De IJslandse president Gudni Jóhannesson heeft de leidster van de IJslandse Piratenpartij opdracht gegeven om een kabinet te vormen met Birgitta Jónsdóttir zelf als premier.
De Piraten zullen proberen een regering te vormen met de Sociaaldemocraten (Samfylkingin), de Groenen (Vinstrihreyfingin – Grænt framboð), de Toekomstpartij (Björt framtíð) en de Regeneratiepartij (Viðreisn).
Samen hebben ze 34 zetels, terwijl er 32 nodig zijn voor een meerderheid. De centrumrechtse Onafhankelijkheidspartij (Sjálfstæðisflokkurinn) en de liberale Progressieve Partij (Framsóknarflokkurinn) vallen uit de boot. Zij hebben samen 29 zetels.
Derde poging
Na de verkiezingen probeerden zowel conservatieve partijleider Bjarni Benediktsson van de Onafhankelijkspartij als groen-links van Katrín Jakobsdóttir al een regering te vormen.
De eerste poging, om een rechts blok te vormen met de Toekomstpartij (Björt framtíð) en de Regeneratiepartij (Viðreisn) liep mis. Er bleken geen gezamenlijke standpunten te zijn over de rol van IJsland ten opzichte van de EU, maar ook, en da’s essentieel in IJsland, over het visserijbeleid.
Daarna probeerden de Groenen een entente te vinden met de Onafhankelijkspartij, maar het water tussen die twee bleek al snel te diep.