“Oh Allah, vernietig de vreselijke christenen, oh Allah, dood hen allen, spaar geen enkele!” Een uitspraak die voor heel wat controverse zorgde in België. Niet alleen in het politieke wereldje maar ook door de man in de straat werd deze daad, gesteld door een 15-jarige jongen uit Verviers amper 2 weken nadat in het Franse Normandië een priester zomaar de keel werd overgesneden door enkele Jihadi’s, zwaar veroordeeld. Hierdoor laaide het debat omtrent vrije meningsuiting uiteraard opnieuw op en wordt er de vraag gesteld of er een grens moet getrokken worden. Tot waar aanvaarden we als maatschappij het recht op vrije meningsuiting en zelfbeschikkingsrecht?
Vrijheid van meningsuiting en gelijkheid
De vrijheid van meningsuiting, gebaseerd op het zelfbeschikkingsrecht, is een algemeen aangenomen mensenrecht dat mede de basis vormt voor onze democratie. Hierbij komt ook nog eens het gelijkheidsbeginsel om de hoek loeren. Dit houdt in dat de mening van iedere persoon gelijkwaardig is en onderworpen wordt aan zelfde rechten . Deze 2 beginselen zijn het algemene recht van eenieder persoon en moeten uiteraard gerespecteerd worden. Toch is het niet zo dat elke meningsuiting zomaar moet aanvaard worden. Er bestaat namelijk ook het recht om kritiek te uiten op de mening van de ander en deze te toetsen op waarde. Uiteraard moet dit in dialoog gebeuren zodat de ander persoon zich op een respectvolle manier kan verdedigen.
Het beperken van meningsuiting is een voorstel dat ongezien is, en zeker in België. Niet geheel vreemd komt het debat inzake het inperken van het recht op vrije meningsuiting nu opnieuw naar boven. In onze hedendaagse maatschappij worden we alsmaar meer geconfronteerd met radicalisering en het aanzetten tot haat van en door moslimjongeren. Dit is een probleem dat een harde en directe aanpak vergt .Het inperken van het zelfbeslissingsrecht is daar een eventuele oplossing voor . Maar hoe zou dit dan in zijn werk gaan?
Zelfbeschikkingsrechtsbeginsel
Het zelfbeschikkingsrechtsbeginsel is gebaseerd op enkele stevige fundamenten waarvan het feit ,dat het zelfbeschikkingsrecht van de ene persoon dat van de andere niet mag aantasten, wel nog het belangrijkste is. Dit houdt in dat sommige handelingen kunnen verboden worden door de maatschappij indien de rechten van een individu, of in het algemeen de gemeenschap, in gevaar worden gebracht. Alsook het in het gedrang brengen van vrijheid en recht op geluk, bijvoorbeeld het oproepen tot misdaden of laster & eerroof, zijn in strijd met het zelfbeschikkingsrechtbeginsel.
Grijze zone
Er gaan alsook meer stemmen op om een zogenoemde “grijze zone” in het leven te roepen. Deze maatstaf dient om meningsuitingen die op het eerste zich niet meteen een gevaar vormen te testen op de nadelen die deze met zich kunnen meebrengen op lange termijn voor de reeds eerder genoemde maatschappij. Dit is een goede zaak aangezien het nog al te vaak een zaak is van “ja maar het is niet gemeend” of “ wat maakt zo een kleine uitspraak nu uit?”
Preventie
Het preventief behandelen van het verkeerd omgaan met het recht op vrije meningsuiting is ook een zeer belangrijke zaak. Ouders spelen een cruciale rol inzake het aanleren van waarden van vrijheid en mensrechten aan de kinderen. Meer beperkter moeten Vlaamse kinderen dus opgevoed worden aan de hand van Vlaamse waarden en normen die het kind, wanneer deze de leeftijd van 18 jaar bereikt heeft, in staat stelt om de juiste keuzes te maken inzake zelfbeslissingsrecht.
Algemeen kan er gesteld worden dat er een dringend veiligheidsdebat nodig is inzake het al dan niet inperken van het recht op vrije meningsuiting. Dit moet gekoppeld worden aan een studie, die zoals voorgeschreven door de regels van het sociale onderzoek, concepten bevatten die allesbehalve vaag zijn. Integendeel zelfs de onderzoekers en debateurs moeten het probleem bij naam durven noemen zoals het is. Veiligheid garanderen voor elke burger is in deze moeilijke tijden een zeer cruciaal iets en daarvoor moeten dus alle mogelijke middelen worden ingezet en geen enkel onderdeel over het hoofd gezien worden.
Brent Roelandt, student eerste bachelor politieke wetenschappen Universiteit Gent.