Je lijf dat niet overeen komt met hoe je je echt voelt: transgender zijn staat al lang in alle medische handboeken bij de psychische ziektes. Niet meer nodig, zegt de wereldgezondheidsorganisatie, patiënten zijn er beter bij gebaat als ze niet meer als dusdanig geclassificeerd worden.

Nadat België er al voor zorgde dat transgenders het juiste geslacht in het bevolkingsregister (en op hun identiteitskaart) kunnen laten zetten zonder zware operaties, zijn ze ook bij de WHO wakker geschoten. De World Health Organization is namelijk tot de conclusie gekomen dat transgender zijn geen psychische ziekte is en dus niet meer zo geclassificeerd moet worden.

Trans is geen ziekte

Daarmee volgt de WHO het advies van psycholoog Geoffrey Reed . Hij raadde de WHO in 2016 aan om genderqueer-identiteiten uit het gedeelte ‘gedragsstoornissen’ van hun codeboek te halen. De WHO heeft een internationale codificering voor verschillende ziektes, de International Classification of Diseases, met daarin verschillende categorieën. Transgender zijn, wordt daar nu dus uitgehaald.

Dat wil niet zeggen dat transgenders volledig van de radar verdwijnen voor de WHO. Hoewel de declassificatie een signaal is naar landen waar transgender zijn nog niet aanvaard wordt, hebben transgenders wel meer risico op, bijvoorbeeld, HIV. Daar is de WHO zich bewust van en dus moet er nog steeds gewerkt worden aan sensibilisering. In sommige landen is transgender zijn en daarvoor uitkomen, zo gevaarlijk dat de toegang tot medische zorg wordt belemmerd.

HIV bij transvrouwen

Wereldwijd hebben transvrouwen 49 keer zoveel kans op een HIV-besmetting dan andere vrouwen van volwassen leeftijd. In sommige landen loopt dat op tot 19% van de transgenderpopulatie. Voor transmannen zijn er, interessant genoeg, geen gegevens over verspreiding van HIV. Door transgenders uit het hoekje van de mentale stoornissen te halen, hoopt de WHO het taboe gedeeltelijk te doorbreken, zodat toegang tot gezondheidszorg net makkelijker wordt.