In het kort
- Het H100-project in de Schotse regio East Fife omvat drie demonstratiewoningen die de mogelijkheden van waterstof voor verwarming en koken tonen.
- Waterstof wordt gezien als een belangrijke speler in het koolstofvrij maken van de verwarmingssector, maar de overgang verloopt traag.
- Groene waterstof, geproduceerd met hernieuwbare energie, is de meest duurzame optie, maar heeft nog een beperkt aandeel in de totale productie.
Een nieuw tijdperk van schone energie begint in Europa, met waterstofwoningen als voortrekker. In de Schotse regio East Fife is onlangs een mijlpaal bereikt met de onthulling van de eerste waterstofwoningen op buurtschaal. Deze drie demonstratiewoningen maken deel uit van het H100-project. Ze laten zien hoe waterstof kan worden gebruikt voor verwarming en koken. Het doel is om dit model de komende maanden uit te breiden naar 300 woningen.
Waterstof wordt steeds vaker genoemd als een belangrijke oplossing voor het koolstofvrij maken van de verwarmingssector. Deze sector is verantwoordelijk voor een groot deel van de uitstoot van broeikasgassen. De overstap naar waterstof vereist echter nieuwe apparaten, zoals fornuizen en boilers. Bosch heeft bijvoorbeeld een innovatieve waterstofkookplaat ontwikkeld met een “onzichtbare vlam”. Deze wordt momenteel getest in de huizen in Fife.
De wereldwijde drang naar waterstofverwarming
Ondanks de groeiende aandacht voor schonere energiebronnen blijft de overgang naar waterstofverwarming beperkt. Het REPowerEU-plan van de EU mikt op 20 miljoen ton hernieuwbare waterstofproductie en -import tegen 2030. Toch staan projecten op huishoudelijk niveau nog in de kinderschoenen. Italië liep voorop met de voltooiing van Europa’s eerste waterstofhuis in 2022. Dit huis gebruikt waterstof niet alleen voor verwarming, maar ook voor elektriciteitsopwekking. In Nederland zijn verschillende proefprojecten gestart, waarbij huizen in Lochem, Wagenborgen en Hoogeveen zijn aangesloten op waterstofnetwerken. In Helsinki wordt de 3H2 Hydrogen Hub gebouwd. Deze hub moet groene waterstof produceren voor vrachtwagens, terwijl overtollige warmte wordt gebruikt voor lokale woningen.
De uitdagingen van groene waterstofproductie
Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen verschillende soorten waterstof. Hoewel de verbranding van waterstof geen CO₂ uitstoot, hangt de milieuwinst af van de productiemethode. Traditionele waterstofproductie is vaak gebaseerd op fossiele brandstoffen, wat de voordelen tenietdoet. Groene waterstof, geproduceerd via elektrolyse met hernieuwbare energie, is de meest duurzame optie. Toch maakt deze vorm momenteel slechts een klein deel uit van de totale productie. Voor grootschalige groene waterstofproductie zijn aanzienlijke investeringen in hernieuwbare energie-infrastructuur nodig.
Het H100 Fife-project gebruikt hernieuwbare elektriciteit van een offshore windmolenpark om waterstof te produceren. Dit toont een mogelijke route naar duurzame implementatie. Toch wijst onderzoek uit dat waterstofverwarming mogelijk minder kosteneffectief of efficiënt is dan alternatieven zoals warmtepompen en thermische zonne-energiesystemen. Sommige experts waarschuwen ook voor gezondheids- en veiligheidsrisico’s bij het verbranden van waterstof in woningen. Zij pleiten voor elektrificatie als de belangrijkste route naar een koolstofvrije energiesector.