Onze huidige campagnes tegen pesten werken niet, zo stellen enkele Belgische organisaties en campagnemakers in Het Laatste Nieuws. Moeten we er daarom mee stoppen? Natuurlijk niet, maar er moet wel iets aan veranderen.
De organisaties tegen pesten vinden in de eerste plaats dat er veel hardere, confronterende campagnes moeten komen. De nieuwe ‘Move tegen Pesten’ van Ketnet vinden ze te soft en zelfs ronduit belachelijk, zeker voor tieners.
Het is niet de eerste keer dat de effectiviteit van anti-pestcampagnes sterk in vraag wordt gesteld. Volgens een onderzoek van vorig jaar is het zelfs mogelijk dat de campagnes een omgekeerd effect hebben: daaruit bleek dat kinderen op een school met anti-pestcampagnes meer risico liepen om gepest te worden dan kinderen op een school zonder campagnes. Uiteraard wil dat niet zeggen dat de campagnes sowieso tot meer pesten leiden, want het is natuurlijk ook zo dat scholen met grote pestproblemen meer geneigd zijn om een campagne op te zetten. Maar dat er een probleem is met de campagnes, is wel duidelijk.
En niet alleen met de campagnes, maar ook in de aanpak die ouders en scholen gebruiken om het pesten tegen te gaan. Dit zijn zes belangrijke problemen waar weinig of geen rekening mee gehouden wordt:
1. Bekende koppen vs experten
Dat BV’s (zoals Niels Destadsbader en Slongs Dievanongs) helpen om meer aandacht te krijgen voor het pestprobleem, valt niet te ontkennen. Maar er is meer nodig dan een bekende persoon die zegt dat pesten niet cool of verkeerd is. Er is nood aan experten die hulp kunnen bieden bij het aanpakken van het echte probleem. Zij kunnen onder andere analyseren wat er misloopt op school of thuis, leerkrachten bijstaan in het opmerken en praten over pesten, … Bekende gezichten kunnen het probleem wel onder de aandacht brengen, maar zorgen niet voor concrete oplossingen, dat mogen we niet vergeten.
2. Straffen vs praten
Als het om pesten gaat, dan heerst er een nultolerantie. Met een strenge straf voor pestkoppen, proberen we kinderen duidelijk te maken dat pesten echt niet door de beugel kan. Het probleem is dat het vaak bij een straf blijft, zonder uitleg waarom die straf er komt of zonder op zoek te gaan naar het onderliggende probleem. Het gevolg? De kans is groot dat de kinderen zullen blijven pesten, maar dan veel subtieler, zodat ze niet gestraft worden.
3. Pestkop vs slachtoffer
Pestkoppen worden gestraft, slachtoffers worden opgevangen. Maar ook: pestkoppen worden behandeld als volwassenen, slachtoffers als kinderen. Nochtans hebben de twee meer gemeenschappelijk dan je denkt en mag je niet vergeten dat ook de pestkop nog maar een kind is. Ze hebben dan ook allebei nood aan steun, aandacht en begeleiding.
4. Pestkop vs slachtoffer (bis)
Een ander groot probleem is dat niemand beseft hoe het voelt om gepest te worden, tenzij je het zelf hebt meegemaakt. Dat maakt het voor pestkoppen ook moeilijk om in te zien wat ze verkeerd doen. Ze weten niet wat het is om er telkens weer uitgepikt te worden, als er niemand voor je opkomt, … Campagnes kunnen wel sensibiliseren, maar kunnen pestkoppen nooit datzelfde, vreselijke gevoel geven.
5. Verbieden vs begeleiden
Veel ouders proberen hun kinderen te beschermen tegen pesten, bijvoorbeeld door hen geen toegang te geven op sociale media. Dat lijkt een slimme stap, maar dat is het niet. Dat wil niet zeggen dat online pesten geen groot probleem is, integendeel. Sociale media zijn daar op zich niet de oorzaak van, het probleem is het feit dat kinderen die niet beschouwen als de reële wereld, maar als een plaats waar alles kan. Wat we wel moeten doen: kinderen begeleiden bij het gebruik van sociale media en hen leren hoe ze er met elkaar moeten omgaan.
6. Kinderen vs volwassenen
Ten slotte nog een heel belangrijk probleem: kinderen zien bijna dagelijks hoe volwassenen elkaar pesten. Verschijnt iemand met obesitas op televisie, dan is de kans groot dat daarmee gelachen wordt door volwassen. En hoe vaak gebeurt het niet dat andere mensen lachend nagewezen worden door een volwassene? Dan kan het ons toch niet verbazen dat kinderen dat gedrag overnemen en zelf beginnen te lachen, ook met hun leeftijdsgenootjes? Het is dan ook erg belangrijk dat ouders, opvoeders en ook andere volwassenen moeten dus het goede voorbeeld geven. Als dat niet gebeurt, hebben campagnes geen zin.
Conclusie: er is nog heel wat werk aan de winkel om pesten aan te pakken, en dat zal niet lukken met de huidige campagnes alleen. Maar er moet wel dringend iets gedaan worden, want niet iedereen heeft het geluk om een beschermengel zoals deze te hebben: