Stijn Meuris start Tirade 2.017: “Ik haal geen plezier uit het aanvallen van Joke Schauvliege, ik heb er bijna spijt van”

Vorig jaar stapte Stijn Meuris het podium op met Tirade, een soort van politiek jaaroverzicht in een verhaal gegoten. Iets tussen fictie en non-fictie in. Over politiek dan nog. Dat werkte en dus richt Stijn Meuris zich dezer dagen op deel twee van zijn drieledig plan. Dat heeft de titel Tirade 2.017 meegekregen.

In het aankondigende YouTube-filmpje noemt Meuris ons landje “een bron van vermaak en ergernis.” Dat zijn dan meteen ook de twee voornaamste elementen van een Tirade-voorstelling. De try-outs zijn voorbij en dus begint nu het echte werk. 24 voorstellingen staan er momenteel op de kalender, te beginnen in de Cultuurfabriek van Damme.

Stijn Meuris: Bij de vorige Tirade had ik het voordeel van de onbezonnenheid, ik was een debutant op leeftijd, wist eigenlijk helemaal niet waar ik aan begon. Ik weet niet of je het nog herinnert, maar we zijn toen heel bescheiden begonnen met vier shows. Dat werden er snel veertien. Nu zijn het er al veel meer om te beginnen dus we nemen eigenlijk opnieuw een risico. Want vorig jaar was er de aantrekking van het onbekende, dat voordeel zijn we nu kwijt.

Absurditeit van de realiteit

Je hebt al een twintigtal try-outs gedaan, bij mensen thuis. Hoe try-out waren die nog?

Meuris: Meer try-out dan dat kan je je niet voorstellen. Ik speel die voor 40 à 50 mensen. Ik bel daar dan aan, helemaal alleen, met mijn micro en mijn versterkertje. Je moet weten: ik ben een groep gewend. Mijn try-out is normaal gezien onze repetitie. Met vijf in het repetitiehok, elkaars publiek. Dat ik dat nu moest opentrekken: daar moest ik best wel een drempel voor over in het begin.

Ik ga heel eerlijk zijn: drie van die try-outs waren niet goed. Tirade kan echt wel fout lopen. Ik heb voor een publiek van jonge dertigers gespeeld, bijvoorbeeld, en bij hen hing er heel hard de vraag “Mag je dit wel allemaal zeggen?” En die durfden niet lachen. Ze checkten hun lach af aan hun buurman. En daarom is een volle Roma makkelijker. Je kan daar verdwijnen in de anonimiteit.

Het is soms moeilijk uit te leggen dat wie er daar op het podium staat 90% ik is. Géén 100%. In een roman of een film weet iedereen: dit is niet echt. Het is een personage. Maar doe hetzelfde met een microfoon op een podium, met jouw hoofd en jouw naam en mensen zijn in de war.

Nog anders dan anders: je gaat niet op het podium staan met moppen.

Meuris: Na die try-outs praat je na, zo gaat dat, en zo halverwege zei iemand me: “Je hebt geen enkele mop verteld.” Ik was even gechoqueerd en ik vroeg “Hoe, je hebt niet gelachen?” en dan zei die man “Jawel, ik heb enorm gelachen. Maar je hebt geen mop verteld.”

Kijk, dat is goed. Maar als je voor een publiek komt te staan dat mop na mop na mop verwacht, dan loopt het fout. Tirade mag plezant zijn, maar mag ook best confronterend zijn. Het is het verhaal van de politiek van het afgelopen jaar, wat aangedikt met een bepaalde energie en een tempo. En dan heb je geen gefabriceerde moppen nodig.

Het gaat eigenlijk om de absurditeit van de realiteit.

Meuris: Ik durf het zo niet zeggen, maar eigenlijk klopt het wel: soms is de werkelijkheid grappiger dan wat je zelf ook maar zou kunnen verzinnen. Herinner je je nog die persconferentie in Leuven, tegen het stelen van fietsen? De promotie van nieuwe fietsrekken waaruit je onmogelijk nog een fiets zou kunnen stelen. Wat gebeurt er? Ben Weyts zijn fiets wordt live en ter plekke gestolen. (lacht) Kijk, als je dat verzonnen zou hebben zou iedereen dat onnozel vinden en makkelijk. Maar het is écht en daarom kan het.

Zo zitten er meer anekdotes in. En vlak voor de pointes zie je de mensen naar elkaar kijken omdat ze weten wat er gaat komen. En dan, bij de ontknoping, komt die bevrijdende lach. Eigenlijk doe ik niet zo veel meer dan nieuws in herinnering brengen bij de mensen. Ik fris het even op.

Niks nieuws

Ter voorbereiding van dit interview was ik even bij mezelf aan het nagaan waar ik me dit jaar zoal aan geërgerd had. Alles wat ik me nog herinnerde was nieuws van de voorbije weken.

Meuris: Ja, het is onvoorstelbaar hoeveel we vergeten. We hebben nog iets meer dan een maand te gaan nu, maar eigenlijk zijn we de schandalen rond SamuSocial en Publifin, al vergeten. En daar dient Tirade ook een beetje voor. Ik vertel niks nieuws. Het zou bijna een ondertitel kunnen zijn.

De twee gradaties die Tirade in zich zou moeten hebben is enerzijds het opwekken van herinnering en verbazing. En anderzijds: verontwaardiging, kwaadheid. Meer wil ik er echt niet mee bereiken.

Veel mensen zijn tegenwoordig afgestompt door de voortdurende stroom aan nieuws. Het stopt letterlijk nooit.

Meuris: Ik ben ook afgestompt. Maar net dan heb je iemand nodig die eens gaat proberen om linken te leggen. Aan de andere kant vraag ik mezelf af: waarom doe ik het mezelf aan? Want het is best vermoeiend.

In een vorig gesprek zei je mij ontgoocheld te zijn in alle politieke partijen. En toch heb je tot op heden een linkse stempel in de ogen van veel mensen.

Meuris: Eerlijk: ik begrijp niet hoe ik daar aan kom. Ik ben niet links. En ook niet rechts, en ook niet midden. De reden voor die stempel zie ik niet. Ik kan me inbeelden dat ik 15 à 20 jaar geleden aan de linkerkant van het spectrum stond, maar terwijl ik het zeg ben ik daar heel voorzichtig mee. Ik geef eerlijk toe: toen Stevaert opkwam, was ik helemaal mee, maar dat had meer met de figuur Stevaert te maken. En iederéén was toen ook mee.

Er zijn elementen van heel veel ideologieën die ik incorporeer en daar zitten ook rechtse elementen bij, als we zelfs nog weten wat dat is. De rellen na de voetbalmatch onlangs in Brussel willen begrijpen als een uiting van opgekropte woede, is dat links? En is dat dan goed? Mobiliteit is een ander voorbeeld. Het is geen links-rechts thema, maar het wordt er wel tot verengd. Ik begrijp dit allemaal niet meer. Ik mis de transparante doorzichtige partij.

Een beetje medelijden met Joke Schauvliege

Volgens mij heeft het te maken met het feit dat je nu op een podium kruipt, op een moment dat N-VA aan de macht is, waardoor je ook automatisch, denk ik, meer figuren uit die partij gaat aanvallen. Omdat voornamelijk zij nu het nieuws maken.

Meuris: Als je puur gaat tellen per partij, dan is het merendeel N-VA, dat is waar. Ik moet nu ook wel zeggen: ze hebben daar ook de meest dankbare figuren voor. Liesbeth Homans, Geert Bourgeois, Ben Weyts, Theo Francken: ze hebben het personeel om er in deze context iets mee te doen. Een gedeelte gaat ook over Kris Peeters. Een gedeelte gaat – opnieuw, en ik heb er bijna spijt van – toch ook weer over Joke Schauvliege. Er is iets met die vrouw, ik heb er zelfs een beetje medelijden mee. Ik val ze opnieuw nogal hard aan en het doet me geen plezier.

Je zou dan ook kunnen zeggen: ik doe het niet.

Meuris: Da’s een heel goeie opmerking en ik heb dat ook lang gedacht. Maar toen kwam de Boskaart. En dan kan je niet meer anders. (lacht) Laat ons ook heel eerlijk zijn: dit is ook zo klein. Who the fuck am I? Ik vind dat ze een stuitend gebrek aan ideeën en visie heeft. Het niet eens zijn met een politicus, daar dient democratie voor. Ik kan zeggen dat ik het niet eens ben met een idee, maar dat het wel goed vertolkt is. In haar geval kan ik dat niet.

Voor we het vergeten: het centrale thema in de voorstelling is communicatie.

Meuris: Ja, hoe communiceren zij als politici tegenover ons en wijken zij daardoor af van hoe wij zijn? Wij Belgen zijn allemaal slecht in communicatie. We kunnen dat nu eenmaal niet zo goed. Puur mathematisch is het ook niet meer dan logisch dat er geen busladingen briljante politici in België zijn. Dat kan niet als je in totaal maar met 11 miljoen bent.

We moeten het dus doen met wat we hebben en in ons geval is dat redelijk mager. Dat wil niet zeggen dat je geen goeie dingen kan doen. Met een middelmatige voetbalploeg kan je ver raken. Als je goed samenspeelt of heel erg gemotiveerd bent. Als je een trainer met visie hebt. Of als de supporters je dragen. Maar ook hier: driewerf helaas.

Ik vrees dat de modale Belg niet eerlijk en oprecht zijn verhaal kan vertellen. We voelen ons allemaal een beetje ongemakkelijk in sociale situaties. Misschien is het dan wel goed dat we er iemand is die de richting aanwijst. De leider die we allemaal kunnen volgen. Alleen: ik zie die niet.

Waarom ik?

Heb je een plakboek? Want je moet het wel bijhouden hé.

Meuris: Ja, ik heb een plakboek, maar niet letterlijk. Ik maak notities in m’n gsm. Dus: als ik die kwijt ben, heb ik een probleem. (lacht) Ik heb het afgeleerd om alles te volgen. Je hebt veel input nodig om te kiezen, maar alles volgen en alles bijhouden: dat werkt niet.

De rode draad is tamelijk duidelijk, die vind je wel. Je moet het maar eens proberen met het woord “liegen”. Je kan er meteen Liesbeth Homans onder catalogiseren die begin dit jaar ergens in een interview zei dat ze de huurder beter zou willen gaan beschermen. En vervolgens de huurwaarborg optrekt van twee naar drie maanden.

Zuhal Demir die doodleuk zegt dat het niet zal lukken om de uitkeringen tot aan de armoedegrens op te trekken.

Meuris: Terwijl dat haar functie is! Ook eentje die mooi in beeld komt in de show, trouwens. Van Overveldt is er nog zo eentje: helemaal niks doet die tegen fiscale fraude! En het lijkt wel doelbewust. Die man alleen al, daar kan je acht uur over praten. Maar ik herhaal: waarom moet ik dit doen?

Je hebt het wel jezelf aangedaan.

Meuris: Het is de aard van het beestje, vrees ik. Kijk, heel veel mensen hebben goeie ideeën. Vertellen die op café of aan de telefoon, of thuis. En dan gebeurt er iets wonderlijks: die goeie ideeën worden niet waargemaakt. Geen tijd. Of geen goesting. Bij mij is die buffer weg.

Nog geen Aleppo

Als je naar het nieuws kijkt is het vaak slecht nieuws. Er is ook maar weinig ruimte in kranten of in een nieuwsuitzending voor dingen die goed gaan. Zijn er ook dingen aan ons land waar we trots op kunnen zijn?

Meuris: De compromiscultuur! Een heel mooi voorbeeld dit jaar was de oplossing voor de nachtvluchten die er na 20 jaar discussie plots was: er zou effectief beboet gaan worden. MAAR, volgde er, “We gaan die boetes niet innen” om zo nog tijd te kopen om tot een structurele oplossing te kunnen komen, eventueel. Waarna Geert Bourgeouis trouwens nog reageerde met “Dit is geen ideale situatie.”

Is dat iets typisch Belgisch?

Meuris: Ik denk het wel. Maar ik begrijp je vraag echt wel. Er zijn ook goeie dingen: we slaan elkaar vooralsnog de kop niet in. De frigo zit nog vol, vooralsnog. En België is nog geen Aleppo. Wie ben ik dan om me vrolijk te maken over hoe slecht het gaat? Maar ik voel wel dat we er niet op vooruit aan het gaan zijn.

Alle tourdata van Tirade 2.017 (tussen 19 november en 2 februari) kan je hier vinden.