Stel: je wil een hond, maar je hebt er nog nooit een gehad. Waar begin je dan? Je beseft dat het veel werk zal zijn, dat je er tijd en energie in zal moeten steken en dat je er lange tijd voor zal zorgen. Sommige rassen vergen meer werk en training dan andere. Voor wie nog nooit een hond heeft gehad, zijn dit tien goede rassen om mee te beginnen: 

1. Bretoense spaniël of Epagneul briton

Deze niet al te grote jachthond heeft veel energie, is lief voor iedereen en heeft altijd zin om naar buiten te gaan. Zijn vacht is gemakkelijk te onderhouden en het ras is over het algemeen weinig vatbaar voor ziekten. Door zijn energie vergt hij wel wat training en stimulatie maar hij leert snel, is gehoorzaam en altijd enthousiast. Let wel op: honden met een ‘jachtlijn’ zijn veel energieker en lastiger dan honden die gekweekt zijn voor een rustiger karakter. Informeer je goed!

Perfect voor: actieve gezinnen die graag buiten sporten, wandelen en spelen.

2. Cavalier King Charles-spaniël

Een kleine, trouwe hond die graag bij zijn baasjes is – en ja, ook op het schootje ligt. Ze zijn gemakkelijk, niet agressief en vragen niet veel training, wat hen een perfecte keuze maakt voor onervaren hondenliefhebbers. Ondanks hun grootte hebben ze redelijk wat energie: regelmatige wandelingen of een tuin om in te spelen zijn een must. Door inteelt is het ras wel gevoelig aan enkele aandoeningen, waaronder aan de ogen en de vacht. 

Perfect voor: wie helemaal geen ervaring heeft met honden, vaak thuis is en/of kleine kinderen heeft.

3. Golden retriever

Een grote hond met een speels en vriendelijk karakter. Ze hebben veel geduld met kinderen, willen graag urenlang spelen en kunnen redelijk wat verdragen. Omdat ze hun baasjes graag plezieren, zijn ze ook gemakkelijk te trainen. Hun vacht vraagt wel redelijk wat onderhoud: regelmatig borstelen dus!

Perfect voor: jonge en actieve gezinnen.

4. Windhond (aka greyhound of saluki)

Een middelgrote hond met een gereserveerd karakter. Ze zijn slim, vriendelijk en voorspelbaar, ze jagen graag op alles wat snel beweegt. Ze zijn supersnel en kunnen katten doden, al kunnen ze wel getraind worden om katten en andere huisdieren met rust te laten. Het gezelschap van andere honden of (iets oudere) kinderen is over het algemeen geen probleem.

Niet te verwarren met de Afghaanse windhond (langharig) die moeilijker te trainen is en vaker een opvliegend karakter heeft.

Niet voor: mensen die niet streng genoeg willen zijn of mensen die té streng zijn, wie ook katten heeft of een hond zoekt om mee te ravotten. 

5. Labrador Retriever

Een labrador is dé familiehond, vriendelijk, aangenaam, speels en dol op zwemmen. Ze kauwen wel heel graag op dingen en hebben nood aan een leider: een aandachtspuntje bij de training.

Perfect voor: actieve gezinnen.

6. Continentale dwergspaniël of vlinderhondje

Een kleine hond met een groot karakter. Vriendelijk, slim en gemakkelijk te trainen (leert heel graag trucjes!) maar door zijn sterk karakter minder geschikt voor gezinnen met kinderen. Hecht zich enorm aan het baasje en is erg waakzaam.

Perfect voor: wie klein woont, regelmatig gaat wandelen, niet vergeet de vacht te kammen en een sterk genoeg karakter heeft om de hond te tonen wie de baas is.

7. Poedel

Een middelgrote hond die niet erg koppig is en dus heel gemakkelijk te trainen – al leren ze daardoor ook gemakkelijk foute dingen aan. De poedel is vriendelijk, goed met kinderen en actief. De hond moet regelmatig geborsteld en geschoren worden en is geschikt voor mensen met een hondenallergie.

Perfect voor: gezinnen met iemand die de leiding neemt.

8. Mopshond (aka ‘pug’)

Kleine, vrolijke, redelijk luie hond die trouw blijft aan het baasje en veel liefde geeft. Door zijn intelligentie verveelt hij zich snel: gevarieerde training is aangeraden. Ze kunnen wilskrachtig en koppig uit de hoek komen als de autoriteit niet sterk genoeg is, maar reageren ook niet goed op een hardhandige aanpak. Ze kunnen het goed vinden met andere honden, kinderen en mensen die ze niet goed kennen. Hun korte vacht heeft weinig verzorging nodig. Het ras is gevoelig voor ooginfecties en ademhalingsproblemen.

Perfect voor: wie niet veel tijd heeft of kan wandelen en spelen, maar wel voldoende thuis is.

9. Puggle

Dit gemengd ras is half Pug, half Beagle. Bij een goede kruising betekent dat actiever dan de Pug en gemakkelijker te trainen dan een Beagle. Door de korte vacht heeft hij weinig verzorging nodig. Deze hond is graag onder de mensen.

Perfect voor: niet te actieve gezinnen die vaak thuis zijn.

10. Shih Tzu

Een alert, trouw, klein hondje met een levendig en vrolijk karakter. Vraagt een lange, geduldige training en is graag bij mensen. Onderschat hem niet: net als de vlinderhond dénkt hij gemakkelijk groot (en de baas van de mensen) te zijn. Een duidelijke, consistente leider is nodig of de hond gaat gedragsproblemen vertonen, zoals verlatingsangst, grommen, bijten en worden zo onbetrouwbaar rond kinderen.

Perfect voor: wie graag de touwtjes in handen heeft, de hond niet te veel verwent en de training niet verwaarloost.