De Zweedse aanpak van de pandemie van het nieuwe coronavirus, zonder strenge lockdown, dreigt stilaan uit te draaien op een zware flop. Niet alleen is het land veel zwaarder getroffen dan zijn buurlanden, het gehoopte voordeel voor de economie lijkt er niet te zijn.
In een wereld waarbij bijna ieder land in een soort lockdown is om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, koos Zweden verrassend voor een andere strategie. Het was epidemioloog Anders Tegnell die de Zweedse aanpak uittekende.
Soepele maatregelen
Hij koos ervoor om geen strikte lockdown in te stellen. Zo bleven winkels, cafés, restaurants, sportcentra, kappers en zelfs basisscholen en lagere middelbare scholen open. Musea werden wel gesloten, sportwedstrijden afgelast en hogere scholen en universiteiten ook gesloten. Aan iedereen die ouder is dan 70 of zich ziek voelt, wordt gevraagd om binnen te blijven. Aanvankelijk waren bijeenkomsten tot 500 personen nog toelaten, later is dat aantal verlaagd naar 50.
In het openbaar wordt aan mensen gevraagd om aan social distancing te doen, maar ook daarbij rekent de overheid op de verantwoordelijkheidszin van de Zweden. Politieagenten delen namelijk geen boetes uit aan overtreders, maar wijzen ze gewoon op de richtlijnen. Dat laatste blijkt nogal optimistisch te zijn. Er duiken regelmatig verhalen op van Zweden die zelfs de soepele maatregelen compleet aan hun laars lappen.
Economie beschermen
De redenering achter die andere aanpak van Zweden is dat je het virus toch nooit volledig en blijvend kan buiten houden. Daarvoor je economie zware schade toebrengen, is volgens Tegnell heel gevaarlijk en niet vol te houden. De genomen maatregelen moeten ervoor zorgen dat de ziekenhuizen en de gezondheidszorg in het land nooit overbelast raken terwijl de economie niet volledig tot stilstand komt.
“Het coronavirus gaat niet zomaar weg. Elk land dat denkt het te kunnen tegenhouden door grenzen te sluiten of bedrijven dicht te houden, zal op een bepaald moment merken dat dat niet werkt. We moeten leren leven met de ziekte”, zei Tegnell daarover tegen USA Today.
Daling bbp verwacht
Er duiken echter steeds meer twijfels op over die redenering van de Zweedse regering en de experts die hen adviseren. In maart lijkt het voor de economie van het land nochtans te hebben gewerkt. Het Zweedse bpp daalde toen amper 0,3 procent, tegenover een daling van 3,8 procent in heel de EU.
Op lange termijn lijkt dat voordeel voor Zweden echter veel minder groot te zijn. Hoewel ze zelf rekenen op een daling van 4 procent, gaat de Europese Commissie eerder uit van 6,1 procent dit jaar. De Riksbank, de centrale bank van van Zweden, schat de daling zelfs op 7 à 10 procent. Die cijfers zijn vergelijkbaar met wat verwacht wordt voor de rest van de Europese Unie.
Afhankelijk van rest van wereld
“Het is te vroeg om te zeggen of we het beter gaan doen dan andere landen. Uiteindelijk gaan we ervan uit dat het effect in Zweden min of meer hetzelfde zal zijn”, zegt econome Christina Nyman, voormalig plaatsvervangend hoofd van het monetair beleid bij de Riksbank, aan de Financial Times.
De reden daarvoor is dat Zweden een open economie is en dus afhankelijk is van andere landen. Auto- en truckfabrikant Volvo heeft bijvoorbeeld enkele weken zijn productie moeten stilleggen omdat het geen onderdelen meer geleverd kreeg van zijn toeleveringsbedrijven elders in Europa.
25 procent minder uitgaves
Ook kleinere bedrijven zoals winkels zagen hun inkomen serieus dalen, zelfs al moesten ze nooit verplicht de deuren sluiten. Een onderzoek van een van de grootste banken uit Scandinavië toont aan dat Zweden tijdens de coronacrisis 25 procent minder uitgeven dan anders. In buurland Denemarken, dat wel koos voor een ‘harde’ lockdown is dat 29 procent.
Toch gaat Nyman ervan uit dat het huidige beleid een (beperkt) positief effect heeft op de Zweedse economie. “Meestal worden we zwaarder getroffen als er een wereldwijde recessie is. Zonder de huidige omstandigheden zouden we er dus slechter aan toe zijn”, meent ze. David Oxley, econoom bij onderzoeksbureau Capital Economics, heeft daar zijn twijfels over: “Tegendraads doen, heeft maar een beperkt voordeel als de rest van de wereld het omgekeerde doet.”
Besmettingen en overlijdens
Het Zweedse beleid kon aanvankelijk rekenen op veel sympathie bij de bevolking. Naarmate het aantal besmettingen en het aantal overlijdens toenam, groeide de kritiek ook steeds meer aan. In vergelijking met zwaar getroffen landen zoals Spanje, Italië, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en ook België lijken de cijfers van Zweden mee te vallen. Die vergelijking is echter niet heel eerlijk doordat de situatie van Zweden niet vergelijkbaar is. Zo heeft het land heel wat eigenschappen die hen sowieso enigszins beschermen tegen een epidemie.
Gemiddeld zijn huishoudens er namelijk kleiner dan in België en landen in Zuid-Europa waardoor het virus zich zo minder snel kan verspreiden. Bovendien had Zweden maar heel weinig geïmporteerde besmettingen uit skigebieden in Italië, iets wat in België wel voor veel gevallen zorgde. Zweden gaan namelijk voornamelijk in eigen land skiën. Ook liggen grote steden er verder uit elkaar dan bij ons waardoor uitbraken makkelijker in te dijken zijn.
Buurlanden
Volgens experts is het dan ook eerlijker om Zweden te vergelijken met zijn buurlanden Denemarken, Noorwegen en Finland. Tussen 16 maart en 3 mei stierven volgens de New York Times in Zweden 27 procent meer mensen dan normaal. Die oversterfte is in Denemarken, Noorwegen en Finland maar enkele procenten. “Er is geen enkele andere reden waarom Zweden het slechter zou doen dan zijn buurlanden”, zegt een kritische Andrew Noymer, demograaf aan de universiteit van Californië.
Met nu al bijna 3.700 coronadoden doet Zweden meer dan drie keer zo slecht als Finland, Noorwegen en Denemarken samen (1.081 doden). Nochtans hebben die drie landen samen zo’n anderhalve keer zoveel inwoners als Zweden. Bovendien is in die buurlanden het virus al enige tijd redelijk onder controle. Daardoor kon Denemarken als een van de eerste Europese landen lockdownmaatregelen versoepelen en leeft het nu in omstandigheden die vergelijkbaar zijn met die van Zweden.
Groepsimmuniteit
Toch blijft epidemioloog Anders Tegnell erbij dat de aanpak van zijn land de juiste is. Het is waar dat ondanks de vele besmettingen en doden de gezondheidszorg in Zweden nooit overbelast is geweest. Bovendien zou het land beter beschermd zijn tegen een eventuele tweede golf omdat meer mensen antilichamen hebben.
Groepsimmuniteit is nochtans nooit een doel op zich geweest volgens Tegnell. “We geloven uiteraard dat groepsimmuniteit ons op lange termijn kan helpen en we bespreken het, maar we hebben het nooit actief nagestreefd”, zei hij daarover in USA Today.
Zelf schat hij dat ondertussen al zo’n 25 procent van de Zweden immuun zijn voor het nieuwe coronavirus, al zijn er geen sluitende studies om dat te bewijzen. De meest betrouwbare studie gaat uit van 27 procent in Stockholm, de zwaarst getroffen stad in Zweden. Johan Giesecke, een van de experts die de Zweedse regering adviseren over het coronavirus, gelooft dat in de hoofdstad in juni al groepsimmuniteit kan bereikt worden. Daarvoor is een immuniteit bij 50 tot 70 procent van de bevolking nodig.
Maar ook dat blijft een risicovolle gok. Het is namelijk nog altijd niet bewezen dat groepsimmuniteit een efficiënte methode is tegen SARS-CoV-2. Niemand weet namelijk hoe lang en hoe goed mensen die besmet geweest zijn effectief immuun blijven.
De, vaak geprezen, aanpak van Zweden is dus op zijn minst gezegd zeer risicovol. Het lijkt erop dat ze aan meer mensen het leven heeft gekost dan nodig terwijl de voordelen ervan nog niet bewezen zijn. Uiteindelijk zal de toekomst moeten uitwijzen welk land voor de juiste aanpak koos.