Je ziet je pluizige viervoeter geweldig graag en dus wil je natuurlijk niet dat ze overreden wordt. Maar is je kat binnenshuis houden wel zo’n goed idee? Wordt je kat er niet ongelukkig van? Omdat gewoon een gokje wagen niet zo diervriendelijk is, vragen we het aan kattenexpert Anneleen Bru van Felinova. 

Als je in een heel klein appartementje woont, is een kat hebben dan wel zo’n goed idee? Wat met dat jachtinstinct? En wordt je kat niet gewoon diep ongelukkig van heel de dag spelen en slapen op zo’n kleine ruimte? Maar wie in de stad woont of aan een drukke weg, heeft vaak geen optie: binnen of overreden worden.

Waarom wil je je kat binnen?

Anneleen Bru is dé kattenexpert van Vlaanderen. In haar boek I Love Happy Cats legt ze dan ook uit hoe je je viervoeter in de watten kan leggen. Dat boek ontstond na jarenlang omgaan met katten én hun baasjes. De vraag is haar dan ook niet vreemd, maar een eenduidig antwoord is er niet. “Het eerste dat ik terugvraag als mensen zeggen dat ze hun kat binnen willen houden is ‘waarom’?” Want Bru begrijpt best dat mensen die al eens een kat kwijtraakten door een vrachtwagen, dat niet opnieuw willen meemaken.

Lastiger wordt het als mensen gewoon bang zijn. “Soms hoor ik dat mensen met, bijvoorbeeld, een Britse korthaar bang zijn dat hun kat gestolen gaat worden. Dat is een onrealistische angst, en dan ben je geen rekening aan het houden met het karakter van je kat. Een dure kat heeft ook instincten.”

Territoria

En het zijn die instincten die meespelen bij de keuze of je je kat mag buiten laten of niet. “Katten hebben drie soorten territoria, en ze hebben die alle drie nodig”, legt Bru uit. “In hun hartgebied staat hun eten en drinken en een slaapplek. Die moet 100 procent veilig zijn en da’s vaak binnen. Daarnaast hebben ze ook een leefgebied, waar ze hun behoefte doen, of hun vaste routes hebben.” Als allerlaatste is er ook nog het jachtgebied. Dat verschilt qua grootte van kat tot kat en kunnen ze delen met verschillende katten.

Heb jij ook zo’n kat die alleen naar buiten wil tussen één en drie ’s middags? Da’s omdat haar jachtgebied buiten ligt. “Vaak delen katten dat domein met andere katten in een soort rotatiesysteem”, legt de kattenexperte uit. “Maar het belangrijkste is dat ze alledrie die gebieden ook hebben, of dat nu binnen of buiten is.”

Je kat leren om binnen te blijven

Je kan je poezie dus best leren om binnen te blijven, al zou Bru niet aanraden om wisselvallig te zijn in de boodschap naar je kat. “Als je niet wil dat ze buiten gaat, wees dan consequent, anders is het heel verwarrend voor je kat.” Je kan bijvoorbeeld een vast signaal hebben om haar te zeggen dat, als je kat aan de deur krabt, ze wel buiten kan. Want een kat die aan de deur krabt of miauwt, is een boodschap aan het geven, zegt Bru.

“Je kan bijvoorbeeld de gordijnen dichtdoen als je niet wil dat ze dan naar buiten gaat. Doe dan ook nooit de deur wél open als de gordijnen dicht zijn”, geeft Bru als voorbeeld. Maar óf je de kat buiten laat of niet, dat is dus je eigen keuze.

Huiswerk voor binnenkatten

Wat Bru wél nog wil meegeven, is dat katteneigenaars die hun poes binnenhouden, wel wat huiswerk hebben. Zo moeten katten in hun jachtgebied wél geboeid blijven. Zo kan je verschillende ‘bronnen’ in dat gebied verspreiden. Een sok met valeriaan en watten in, bijvoorbeeld, of een speelgoedje. Verleg die speelgoedjes ook elke dag, zodat je kat ze kan ‘ontdekken’ en het jachtinstinct gerespecteerd wordt. Een speelgoedkoffer voor je pluisbol is dus niet zo’n slecht idee, daar wordt ie héél blij van.

Wie nog meer wil weten over katten, hun gedrag en hoe je ze blij kan maken? Neem een kijkje op de website van Anneleen Bru. Je kan haar boek ook hier kopen of in de Maxi Zoo-filialen.