Federaal blijft alles muurvast zitten. Bart De Wever (N-VA) bevriest Vlaamse onderhandelingen om federaal iets te forceren, Elio Di Rupo (PS) focust op Wallonië en is niet geïnteresseerd in enig gesprek met de N-VA. Maar de PS-voorzitter speelt met vuur, door geen bruggen te bouwen naar het centrum. Want de N-VA wil wel degelijk terug in een federale regering.
Een rondje blufpoker tussen de grote jongens houdt voorlopig de Wetstraat in haar greep. Niets nieuw onder de zon, zowat elke regeringsvorming gaat door dergelijke fase. Wie daarover begin juli al panikeert, mist een beetje historisch besef over hoe het federale niveau werkt.
Een veel interessantere vraag is wie de bovenhand heeft in het huidige pokerspel: de PS van Elio Di Rupo en z’n chaperon Paul Magnette, of de N-VA van Bart De Wever?
Vlaamse regeringsvorming bevroren
Gisteren deed De Wever de openingszet: geen Vlaamse regering zonder zekerheid over een federale regering. En geen federale regering zonder Vlaamse meerderheid (lees: zonder de N-VA). Meteen zette De Wever zo het mes op de keel van Open Vld en CD&V: zonder mij gebeurt hier niets. Met de Vlaamse regering als pasmunt, maakt de N-VA zo meteen ook bijzonder duidelijk dat ze federaal er erg graag opnieuw bij zijn, en daar veel voor over hebben.
Maar laat ons eerlijk: door de andere Vlaamse partijen afdreigen, win je nog geen pokerspel met de PS. Daar zijn ze niet meteen onder de indruk van een dergelijk dreigement: zij hebben geen enkele last van een blokkering op het niveau van Vlaanderen.
Integendeel: in Franstalig België wordt geamuseerd gereageerd op die Vlaamse impasse. “Toch een beetje vreemd, de N-VA wil normaal altijd tonen dat de gewesten autonoom werken, en het federale niet functioneert. En nu heeft Vlaanderen geen regering en geen onderhandelingen, terwijl Brussel en Wallonië straks misschien wel aantonen dat ze verder kunnen”, zo stelde Veronique Lamquin van Le Soir gisteren in Terzake.
Dat laatste lijkt op z’n zachtst gezegd voluntaristisch. De realiteit is dat de PS in Wallonië verder weg is van de vorming van een stabiele regering dan de N-VA in Vlaanderen. De Wever heeft afgelopen weekend z’n opties herleid tot drie partijen, die ook de kern vormen van zowat elke federale oplossing: Open Vld, CD&V en/of sp.a. Met elk van de voorzitters is in de diepte over een tekst gepraat, en niemand heeft afgehaakt. De zaak staat op ‘pauze’, maar kan elk moment weer in gang worden gezet.
De stand van zaken in Wallonië
In Wallonië ziet het er veel complexer uit. De PS heeft zich vastgezet op een hardnekkig spoor van een minderheidskabinet met Ecolo. Samen komen ze wel drie zetels te kort. Elk gesprek met de MR wordt geweigerd. De hoop leeft bij PS en Ecolo dat ze die drie zetels kunnen losweken bij parlementsleden van het cdH, of godbetert zelfs PTB of de MR. Verschillende personen van andere fracties kregen al een persoonlijk aanbod om over te komen. Maar dat is pure politieke fictie, op die manier raken rood en groen nooit aan een werkbare meerderheid.
Integendeel. Een lawine aan afspraken met het middenveld kan niet verhullen dat de hele constructie niet werkbaar is. Maar binnen de PS is de druk vanuit de socialistische mutualiteiten en zeker de vakbond FGTB, waarvan steeds meer leden bij de PTB zitten, bijzonder groot om toch maar hardnekkig voor een linkse regering te blijven gaan. Wat daarbij opvalt: de strijd binnen de partij gaat misschien niet zozeer tussen Di Rupo en Magnette, maar tussen die verzwakte top en de achterban, de zuilen en de baronieën van de PS.
Want heel dat Waals minderheidsexperiment gaat in tegen de wiskundige logica. En vooral ook tegen de federale logica: het verzwakt de positie van de PS. Want in elk federaal experiment heeft de PS de liberalen van de MR nodig: anders geraken Di Rupo en Magnette nooit aan een meerderheid in de Kamer. Dat weet de PS-top ook.
Maar de partij lijkt niet rijp voor een toenadering tot de MR, nochtans een voorzichtige centrumrechtse partij, nog behoorlijk ver weg van de rechtse en Vlaamse N-VA. Hier en daar wordt gefluisterd dat de PS zeven weken lang wil proberen met Ecolo, voor het dat linkse experiment zou opgeven.
Wie heeft de bovenhand?
Het is dus niet te gek om te stellen dat de PS op dit moment slechtere kaarten heeft dan de N-VA. Alleen draait het bij poker niet alleen over wat je in je handen hebt het gaat ook over bluf. Het grote verschil met Vlaanderen is dat in Wallonië wel een formatie bezig is, dat Di Rupo en co “aan het werk zijn”, “vooruitgang maken”. De Franstalige pers lijkt in dat spelletje ook makkelijk mee te gaan, en het versterkt de PS.
Plus, ze hebben de troefkaart Brussel. Daar is het spel wel al gespeeld en gewonnen door de Franstalige socialisten. PS, Ecolo en DéFI vormen er samen met Groen, sp.a en Open Vld een regering. Na een weekje theater hebben de Vlaamse liberalen hun pro forma verzet tegen onderhandelingen zonder de MR opgegeven. De waarheid is dat de MR in Brussel zonder enige sturing zit, dat zelfs de MR-top in Wallonië niet lijkt aan te dringen op een plekje voor MR in de Brusselse regering. En natuurlijk dat de banden tussen de Open Vld in Brussel en de PS uitstekend zijn. Meer was niet nodig om de sleutels terug aan Rudi Vervoort (PS) te geven.
De vorming van die Brusselse regering geeft de PS zo weer een speelkaart: het argument dat de blokkering alvast niet geldt voor alle deelstaten kan dan worden uitgespeeld. Tijd lijkt dus aan de zijde van de PS, door Brussel en de blufpoker in Wallonië.
N-VA speelt open kaart
De N-VA staat daar tegenover, met een sinds gisteren duidelijke bekentenis: het wil federaal absoluut in de regering. Een scenario waarbij De Wever en co van de Vlaamse regering een ‘Vlaamse burcht’ maken, die het federale niveau tot der dood bekampt, is bijzonder ver weg. Even goed moeten alle eisen rond ‘confederalisme’ dan toch met een stevige korrel zout genomen worden: de eerste eis van de N-VA op dit moment lijkt vooral opnieuw toegang tot de federale cockpit, toegang tot de macht dus, eerder dan het einde van het land.
Daarbij weet men bij de N-VA ook dat de keuze altijd binair is: ofwel sociaal-economisch hervormen, ofwel een staatshervorming doen. De PS lijkt geen van beide te kunnen en willen geven. Druk en vooral tijd kunnen dat mogelijks veranderen, zoals hierboven is omschreven. Maar anders dan in Franstalig België, zullen de Vlaamse pers en opiniemakers ongenadig inhakken op het uitblijven van echte vooruitgang: De Wever heeft geen toneeltje in gang gezet om “aan de slag” te blijven. De tijd is dus niet aan zijn kant.
Overigens heeft De Wever nog één troef op zak, een long shot weliswaar. Want er bestaat wel degelijk een alternatief voor de PS, een federale coalitie zonder de Franstalige socialisten. Maar daarvoor moet ook wel wat water naar de zee vloeien. Alleen, onmogelijk is het niet. De MR, aangevuld met het cdH, kunnen aan Franstalige kant stemmen leveren. Aan Vlaamse kant is dan een volledig kwartet nodig: N-VA, plus Open Vld, CD&V én sp.a. En kijk: laat dat nu net de partijen zijn met wie De Wever ook dit weekend aan tafel zat.