Onbevangen en een beetje brutaal. Conner Rousseau (Vooruit) spreekt nog steeds geen ‘Wetstratees’, maar eerder de taal van de gewone man. En hij neemt geen blad voor de mond:
- “Heel veel politici claimen dat ze opkomen voor een bepaalde groep. Maar ze doen dat op een manier dat die bepaalde groep dat niet eens verstaat. Ik wil ook dat mensen mij verstaan. Iedereen voor wie ik opkom.”
- Over paars-geel: “We hadden wel een verhaal, we overstegen al het gedoe tussen Vlamingen en Walen. Dat was wel een momentum geweest, corona aangrijpen om dat land sterker te maken. Ook wel wat contradictorisch langs een kant, want de N-VA die het land mee sterker maakt, dat is raar. Maar het kan werken.”
Als u 2020 moet becijferen van nul tot tien, welk cijfer geeft u dan?
“Ik zou zeggen min tien, maar het mag maar van nul tot tien.”
Dat is wel heel negatief.
“Nul misschien, omdat het tussen min tien en tien zit. Het was een heel bewogen jaar. Professioneel voor mij, heb ik wel veel bijgeleerd, maar het is wel een jaar waarin we meer onze virologen gezien hebben dan onze eigen vrienden. Dat zou ik toch wel graag anders zien volgend jaar.”
“Het is een jaar waarin iedereen toch wel getest is geweest, tot zijn limieten gedreven is. Ik denk dat heel veel mensen in heel veel sectoren op hun tandvlees zitten, dus ik denk niet dat je heel positief kunt zijn in het algemeen over dat jaar.”
Maar toch een spectaculair jaar voor u: plots voorzitter, als jonge kerel. Niemand gaf een cent om uw kansen, als we daar eerlijk in zijn. Vandaag staat uw partij toch ergens.
“We hebben alleszins de tanker gekeerd, zeg maar. We zitten wel in de juiste richting, maar we zijn er nog niet. Dat beseffen we wel. Er is heel veel werk, ook voor mij persoonlijk. Nog heel veel groeimarge, denk ik op veel vlakken.”