Terwijl de oorlog in Oekraïne woedt, kijkt de wereld naar de rol die China zal spelen in het conflict. De Aziatische supermacht hoopt het conflict te kunnen benutten om de Verenigde Staten voorbij te streven op het wereldtoneel. Dat is echter makkelijker gezegd dan gedaan. Net zoals Amerika, worstelt China met een reeks groeiende (en diep met elkaar verweven) economische problemen.
China was in 2009 het eerste land dat door historische stimulusmaatregelen te nemen opnieuw economische groei kon laten optekenen na de globale financiële crisis. Ook tijdens de Covid-19-pandemie kon China als bijna enige land ter wereld economische groei optekenen in 2021. Door de Russische invasie van Oekraïne lijkt het erop dat China steeds meer Russische grondstoffen zal kunnen opslorpen en zich zal kunnen positioneren als economische winnaar van deze crisis.
Ondertussen gaan de Verenigde Staten en Europa gebukt onder een kwellende inflatie, waardoor de centrale banken van die landen zich genoodzaakt zien om het geldbeleid te verstrakken. De rente in de VS kan zodanig verhoogd worden dat het land in een soort “voorgeschreven” recessie kan belanden, waarvan de Federal Reserve hoopt dat ze voor een “zachte landing” van de economie zal zorgen.
Maar zeker niet alles loopt even vlot voor China. Net als het Westen, kijkt China aan tegen een reeks duidelijke en aanzwellende problemen die wel eens kunnen zorgen voor een abrupt einde van de opkomst van China als dominante wereldmacht.
De 9 grootste uitdagingen van de Chinese economie in beschouwing:
1. China kijkt aan tegen de grootste Covid-19-uitbraak sinds Wuhan
De Chinese “Zero-Covid”-strategie blijkt niet opgewassen tegen de Omikronvariant. Hoewel het land er lange tijd in slaagde om het aantal en infecties te beperken door chirurgische lockdowns door te voeren, massale testen uit te voeren en strenge reisbeperkingen in te voeren, breekt Omikron nu toch uit.
Zondag werden er in het hele land zo’n 3.400 besmettingen vastgesteld, wat zoveel als een verdubbeling van het aantal dagelijkse infecties betekent. Changchun, de grootste stad van de provincie Jilin met 9 miljoen inwoners, ging prompt in een lockdown nadat 23 besmettingen werden gevonden. Een dag later moest de rest van de hele provincie ook in lockdown.
Miljoenensteden in China gingen wel vaker in lockdown tijdens de pandemie, maar deze uitbraak heeft toch bijzonder vergaande gevolgen. Zo dreigt Shanghai, de grootste stad in China met 26 miljoen inwoners en een belangrijke schakel voor de globale zeehandel, ook in lockdown te gaan. Ook in Peking en Chongqing duiken er steeds meer nieuwe gevallen van Covid-19 op. Maandag moest tenslotte Shenzhen (17,5 miljoen inwoners) in lockdown gaan.
Shenzhen is het techwalhalla van China en staat zelfs bekend als het Silicon Valley van de regio. Ten gevolge daarvan moest Foxconn, de daar opererende chipleverancier van Apple, maandag zijn productie stilleggen. Ook de haven van Shenzhen, een belangrijke maritieme slagader, zal in lockdown gaan. Het is de zoveelste klap die de globale toeleverketens moeten incasseren, maar ook de Chinese economie zal de lockdown van zijn meest innovatieve stad ongetwijfeld voelen.
2. Chinese aandelen zijn in vrije val
De Hang Seng-techindex van de Hongkongse aandelenmarkt krijgt alvast forse klappen door de lockdown van Shenzhen. Maandagochtend noteerde de index bijna vijf procent lager. Maar het gaat al langer niet goed met de Hongkongse beurs. Op een jaar tijd verloor de Hang Seng bijna een derde van zijn waarde. Op vijf jaar tijd daalde de Hang Seng-index met zeker 20 procent.
De NASDAQ Golden Dragon China Index, een lijst met Chinese aandelen op Wall Street, daalde op een jaar tijd met een duizelingwekkende 66 procent. Maandag noteerde diezelfde index alvast een verlies van 10 procent (!). Tegen dit tempo kan die index binnen enkele dagen zelfs lager noteren dan bij de start van de kredietcrisis in 2008.
Dan zijn er nog de tragische verhalen van Alibaba en Didi, twee bedrijven die constant in het vizier genomen worden door Chinese regelgevers en serieus bestraft werden. De koers van het aandeel van Alibaba noteert sinds een piek van eind 2020 zeker 70 procent lager. Vorige week stond de prijs van het Alibaba-aandeel onder de slotkoers van zijn beursgangdag. Didi, een Chinese taxi-app die het waagde om een beursgang op Wall Street te maken, kreeg maandag een beursklap van 44 procent te verwerken.
3. Chinese obligaties staan op instorten
De Chinese obligatiemarkt lijkt steeds meer op een markt van rommelobligaties. De staatsobligaties, die nauw verbonden zijn met de vastgoedsector (meer daarover later) staan onder hevige druk. De reden is dat de gemiddelde rendementen op de buitenlandse markten stegen met 25 procent. Wat nadelig is voor Chinese obligaties.
Bovendien vertoont de Chinese markt voor staatsobligaties nog andere zorgwekkende symptomen. De rente op de 10-jarige staatsobligatie steeg tot 2,86 procent, het hoogste niveau van het jaar. Beleggers vrezen dat dit het gevolg is van een groeiende kapitaaluitstroom.
4. Buitenlandse beleggers dumpen massaal Chinese obligaties
Buitenlandse beleggers trekken zich koortsachtig uit de Chinese staatsobligatiemarkt terug. Die groep verkocht in februari zeker voor 5,5 miljard dollar aan Chinese obligaties. Volgens Bloomberg zou dit de grootste maandelijkse uitstroom ooit zijn en bovendien de eerste verlaging van de marktwaarde sinds maart 2021.
Er doen theorieën de ronde als zou de grootste selloff van Chinese obligaties feitelijk uitgevoerd worden door Russische beleggers. Die zouden als gevolg van de westerse sancties via hun centrale bank steeds minder toegang hebben tot buitenlandse activa.
5. De Chinese vastgoedsector is nog steeds aan het afbrokkelen
De Chinese bouwwoede was de afgelopen decennia een van de grootste drijfveren achter de explosieve economische groei van het land. Maar de Chinese overheid is enkele jaren geleden begonnen met het aanpakken van het buitensporig lenen en van de ontspoorde speculatie op de huizenmarkt. Hierdoor zitten enkele vastgoedtitanen serieus in de penarie. De meest prominente onder hen is ongetwijfeld Evergrande, de vastgoedontwikkelaar die meer dan 300 miljard dollar in schulden moet zien af te betalen.
Er zijn ondertussen al zeker 14 Chinese vastgoedbedrijven die tegen een faillissement aankijken. De Chinese overheid weigert die ondernemingen een bailout te geven. Lokale overheden willen wel de hypotheekrente verlagen en opnieuw meer bankleningen voor de vastgoedbedrijven toestaan, maar dit lijkt voorlopig de verkoop van vastgoed in China amper te stimuleren.
Zo is de verkoop van woningen in China in de eerste twee maanden van 2022 spectaculair gedaald. China Vanke, de op een na grootste vastgoedreus van het land, zag zijn verkoop dit jaar al met 44 procent dalen. China Overseas Land, een staatsbedrijf dat vastgoed van de hand doet, zag zelfs een daling van 54 procent. De vrees voor een onstuitbare implosie van de Chinese vastgoedsector blijft reëel.
6. Mensenrechtenschendingen in China dragen nu ook gevolgen voor de lokale economie
Het Noorse staatsoliefonds dat zo’n 1,3 biljoen dollar aan activa beheert, heeft vorige week zijn aandeel in het Chinese sportkledijmerk Li Ning verkocht. De Noren zijn not amused dat Li Ning mogelijk Oeigoerse dwangarbeiders zou inzetten om zijn kledij te produceren.
Dat maakt verschillende beleggers binnen en buiten China nerveus over de manier waarop grote westerse instituten mogelijk zullen investeren in Chinese aandelen in de nabije toekomst. Het besluit van de Noren zorgde vorige week alvast voor een schokgolf op de Chinese aandelenmarkten. De CSI 300 Index, een Chinese aandelenindex van de 300 grootste A-aandelen die worden verhandeld op de Shanghai Stock Exchange en de Shenzhen Stock Exchange, noteerde zijn grootste verlies sinds maart 2020 en de Hang Seng Index sloot af met een van de grootste verliezen sinds 2016.
Indien westerse investeerders de mensenrechtenschendingen van China in Xinjiang en Hongkong inderdaad serieus gaan nemen, kan dit wel eens onheil voorspellen voor de Chinese economie.
7. De Chinese kredietverlening stort in
De Chinese kredietcijfers voor februari waren een pak zwakker dan verwacht nadat de hypotheekverstrekking van het land voor het eerst in 15 jaar net was gedaald. Na een recordjaar vertraagde de kredietexpansie in februari door de lange vakantie van Chinees Nieuwjaar en werden er minder leningen afgesloten dankzij de eerder beschreven afbrokkelende huizenmarkt. Banken leenden in februari maar 1,2 biljoen yuan uit, tegenover 4 biljoen yuan in januari.
Dit alles wijst er op dat bedrijven terughoudender worden om te lenen en te investeren. “Er is een gebrek aan groeistimulans, en de vraag van de reële economie is zwak. De Chinese centrale bank zal de rente vroeger dan verwacht moeten verlagen”, opperde Zhou Hao, econoom bij Commerzbank AG, in een gesprek met persbureau Bloomberg.
8. China verdubbelt de yuan-handelsband met de Russische roebel
De Chinese centrale bank kondigde onlangs aan dat het de uitwisseling tussen de yuan en de roebel zal verdubbelen. Volgens Bloomberg mogen de twee valuta nu rond de 10 procent van de gefixeerde wisselkoers verhandelen. Deze beslissing werd genomen om de “vraag naar verdere marktontwikkeling” tussen de twee landen te bevredigen, meent het China Foreign Exchange Trade System. Eerder stond de limiet van die fixatiekoers op zo’n 5 procent.
Deze geïntroduceerde volatiliteit op de geldmarkt zou wel eens kunnen leiden tot een verlaagde interesse om te handelen in zowel de Chinese als de Russische munteenheid. De koers van de Russische roebel is sinds een reeks genadeloze westerse sancties namelijk in elkaar gestort. Een Chinese munt die zich steeds meer verbindt met een zwakke roebel, zal ook minder aantrekkelijk worden.
De totale bilaterale handel tussen Rusland en China werd in 2020 geraamd op zo’n 112 miljard dollar. Xi Jingping en Vladimir Poetin ondertekenden vorige maand echter nog een reeks overeenkomsten om de Russische leveringen van gas, olie en tarwe serieus op te voeren.
9. Het bbp van China kan weldra krimpen
De eerder beschreven indicatoren van een verzwakkende consumptie op de Chinese markten en aanhoudende problemen met de toeleveringsketens, in combinatie met de uitbraak van Covid-19, kunnen er voor zorgen dat het Chinese bbp in het eerste kwartaal van dit jaar wel eens zou kunnen dalen.
Investeringsbank Morgan Stanley verwacht alvast een nulgroei van het Chinese bbp. De economische kosten van het “Zero-Covid”-beleid zullen steeds groter worden dan de baten, denkt de Amerikaanse bank.
Conclusie: De Chinese centrale bank zal wellicht gedwongen worden om binnenkort zijn monetair beleid te versoepelen om de groeiende economische problemen van het land te verzachten. Ondertussen kijken de Verenigde Staten naar een verhoging van de rente. Het geldbeleid van de VS en China zal dus uit elkaar groeien. Wat het gevolg van deze afwijking zal zijn, is nog niet volledig duidelijk.
Ondertussen heeft de Chinese centrale bank zijn streefcijfer van de economische groei van dit jaar op 5,5 procent afgesteld. Volgens verschillende economen is dit cijfer echter onhaalbaar. Enkel een enorme financiële stimulus zou China nu kunnen redden van een pijnlijke recessie. Zelfs Chinees premier Li Keqiang zei tijdens zijn jaarlijkse persconferentie dat het moeilijk zal zijn om dit groeicijfer te behalen. Misschien niet geheel toevallig kondigde Li in diezelfde persconferentie ook aan dat 2022 zijn laatste jaar als premier van China zal zijn.
(kg)