Malcolm Young, slaggitarist en medeoprichter van AC/DC, is gisteren overleden aan de gevolgen van dementie. Hij werd 64 jaar en stond bekend als één van de beste ritmegitaristen uit de rock ’n roll. Maar wie was deze mysterieuze muzikant, die steeds maar al te graag een stapje opzij zette voor zijn jongere broer Angus in het schooluniform?
Malcolm Young overleed gisteren aan de gevolgen van dementie. Hij was niet alleen de slaggitarist van de band, maar heeft ook tal van AC/DC-klassiekers geschreven. Malcolm stond bekend als de stillere, ingetogen broer van solist Angus Young (de schooluniformgitarist), maar hij was veel meer dan dat.
Malcolm was de visionair die het concept van AC/DC vanaf het begin van de band in 1973 voor ogen had. Hun mission statement: aanstekelijke, onverbloemde rock ’n roll met een harde gitaarsound en een knipoog naar de pioniers, waaronder Chuck Berry, Muddy Waters, de Stones en The Easybeats. In die laatste, Australische band speelde de oudere broer van Malcolm en Angus, George Young. Hij lanceerde zijn jongere broers in het Australische pubcircuit en AC/DC was geboren. Met George aan de knoppen bracht de groep haar eerste drie platen uit: ‘High Voltage’ (1975), ‘T.N.T.’ (1975) en ‘Dirty Deeds Done Dirt Cheap’ (1976). Met ‘Let There Be Rock’ (1977) brak AC/DC internationaal uit en in de drie jaren daarna producete de groep drie van de beste hardrockplaten allertijden: ‘Powerage’ (1978), ‘Highway to Hell’ (1979) en ‘Back in Black’ (1980).
“Rock ’n roll, geen rock”
En Malcolm Young zat mee aan het stuur van de AC/DC-machine. Hij benadrukte ook steeds dat hij rock ’n roll speelde en geen rock. Toen een interviewer hem durfde te vragen wat het verschil is, antwoordde hij dat “rockgroepen niet echt swingen. Rock’n roll heeft de swing. Veel rockgroepen begrijpen dat gevoel niet.”
Dat AC/DC kon swingen, is een understatement. De mannen moesten hun ‘dansbaarheid’ vooral hebben van de gitaar van Malcolm. Met zijn gigantische Gretsch Jet Firebird-jazzgitaar met dikke snaren en een smakelijk overdrivegeluid, produceerde Malcolm vindingrijke riffs, die soms offbeat waren, maar menig heup deden schudden. Zijn sterktepunt: hij liet de muziek ademen, had geen schrik om stiltes in zijn muziek in te lassen en liet op tijd en stond zijn bombastische akkoorden uitfaden. Dat was de fundering van AC/DC. De virtuoze solo’s van broertje Angus daarbovenop en het gegil van Bon Scott en later Brian Jones waren de respectievelijke slagroom en kers.
Skills én goeie songs
Geen muziekcriticus trouwens die er aan twijfelt dat Malcolm Young verstand had van songwriting. De bekendste hits van zijn hand: Dirty Deeds Done Dirt Cheap, Let There Be Rock, Whole Lotta Rosie, Highway to Hell, Back In Black, You Shook Me All Night Long en For Those About to Rock (We Salute You). Het was net de combinatie van inventieve songwriting en meesterlijke beheersing van het instrument, dat AC/DC zo fantastisch maakte.
En dat was geen lachertje in de jaren 70, want tot de uitbraak van de punk leek het er even op alsof alles wat je met een gitaar kan doen, al gedaan was door andere groepen. Sinds de release van ‘Powerage’ (1978) was er nog maar weinig blues in de muziek van AC/DC te bespeuren. Iedereen die hen sindsdien probeerde te imiteren, ging op zijn bek. Luister maar naar ‘Electric’ van The Cult of ‘Runnin Wild’ van Airbourne. Aanstekelijke melodietjes maar de feeling ontbreekt daar gewoon. De reden: AC/DC-liedjes bestaan niet gewoon uit akkoorden en refreinen, maar ze zitten vol trucjes en variaties. Denk maar aan de lange pauze tussen de akkoorden tijdens Highway to Hell of de aanstekelijke treuzel tijdens Back in Black. Malcolm Young was beslist een man met visie, die door de jaren heen een stijl kweekte die haast onmogelijk na bootsen te viel. Rock in Peace!