Positief blijven op het werk, hoe doe je dat?

Afgelopen zomer schreef ik al eens een persoonlijke blogpost, ondanks de uiteenlopende reacties is me dat goed bevallen. Ondertussen schreef ik weer rustig verder over het Songfestival en pende ik hier zelfs een ode aan Ingeborg neer. Toch heb ik nu weer zin om iets te schrijven over mijn eigen leefwereld. En dan meer bepaald over wat ik van ‘9 to 5’ doe. Werken dus. Hoe je het ook draait of keert, de wereld dat zich tussen de kantoormuren afspeelt is niet altijd een lachertje. 

Als je dit artikel wil lezen om een antwoord te krijgen op de vraag uit mijn titel, dan moet ik je teleurstellen. Ik stel net de vraag omdat ik zelf niet weet hoe je het moet doen. En misschien is dat ook niet eens erg. Er is niet voor alles een oplossing. Dat maakt het ook weer moeilijk. Want ik wil het wel graag te weten komen.

Over heksenjacht en randvoorwaarden

Even schetsen. #RIP2017. Het jaar zit er zo goed als op en het was voor mij op privévlak best een goed jaar. Mijn bucketlist is weer wat korter, heb mooie reizen achter de rug en beleefde geweldige momenten met mensen die ik graag zie. Tegenslagen? Misschien een paar kleine, maar echt het vermelden niet waard. Waar gaat hij dan over klagen in de volgende alinea’s? Ik sprak namelijk niet over mijn werk en hoe ik me daar het afgelopen jaar gevoeld heb. Dat was namelijk niet geweldig. Het was overheersend.

Ik ga niet schrijven waar ik werk en met wie. Nee, geen heksenjacht. Maar ik kan wel situaties beschrijven en die proberen overbrengen. Randvoorwaarden, een woord dat ik dit jaar leren kennen heb, die er voor zorgen dat ik mezelf de vraag stel: hoe blijf je positief? Hoe geef je jezelf dag in, dag uit weer die boost?

Nood aan open, positief en motiverend werkklimaat

Jobat schreef het deze december nog: ‘Jonge werknemers willen 13e maand, goede sfeer en maaltijdscheques’. Dat eerste heb ik, de rest jammer genoeg niet. “Een eerste conclusie is dat de jobkeuze het meest wordt beïnvloed door de goede werksfeer en de toffe collega’s. Zowel de Generatie Z (18-22 jaar) als de Generatie Y (22-37 jaar) plaatsen die voorwaarde op de eerste plaats”, lees ik verderop in hetzelfde artikel.

Met mijn 26 jaar zit ik daar dus middenin. Ik ben dus niet de enige die nood heeft aan een open, positief en motiverend werkklimaat. Dit jaar ben ik op het werk vaak (en teveel) teleurgesteld, verontwaardigd en misnoegd geweest. Teleurgesteld in collega’s, verontwaardigd over beslissingen en misnoegd over situaties die niet door de beugel konden. En dan is het volgens mij erg moeilijk om ja te knikken op de zoveelste peptalk die luidde: ‘zet je daar over, laat het los en focus op jezelf’. Het is me in 2017 niet gelukt. Nee.

Ik zoek een ‘handleiding’

Nog eens die vraag: hoe je dat? Ik heb me er al veel te veel kopzorgen rond gemaakt. De ene dag ben ik me aan de andere kant van de ruimte gaan zetten, op donderdag zocht ik bevriende collega’s op en de week daarna heb ik me volledig proberen afzonderen. Lees: negeer iedereen. Maar als je de deur (hebben we eigenlijk niet, open workspace en zo) ’s morgens opentrekt en bepaalde situaties, gedragingen én mensen zijn nog steeds niet verdwenen, dan lijkt het een maat voor niks. Toch voor mij. Want ik heb mijn ‘handleiding’ nog niet gevonden.

En ik ben zeker niet alleen. Zeker niet als ik kijk naar mijn andere collega’s. Ze voelen die sfeer ook en zien net als ik de scheefgetrokken situaties. Sommigen zijn er tevreden mee, anderen worden er ook moedeloos van. Over wat voor sfeer heb ik het dan? Gelatenheid, venijn, jaloezie, angst en onzekerheid. Dat maakt dat collega’s niet meer komen opdagen, ‘ziek’ worden, dat anderen een nieuwe job zoeken en dat er voor het minste conflicten ontstaan.

Muts waait af …

Normaal dus dat ik niet de enige was die dat aangevoeld heeft in 2017. Maar net omdat ik niet de enige ben in die situatie, zorgt dat er mee voor dat ik geen antwoord weet op mijn vraag. Want ik kan de dag wel willen beginnen met een positieve vibe, als de collega links of rechts van je zin heeft om de hele dag negatief te zijn of om te bokken … Tja, dan mag ik nog goed gemutst zijn. Die muts waait snel af. En ik zou ze graag in 2018 op laten staan.

Op dit moment denk ik ook dat dat gaat lukken. Want sinds november probeert er een nieuwe leidinggevende een betere wind te laten waaien bij ons. En die zorgt er hopelijk voor dat mijn muts blijft staan. Al weet ik ook dat ik die verandering niet mag laten afhangen van één persoon. Ik moet er zelf aan werken. Dat is trouwens nog zo’n leuze: ‘werk aan jezelf’. Allemaal goed en wel, maar het lukt me niet als de randvoorwaarden ontbreken.

“Aansteller, verander dan van job”, roep het maar in het rond. Versta me niet verkeerd: ik ben grotendeels tevreden met mijn inhoudelijke job. Al heeft ‘de situatie’ daar natuurlijk ook invloed op. Dat heb je met scheefgetrokken situaties en verkeerde beslissingen. En wie weet heb ik dit jaar wel gesolliciteerd bij een andere werkgever, of op verkenning geweest in de hoop iets anders te vinden. Eigenlijk heb ik best wel wat acties ondernomen. Ook om mijn huidige werkplek te veranderen. Want ik wil die negativiteit niet laten winnen.

‘Op termijn’ is moeilijk

Eén antwoord heb ik dus al: zelf actie ondernemen helpt om toch positief te blijven, om toch hoop te hebben én het zorgt er voor dat je toch weer doorzet. En doorzetten op het werk, dat ben ik van plan in 2018. Er komen op termijn nieuwe kansen mijn richting uit. Eerlijk: met dat ‘op termijn’ heb ik nu nog moeilijk omdat ik NU verandering wil zien, omdat het in mijn ogen vier maanden geleden al had moeten gebeuren. Maar goed, alles stap voor stap. En hopelijk zet ik ooit de stap die me leert hoe ik positief kan blijven in lastige situaties.

Bon, ik ga nog eens naar de trailer kijken van Mamma Mia 2 (Mét Cher) en het is ook Meryl Streep die in The Devil Wears Prada zegt: ‘Everybody wants to be us’. Dat is een leuze van mij. Want ik weet dat er waarschijnlijk honderden werklozen mijn plaats willen innemen. Wel, als ik mijn goed gemutste muts mag meenemen, valt daar misschien over te praten. En maaltijdcheques.