Al meer dan zestig jaar wordt gediscussieerd over het al dan niet bestaan van de beruchte G-spot, een erogene zone in de vagina. Professor Paul Enzlin van het Interfacultair Instituut voor Familiale en Seksuologische Wetenschappen van de KU Leuven is echter formeel: “Er er is nog altijd geen bewijs geleverd dat die ‘plek’ echt bestaat”, zegt hij in de Campuskrant.

De plek werd in 1950 voor het eerst beschreven door de Duitse arts Ernst Gräfenberg, naar wie de G-spot is genoemd. Hij vond bij een paar vrouwen een erogene zone in de vaginale voorwand. “Anatomisch onderzoek en scans konden het bestaan van een duidelijk afgebakende structuur niet aantonen”, stelt Enzlin echter. 

Zoektocht blijft duren

Toch blijven artsen zoeken naar de plek. Zo stelden Italiaanse dokters onlangs nog dat enerzijds de G-spot niet bestaat, maar lanceerden ze wel een nieuw begrip: de clitorethrovaginale zone, die groter zou zijn dan die zogenaamde G-spot. Na een onderzoek met moderne beeldvormingstechnieken besloten ze dat het de baarmoeder, clitoris én urinebuis samen zijn die een vrouw haar hoogtepunt doen beleven. 

In een aflevering van de Amerikaanse talkshow Conan kwam urologe Jennifer Berman, die gespecialiseerd is in seksuele gezondheid en geneeskunde, vooral bij vrouwen, onlangs dan weer de O-spot voorstellen. Dat zou een erogene zone zijn net voorbij de baarmoederhals. In de aflevering toont ze met een opmerkelijke constructie hoe je die zone kan stimuleren “met je hand of met het onderste deel van je genitaliën.” Ze benadrukt nog dat het belangrijk is dat de vrouw al opgewonden is voor je daaraan begint. “Je kan dit gebied niet bereiken door er gewoon in te duiken”, zegt ze.

Clitoris

“Als je zoekt naar het magische knopje voor het vrouwelijk orgasme, zoek dan liever de clitoris”, zegt Enzlin daarentegen. “Met moderne beeldvormingstechnieken hebben wetenschappers zicht gekregen op de interne structuur van de clitoris. Die is veel groter dan het kleine knopje dat aan de buitenkant zichtbaar is: de clitoris loopt verder door in het lichaam en heeft uitlopers naast de vagina.”

De prof verwijst ook graag het onderscheid tussen een vaginaal en clitoraal orgasme naar de prullenmand: “Intern gaat dat over dezelfde zone!”.