Polen heeft maandag opnieuw grenscontroles ingevoerd met Duitsland en Litouwen. Daarmee volgt het land het voorbeeld van Duitsland, dat eerder dit jaar al strengere controles invoerde. De maatregel komt er onder toenemende druk van extreemrechtse partijen en moet de instroom van asielzoekers tegengaan.

De nieuwe grenscontroles gelden voorlopig voor een periode van dertig dagen, al kan die termijn later worden verlengd. Pools minister van Binnenlandse Zaken Tomasz Siemoniak liet weten dat de regering “keihard” wil optreden tegen illegale migratie, die hij omschreef als “een misdaad die streng moet worden aangepakt”.

In totaal worden 52 grensovergangen met Duitsland gecontroleerd. Aan de grens met Litouwen, die 104 kilometer lang is, zijn dertien controlepunten opgezet.

Duitse druk en samenwerking

De Poolse premier Donald Tusk kondigde vorige week al aan dat de maatregel eraan zat te komen. Zijn regering staat onder toenemende druk van extreemrechtse groepen, die Duitsland beschuldigen van het bewust doorsturen van migranten richting Polen.

Ook in Duitsland wordt het migratiebeleid strenger. Bondskanselier Friedrich Merz liet recent extra politieposten opzetten aan de grens. “Sommige asielzoekers zullen worden teruggestuurd”, verklaarde hij. Merz benadrukte wel dat Polen en Duitsland nauw samenwerken om de economische impact van de controles te beperken.

Schengengebied opnieuw onder spanning

De nieuwe maatregelen zetten het Schengengebied, waarin vrij reizen normaal mogelijk is, verder onder druk. In principe mogen EU-landen alleen tijdelijk grenscontroles invoeren bij ernstige dreigingen, zoals migratiecrisissen of terroristische risico’s.

Zowel Polen als Duitsland benadrukken dat hun controles wettelijk zijn en strikt tijdelijk blijven. Toch groeit de kritiek op het toenemende aantal controles binnen Europa, waardoor de kern van het Schengensysteem verder afbrokkelt.