Iedereen met een lelijk handschrift kent deze situatie: je schrijft eventjes iets op een papiertje en iedereen begint je vragen te stellen. “Amai, wat staat daar?”, “Studeer je voor dokter?” of “Schrijf jij altijd zo lelijk?”. Deze 15 vragen wil je écht nooit meer horen als je een onleesbaar handschrift hebt:
1. Amai, wat staat daar?

2. Is dat je geschrift of een streep met rare kinkjes in?

3. Schrijf jij altijd zo lelijk?

4. Studeer jij voor dokter?

5. Is dat geschreven door je neefje van vijf jaar oud?

Nee, dat was ik … Mijn neefje kan het al stukken beter.
6. Ben jij altijd zo slordig?

7. Waar heb jij leren schrijven?

8. Hoe deed je dat dan vroeger op school?

9. Konden je leerkrachten jouw examens wel lezen?

8. Is dat een ‘s’ of een ‘z’?

9. Ik kan dat niet lezen, wil je dat in blokletters schrijven …

10. … of voorlezen?

11. Schrijf je zo lelijk omdat je dyslexie hebt?

12. Kan jij daar eigenlijk zelf nog wel aan uit?

13. Wat doe je als je belangrijke papieren moet invullen?

14. Als je echt de tijd neemt: is je handschrift dan wél leesbaar?

15. En wat doe je met verjaardagskaartjes ?
