Deze week leerden we dat de Belgische vrouwen op weg zijn om de dikste ter wereld te worden tegen 2030 en dat overgewicht een bijzonder groot probleem aan het worden is in Europa tout court. Frankrijk scoorde opmerkelijk goed: de madammen daar zullen over 15 jaar pas 28ste staan in de Europese Fat League en ook de heren doen het uitstekend met een 26ste plaats. Hoe kan dat? Ze doen niks anders dan eten, wijn drinken en er is geen land in de Westerse wereld waar minder aan fitness wordt gedaan. Wat is het geheim? Vooral opvoeding blijkbaar.
Alles wat we denken te weten over gezond leven lijkt op het eerste gezicht door de Fransen in de wind geslagen. De gemiddelde Fransman eet bijvoorbeeld dagelijks 108 gram dierlijk vet, terwijl zelfs de Amerikanen maar aan 72 gram komen. Fransen eten vier keer meer boter dan ons, 60 procent meer kaas en drie keer meer varkensvlees. En ’t is niet dat ze meer aan sport doen of zo. Integendeel, het aantal Fransen die bewust aan sport doen voor hun gezondheid, ligt drie keer lager dan in bijvoorbeeld Vlaanderen.
Een Frans kind zit gemiddeld een uur langer per dag aan tafel dan een Vlaams
We hebben het hier over een land dat voormalig president Sarkozy neersabelde omdat hij ging joggen, iets wat “toch geen zicht is, met die vreselijke kleurrijke sportkledij en al dat zweet voor een president”. Een land, waar parkeren op veel plaatsen twee uur gratis is tijdens de lunch. Een Frans kind zit gemiddeld een uur langer per dag aan tafel dan een Vlaams. Nochtans zijn er volgens de jongste cijfers bijna drie keer meer zwaarlijvige kinderen bij ons. In Frankrijk neemt het aantal kinderen met overgewicht amper toe.
Een volwassen Fransman spendeert twee keer meer tijd aan eten dan een Vlaming (of een ander Noord-Europees volk wat dat betreft). Een andere studie, gedaan in vier landen (België, Frankrijk, Japan en de VS) toont dat de Fransen vreemd genoeg zich ook het minst bewust waren van welk voedsel slecht is voor je gezondheid. Terwijl de andere landen systematisch plaatjes van calorierijk eten tagden met “ongezond” of “te veel calorieën” bleek bij de Fransen dat schuldgevoel amper te bestaan.
De clou hier is: dat betekent niet dat de Fransen niks van eten kennen. Integendeel. Er is al op verschillende manieren geprobeerd om uit te leggen hoe dat komt. Kleinere porties bijvoorbeeld. Minder snacken tussendoor. Rode wijn. En een aantal daarvan zijn zeker juist, maar zeker niet de essentie van de zaak, en dat is deze: de Fransen hebben respect voor eten, en mensen die eten respecteren, steken minder rommel in hun mond.
Maar, we waren nog niet klaar. In geen enkel ander Europees land worden er minder light, diet of zero-producten verkocht dan in Frankrijk. Magere melk wordt er als iets misdadig beschouwd. We hebben jaren met hen gelachen omdat ze zo moeilijk deden over de komst van dingen als McDonald’s (nu, die zijn er ondertussen wel gekomen). Of omdat ze bijvoorbeeld Redbull en dat soort dingen aan banden willen leggen. Achterlijk volkske, niet?
Of dikke luiaards, want, als we het hebben over Fransen en werken, dan komt dat altijd snel naar boven, dat ze urenlang ’s middags zitten vreten. “Ge moet die niet proberen bellen onder de middag, ze pakken nooit op …” en “als ze een tafel zien staan waar ze kunnen aan eten, dan krijgt ge niks meer gedaan”.
Het begint op school
Ze leren ze dat bovendien van kindsbeen af. Schoollunches in Franse scholen zijn doorgaans echt wel serieuze affaires. Drie gangen. Soms zelfs vier. Kost de ouders ongeveer 2,60 euro, maar zoals je op de chart onderaan ziet, je krijgt dan ook wel echt eten. Kiezen is er niet echt bij, en, in Frankrijk (en andere landen in ’t Zuiden), wordt ook gewoon verwacht dat kinderen hetzelfde eten als hun ouders. Fransen leren zo vanaf een erg jonge leeftijd zowat alle gekookte en rauwe groenten eten, leren vlees met beentjes en vis met graten eten, en dingen als blauwe schimmelkaas.
Ze worden ook vanaf heel jonge leeftijd, zelfs wanneer dat thuis niet gebeurt, geconfronteerd met het feit dat eten iets is dat je klaarmaakt. “En die kinderen eten dat niet alleen op, ze vinden het nog lekker ook”, hoorden we onlangs nog van een expat-mama. Het Franse ministerie van Onderwijs heeft ook een speciale afdeling die gaat over wat en wat niet geserveerd mag worden. Gefrituurde dingen: één keer per week max. Ketchup: één keer per week. Cola’s en limonades of suikermelkdrankjes: water zal ook wel goed zijn. Fast food en processed food zijn uit den boze.
De Fransen zijn ervan overtuigd dat je kinderen goed moet leren eten, en dat dat net zo belangrijk is als ze leren lezen. Thuis worden kinderen daar doorgaans ook veel meer mee geconfronteerd dan bij ons. Je bent geen goeie mama of papa als je tenminste niet probeert om elke dag echt iets te koken redeneren de meeste Fransen.
Franse kinderen snoepen ook veel minder dan kinderen bij ons – wat overigens niet betekent dat ze niet zouden snoepen, maar als je drie keer per dag echt goed eet aan tafel, dan heb je geen tussendoortjes nodig staat in een richtlijn van het ministerie van Onderwijs. (En dat lees je goed: niet het ministerie van Gezondheid, maar dat van Onderwijs)
Zeven keer proeven = lusten
Ze zijn daar zo mee bezig dat ze bijvoorbeeld uitgedokterd hebben dat kleine kinderen doorgaans na zeven keer proeven iets zonder problemen gaan eten. Het komt er dus gewoon op aan om een beetje vol te houden. En dan krijg je kinderen van tien jaar die mosselen en sardienen lusten, broccoli en spruitjes eten, sla en uien lusten en niet beginnen janken als ze lever, inktvis of slakken krijgen voorgeschoteld.
Het wil allemaal niet zeggen dat het perfect is in Frankrijk, maar, ze zijn er wel mee bezig, en het levert duidelijk resultaat op. Het tegenhouden van fast food en welke industriële suikerbommen dan ook in een geglobaliseerde wereld is moeilijk, dat beseffen de Fransen maar al te goed, maar dat betekent niet dat je je er niet moet tegen verzetten. En, het blijven uiteindelijk Fransen, als ze in iets goed zijn dan is het de keikop uithangen.
Niet alleen zoveel mogelijk gevarieerd, echt en vers eten leren eten helpt. Ook de tijd die je er aan spendeert en de routine waarmee je dat doet. Uit alle onderzoeken blijkt dat wanneer je echt de tijd neemt om te eten en het consequent doet, dat dat een gunstig effect heeft op je lijn. Tafelen als cultuur, daar kennen we bij ons ook wel iets van, het is echter niet echt iets voor elke dag.
Een beetje respect helpt
Maar, zal je zeggen, de dingen die ze eten, van vette kaas tot rood vlees en al die boter, daarvan weten we toch dat het ongezond is? Wel, niet per se. Zo blijkt dat de soorten kazen die de Fransen veel eten wel heel vet zijn, maar dat je er ook goede bacteriën mee binnen krijgt die zorgen dat je darmflora veel beter dat vet gaan verwerken. En dat is geen chauvinistisch Frans praatje, het werd ontdekt door Denen.
De Fransen eten ook veel meer dan wij eten dat klaargemaakt is met verse ingrediënten – food from scratch, en de realiteit is, hoewel de industriële voedingsindustrie dat niet graag hoort, dat eten dat niet in een verpakking zit met een houdbaarheidsdatum gewoon veel gezonder en onnoemelijk minder dikmakend is.
Waarmee we beland zijn bij iets wat we daarstraks al aanhaalden: de Fransen hebben wel degelijk verstand van wat goed eten is, ze cultiveren die wetenschap ook, hebben daar ondertussen nog veel plezier en smaak van en ze worden bijlange aan niet dikker aan ons tempo. Frankrijk, voor het grootste deel toch nog, is een agrarisch land waar de doorsnee mens nog steeds heel erg dicht bij het produceren van voedsel staat. En als je weet waar iets van komt, en hoe het tot stand komt, dan heb je er automatisch meer respect voor.
En over respect gesproken. Het was hallucinant om de reactie te lezen van de woordvoerder van Feria, de federatie van de voedingsindustrie, nadat de prognose van de Wereldgezondheidsorganisatie over hoe we ten onder gaan aan vetzucht bekend werd. “Kunnen mensen etiketten wel goed lezen?” zei die. Wat eigenlijk neerkomt op “Het is onze schuld niet dat consumenten zo dom zijn om die vettigheid te eten”.
Bon en dan zullen we nu maar een flesje rood aftrekken. C’est le weekend, après tout.