De schandalen die Boris Johnson en zijn partij achtervolgen

De Conservative Party is al sinds de 17e eeuw een politieke protagonist op de Britse eilanden. Toch weet de partij nog steeds niet goed hoe ze het best schandalen vermijdt. Enkel de afgelopen 11 maanden kwamen maar liefst zeven schandalen aan het licht, waar zowel parlementsleden als de premier bij betrokken waren.

De Britse Conservative Party is al sinds jaar en dag bijna altijd de grootste partij van het land. Als één van de eerste politieke partijen in het land, streed de Tory Party al sinds de 17e eeuw met de Whig Party over het premierschap van het Brits grondgebied. Met Winston Churchill, Margaret Thatcher, David Cameron, Theresa May en nu ook Boris Johnson zijn de Tories niet weg te denken uit de hedendaagse Britse geschiedenis. Die laatste is nu kop van jut in een hele hoop schandalen, terwijl ook voormalig premier Cameron niet vrijuit gaat.

Parlement

De media-aandacht voor de Tory-schandalen bereikte deze week een nieuw hoogtepunt. Parlementslid en oud-minister Owen Paterson zou 100.000 pond per jaar verdienen aan lobbywerk, onder meer namens het medisch bedrijf Randox. Dat bedrijf zou via zijn lobbyen een overheidscontract voor Covid-testen, ter waarde van 133 miljoen pond, kunnen binnenrijven.

Parlementslid Owen Paterson (Foto: Isopix)

De parlementaire integriteitscommissie besloot Paterson te schorsen voor 30 dagen, maar premier Johnson droeg zijn fractie op de schorsing ongedaan te maken, via een stemming in het Lagerhuis. De zaak veroorzaakte zoveel heisa in de media en de politiek dat Paterson een dag later zelf zijn ontslag indiende.

Ook ambtsgenoot Sir Geoffrey Cox raakte deze week in opspraak, nadat bekend werd dat ook hij na de uren bijkluste. Hij werkt als advocaat, en verdedigt onder meer ministers van de Britse Maagdeneilanden, een belastingparadijs in de Caraïben. Het hypocriete is dat Cox die ook verdedigt in rechtszaken tegen het Verenigd Koninkrijk, nota bene het land waarin hij verkozen is en zijn ambt uitvoert. Zijn zes miljoen pond aan salaris (bovenop zijn loon als volksvertegenwoordiger) lijkt echter de reden om door te zetten.

Ministers

Naast parlementsleden kwamen ook ministers en oud-ministers in opspraak. Minister voor Binnenlandse Zaken Priti Patel zou haar personeel buiten pesten. Verschillende andere ministers schonden dan weer de coronamaatregelen. Matt Hancock bijvoorbeeld, bij het met de voeten treden van de coronaregels nota bene nog staatssecretaris voor Volksgezondheid. Eerst zou hij na de avondklok om 22u. nog een avondje zijn gaan doorzakken in de Smoking Room bar van het Lagerhuis. Dan bleek op foto’s dat hij zonder mondmasker achterin de auto bij zijn chauffeur zat. Het was echter het overtreden van de social distancing-regels dat hem de das omdeed.

Op 25 juni 2021 publiceerde The Sun foto’s van Hancock, inning kussend met Gina Coladangelo, adviseur bij het departement Gezondheid en Sociale Zorg. Het koppel was vereeuwigd door een verborgen camera in een rookmelder in het kantoor van Coladangelo. Opnieuw nam Johnson zijn minister snel in bescherming. Die had zich verontschuldigd, en daarmee was de kous af voor de premier. Dat standpunt bleek echter onhoudbaar, en Hancock diende een dag later alsnog zijn ontslag in.

Minister voor Gezondheid Matt Hancock met Gina Coladangelo (Foto: Isopix)

Ex-premiers

Ook premiers raken wel eens verzeild in een belangenconflictje of wagen zich aan wat lobbywerk. Zo ook David Cameron, ooit premier tussen 2010 en 2016, en recent lobbyist voor de financiële dienstverlener Greensill Capital. Dat oprichter Lex Greensill in het verleden adviseur was voor de premier, en zelfs een bureautje had in diens kabinet, mag hierin niet ontbreken.

Als wederdienst besluit Cameron in 2018 te gaan lobbyen voor het bedrijf. Zo gaat hij langs bij Rishi Sunak, Chancellor of the Exchequer, de minister die verantwoordelijk is voor alle financiële en economische zaken. Daar probeerde hij de regels voor coronasteun aan bedrijven te laten herzien, waardoor het noodlijdende Greensill Capital hier ook aanspraak op maakte. Sunak besluit echter de deal af te houden. Ook de Duitse staatssecretaris Jörg Kukies besluit de boot af te houden.

Ook Tom Scholar en Charles Roxburg, de Permanent Secretary of Her Majesty’s Treasury en diens adjudant (bevoegd voor de Britse schatkist), werden tientallen keren gecontacteerd door de ex-premier. Uiteindelijk wordt een grote vis aan de haak geslagen: de British Business Bank (een staatsbedrijf) hapt toe. Greensill Capital krijgt zo’n 350 miljoen euro, dat het integraal uitleent aan zes bedrijven gelieerd aan de Indiase staalmagnaat Sanjeev Gupta. Een schimmige constructie, die door een Brits parlementair zelfs ‘Ponzi-fraude’ wordt genoemd. Duidelijk is dat de Britse belastingbetaler dit geld niet snel zal terugzien.

Wat Greensill Capital zelf betreft: het bedrijf had die extra fondsen nodig om te kunnen overleven, iets wat hun uiteindelijk toch niet lukte. In maart 2021 deed het bedrijf de boeken toe. Cameron zelf kon alvast jaarlijks 850.000 euro op zijn bankrekening bijschrijven, aangevuld met een bonus van 600.000 euro in 2019. Ook de verkoop van enkele aandelen, uit een totaalportefeuille met een waarde van meer dan 50 miljoen euro, zal hem geen windeieren hebben gelegd.

De premier zelf

Ook Johnson zelf gaat niet vrijuit in de schandalen. Zo startte de parlementaire onderzoekscommissie een onderzoek naar de vakantie van de premier. Die zou genoten hebben van een gratis herfstvakantie in de Spaanse villa van Lord Peter Goldsmith, lid van het Britse Hogerhuis. Ook zou een partijdonateur betaald hebben voor Johnsons renovatie van zijn ambtswoning op Downing Street 10.

Die donateurs spelen naast de rol van zijn persoonlijke geldschieters ook een belangrijke rol binnen de partij. Verschillende rijke ondernemers zouden ten minste drie miljoen pond hebben geschonken aan de Conservative Party, om in ruil een zitje te krijgen in het House of Lords. Al 16 donateurs konden zo een zeteltje krijgen. Ook Paterson zou in dat Hogerhuis kunnen belanden: Johnson bekijkt de mogelijkheid om zijn trouwe Brexit-luitenant een adellijke titel te verschaffen, net nu diens integriteit in vraag wordt gesteld.

Premier Boris Johnson op de COP26-klimaattop in Glasgow (Foto: Isopix)

Johnson is meer bezig met loyaliteit dan met moraliteit, opperen critici. De nood om mensen rond zich te steunen en te bedanken, is hoog. Die mogelijke adellijke titel voor Owen Paterson, het parlementslid dat aan zijn zijde staat in het Brexit-dossier; en ook een man die twee jaar geleden zijn vrouw onverwacht verloor aan zelfmoord, kan als wederdienst worden gezien.

Duidelijk is dat hij zelf niet al te veel belang hecht aan alle ophef. Zo werd er naar aanleiding van de zaak-Paterson een spoeddebat belegd over ethiek van parlementsleden in het Lagerhuis. Johnson zelf niet aanwezig bij het debat: hij was op ziekenhuisbezoek in Noord-Engeland. De vaccinatiestrategie in het VK is iets wat voorlopig wel goed loopt, en Johnson doet er dan ook alles aan om dit meer media-aandacht te geven dan alle schandalen binnen zijn partij.

(lb)

Meer
Lees meer...