Wie van plan is om binnenkort door Europa te reizen, kan zich op voorhand misschien best informeren over de voedselprijzen in alle landen. Onderzoek toont namelijk aan dat daarin grote verschillen liggen. België is iets duurder dan het gemiddelde, maar vooral dierlijke producten kunnen hier soms duur uitvallen.
Wie vaak in Europa op reis gaat, heeft wel al gemerkt dat eten niet overal evenveel kost. Om een beter overzicht te hebben van wat waar hoeveel kost, onderzoekt Eurostat om de zes maanden de gemiddelde prijs van voedsel in bijna heel Europa.
Het onderzoek vergeleek de prijs van maar liefst 440 producten in 38 Europese landen en kwam tot de conclusie dat er grote verschillen zijn. Niet alleen zijn sommige landen veel duurder dan andere landen, in bepaalde landen zijn bepaalde categorieën van voedsel ook veel duurder dan andere. Zo merken we bijvoorbeeld dat veel landen in Noord-Europa gemiddeld duur zijn, maar door de lokale visvangst wel vaak goedkope vis in de winkel hebben liggen.
Van die 38 landen in Europa staat België op een dertiende plaats. Voedsel en niet-alcoholische dranken kosten hier 8 procent meer dan het gemiddelde van de Europese Unie. Dat brengt ons in de Europese Unie op een tiende plaats van 28 landen.
Dat valt al bij al nog mee, want in de landen helemaal bovenin betaal je een heel stuk meer. Zwitserland is 72 procent duurder dan het gemiddelde en Noorwegen 60 procent. In de Europese Unie is Denemarken het duurste land voor voedsel.
Macedonië en Polen zijn de goedkoopste landen voor eten en niet-alcoholische dranken. In Macedonië betaal je gemiddeld maar iets meer dan de helft dan wij betalen. Van de landen in West-Europa vallen vooral Nederland (2% onder het gemiddelde) en Spanje (8% onder gemiddelde) op.
Vooral dierlijke producten blijken in België duurder te zijn dan in andere landen. Zo kost vlees 18 procent meer dan het gemiddelde en kaas en eieren 13 procent meer. In de categorie fruit en groenten scoort België daarentegen onder het gemiddelde.