sprookje 1 valse nood. Ik mis de Bosberg in de Ronde.
Bosberg
Als er over het oude parcours gesproken wordt, gaat het zo vaak over de Muur-Kapelmuur. Ik heb het nooit zo gehad met die vesten en die Muur-Kapelmuur. Toen ik nog in Zingem woonde reed ik soms na Molenberg-Meersestraat-Haaghoek-Leberg-Berendries-Tenbosse tot aan Geraardsbergen. Vaak nam ik dan gewoon de grote weg op de ring van Geraardsbergen. Omhoog langs de grote weg. Op weg naar de Bosberg. Dat is de berg op het oude parcours waar ik echt van hou. De Bosberg. Open, eerlijk. En dan die uitloper naar Meerbeke. De Bosberg en die laatste kilometers naar Meerbeke vond ik zalig. Wie kent nog Eddy Bosberg? Toen ik verhuisde naar Wondelgem wilden we een schuifpoort aan de straatkant. Samen met mijn zoon reed ik toen naar een handelaar in Smeedijzer in de Dreef in Geraardsbergen. Aan de voet van de Bosberg. En ik zei tegen mijn zoon: “later gaan we hier komen trainen, op die Bosberg”. Ik wou een poort van bij de Bosberg. Ook van haar houd ik echt.
Paterberg en Bosberg
Je zou de Paterberg moeten kunnen verplaatsen. Tot vlak voor de Bosberg. In de oude finale. Ze zijn nooit perfect, mijnheer. Zoals ook wij zelf niet perfect zijn. Ik hou van de Paterberg. En van de Bosberg. Maar ze behoren tot een andere wereld. Ze horen niet samen. Ze liggen niet samen in 1 finale. Jammer. Inderdaad liggen er heel veel lastige strategische heuvels rond Oudenaarde. Maar dat langzaam afdwalen via Zwalm naar Bosberg was toch ook uniek. De oude finale met de Paterberg vlak voor de Bosberg. Morgen zal fantasie niet helpen. Lang leve de benen. Ik moet een keuze maken? Mijn ultieme lievelingsberg is de Paterberg. Paterberg, morgen ben ik op u!