Steeds meer tieners brengen hun tijd door met AI in plaats van echte vrienden. Deze apps bieden altijd aandacht en begrip, maar onderzoekers waarschuwen dat ze ook sociale vaardigheden kunnen ondermijnen en blootstelling aan schadelijke content verhogen.

Steeds meer tieners chatten niet met klasgenoten of vrienden, maar met digitale gezelschap-apps zoals Character.ai en Replika.ai. Een onderzoek van Common Sense Media bij 1.060 Amerikaanse jongeren (13–17 jaar) toont dat zo’n 75 procent al met zo’n virtuele vriend of partner sprak. Eén op vijf zegt evenveel of zelfs méér tijd met de app door te brengen dan met echte vrienden.

Ongezonde patronen

AI-companions zijn altijd beschikbaar, oordelen niet en doen precies wat jij wil. Dat klinkt fijn, maar sociale ontwikkeling draait juist om echte interactie, met conflicten, grenzen en wederzijds respect. Wie vooral met virtuele vrienden optrekt, mist kansen om die vaardigheden te oefenen.

Uit tests blijkt dat sommige AI-vriendjes ongepaste seksuele inhoud delen zonder leeftijdscontrole of zelfs ontmoedigen om te stoppen met chatten, ook als dat stress veroorzaakt. Er zijn chatbots die haatdragende of extremistische boodschappen verspreiden. Jongere tieners en jongeren met mentale problemen blijken bovendien sneller emotioneel afhankelijk te worden.

Kan het ook positief?

Er zijn ook hoopvolle signalen. Apps die bewust door psychologen zijn ontworpen, kunnen jongeren helpen bij sociale vaardigheden en welzijn, zolang veiligheid centraal staat. Maar voor de meeste populaire AI-companions ontbreekt die bescherming.

Experts pleiten voor strengere regels, betere leeftijdscontroles en gesprekken thuis en op school over het verschil tussen digitale en echte relaties. AI-vrienden kunnen handig zijn, maar mogen geen vervanging worden voor echte connecties met vrienden en familie.