De Russische inval in Oekraïne heeft wel degelijk gevolgen voor de klimaatverandering

Zal de Russische invasie van Oekraïne Europa in de richting van energieonafhankelijkheid en snellere CO2-afbouw duwen? Dat zou wellicht een goeie zaak zijn. Maar het zou tegelijkertijd de enorme hoeveelheid fossiele brandstoffen die de Russen nog van plan zijn te ontginnen wellicht richting Azië duwen. Bovendien zijn er directere gevolgen van de invasie: zo is de volgende klimaattop alweer gedoemd te mislukken door de oorlog.

Op 6 oktober 1973 vielen Egyptische en Syrische strijdkrachten Israël binnen op Jom Kipoer, de heiligste joodse feestdag. Israël kreeg steun vanuit het westen. Dit was dan het moment waarop de Arabische staten het oliewapen inzetten. De Arabische landen verhoogden de olieprijs met 70% en iedere maand zou de olieproductie met 5% worden verlaagd totdat de eisen werden ingewilligd. In de nasleep van deze olieschok begonnen landen als Amerika op zoek te gaan naar energieonafhankelijkheid. In 2022 zullen we wellicht de geschiedenis zien herhalen, terwijl de Russische invasie van Oekraïne zich ontvouwt.

Waarom? Grote Europese landen zoals Duitsland hebben zich tot Russisch gas gewend om de kloof te dichten tussen de afschaffing van kolencentrales, het uitdoven van kernenergie na de ramp in Fukushima en het punt waarop nulemissie van hernieuwbare energiebronnen en opslag als volledige vervanging kunnen fungeren.

Aangezien ongeveer 40% van het gas van de EU uit Rusland komt, zal de invasie de Europese leiders doen focussen op de vraag of ze op deze voorraden nog kunnen en willen vertrouwen in de toekomst. De oorlog in Oekraïne komt bovendien op een moment dat de energieprijzen spectaculair waren gestegen. Om het nog ingewikkelder te maken, kwam de invasie slechts enkele dagen voor een nieuw rapport het Intergouvernementeel Panel voor Klimaatverandering van de VN over regionale klimaateffecten en aanpassing, dat opnieuw vraagt om de inspanningen te verhogen om de schade door door fossiele brandstoffen veroorzaakte klimaatverandering te verminderen.

Dus hoe zal dit uitpakken?

De export van fossiele brandstoffen staat centraal in de Russische economie. Het land met 145 miljoen inwoners is een van ’s werelds grootste energie-exporteurs. Rusland is de grootste exporteur van gas, de op een na grootste van ruwe olie en de op twee na grootste exporteur van kolen.

Maar Rusland is zich terdege bewust van zijn kwetsbaarheid bij de verkoop van fossiele brandstoffen aan Europa, dat zich inzet voor decarbonisatie. De kolenlobby in Rusland is al jaren actief op zoek naar uitbreiding van haar Aziatische markten, vanwege het risico voor de export als gevolg van Europese klimaatgebonden beperkingen.

Terwijl Europa de grootste exportmarkt voor gas blijft, wil Rusland ook hier diversifiëren door de levering aan China te vergroten. In 2019 begon de Power of Siberia-pijpleiding met het transporteren van gas van Siberië rechtstreeks naar China. Slechts enkele weken voor de invasie van Oekraïne kondigde Rusland een deal aan voor een nieuwe pijpleiding naar China.

In het huidige klimaat zullen we waarschijnlijk de beweging van Ruslands fossiele brandstoffen richting Azië zien toenemen. En het probleem is dan dat in veel van die landen de reglementeringen op uitstoot nauwelijks bestaan of nageleefd worden.

Zal dit de verschuiving naar hernieuwbare energie bij ons versnellen?

In januari kondigde de nieuwe Duitse minister van klimaat en economie belangrijke nieuwe maatregelen aan om de vertragende uitrol van hernieuwbare energie en de energie-industrie van zijn land te versnellen met schone energie. De Oekraïne-crisis heeft het potentieel om Europa’s trend naar hernieuwbare energiebronnen nog te versnellen, omdat het zijn afhankelijkheid van Russisch gas zal willen verminderen.

Mogelijk zien we meer inspanningen om over te schakelen op onderling afhankelijke duurzame opwekking van energie, zoals de voorgestelde offshore windparken die bedoeld zijn om door meerdere Europese landen te worden gedeeld. Maar dit is niet gegarandeerd. Op korte termijn is er een enorm risico dat de crisis in Oekraïne de aandacht vestigt op energiezekerheid ten koste van het verminderen van door fossiele brandstof veroorzaakte broeikasgassen.

Mogelijk zien we een terugkeer naar steenkool. Landen als Duitsland kunnen zelfs gedwongen worden om hun nucleaire uitfasering te heroverwegen of uit te stellen. Andere grote exporteurs van fossiele brandstoffen, zoals de VS en Australië, staan ​​al in de rij om eventuele gaten in de Europese markten op te vullen.

Wat betekent dit voor de internationale klimaatinspanningen?

Rusland is nooit een bereidwillige deelnemer geweest aan internationale klimaatonderhandelingen. Maar in de aanloop naar de COP26-klimaatconferentie van Glasgow vorig jaar liet Rusland doorschemeren dat het misschien openstaat voor een serieuzere houding ten aanzien van klimaatactie. Poetin kondigde koolstofneutraliteit aan voor Rusland tegen 2060, en ook de binnenlandse beleidsontwikkelingen van de afgelopen maanden suggereerden dat er een verschuiving gaande was.

De oorlog zal dit uiteraard belemmeren. Elk potentieel voor een grotere klimaatbetrokkenheid met Rusland vóór de volgende grote klimaatbijeenkomst in Egypte later dit jaar is voorlopig van tafel. Dit is een tegenslag voor de internationale klimaatinspanningen, gezien de rol van Rusland als een van de vijf grootste uitstoters van broeikasgassen ter wereld.

Moedwillige vernietiging van het milieu is een oorlogsmisdaad. Maar …

Zowel traditionele oorlogsvoering als cyberoorlogen kunnen aanzienlijk bijdragen aan de klimaatemissies en grote schade aanrichten aan het milieu. Moedwillige vernietiging van het milieu is een oorlogsmisdaad, vergelijkbaar met het richten op de burgerbevolking en de vernietiging van cultureel erfgoed. In 2020 heeft het Rode Kruis richtlijnen uitgevaardigd voor de bescherming van het milieu in oorlogstijd.

Maar er is een zwakke geschiedenis van aansprakelijkheid en dat is een reëel probleem. Het oprichtingsdocument van het Internationaal Strafhof merkt op dat het een oorlogsmisdaad is om opzettelijk “wijdverbreide, langdurige en ernstige schade aan de natuurlijke omgeving” te veroorzaken, ervan uitgaande dat het duidelijk buitensporig was in verhouding tot het behaalde militaire voordeel.

Rusland ondertekende dit document, het statuut van Rome, in 2000, maar ratificeerde nooit de overeenkomst om lid te worden. In 2016 kondigde Rusland aan zich volledig terug te trekken uit het Internationaal Strafhof nadat de rechtbank oordeelde dat de Russische activiteiten op de Krim na de annexatie van die regio in 2014 neerkwamen op een “voortdurende bezetting”.

De internationale gemeenschap heeft ook een historisch akkoord bereikt over de definitie van ecocide in 2021, als “onwettige of moedwillige handelingen gepleegd met de wetenschap dat er een substantiële kans is dat ernstige en wijdverbreide of langdurige schade aan het milieu wordt veroorzaakt door die handelingen”. Dat betekent dat het mogelijk is dat de Russische regering ter verantwoording wordt geroepen voor zowel de ecologische als de humanitaire gevolgen van haar agressie. Maar alweer: de vraag is maar of dat zal gebeuren.

(lb)

Meer
Lees meer...