Nerds die miljonair worden. Vroeger was dat enkel gegeven aan de Bill Gates en Mark Zuckerbergs van deze wereld, maar nu mag je daar ook de vroege believers in bitcoins bijrekenen. Er zijn intussen enkele honderden van hen. Ze geloofden al snel in iets wat op dat moment nog niets van waarde had, maar intussen mag iedereen jaloers op hen zijn. Zij kunnen nu een Lamborghini kopen met geld dat vijf jaar geleden 2 dollar waard was.
Filip Maertens en Roel Berger zijn twee Belgische bitcoinminers. Filip is de diehard van de twee, en heeft in een datacentrum enkele toestellen staan om de virtuele munt te ‘mijnen’. Mijnen, maar niet het type mijnbouw waarmee bijvoorbeeld diamanten aan de oppervlakte komen. Bitcoin is volledig virtueel geld, dat je zelf kan aanmaken door een krachtige computer cryptografische codes te laten kraken. Het verschil met gewoon geld is dat je geen rechthoekig papiertje krijgt om in je portefeuille te stoppen. In de plaats krijg je een gecodeerd computerbestand, dat gebruikt kan worden om het netwerk aan te tonen welke hoeveelheid bitcoins je bezit. Sommigen hebben een fractie van één enkele bitcoin, anderen hebben er duizenden. Die laatste groep bestaat uit ofwel pioniers die de bitcoins in de beginperiode voor enkele dollars hebben gekocht, ofwel uit die zogenaamde miners.
Vroeger kon je nog bitcoins minen op je eigen computer thuis. De moeilijkheidsgraad gaat echter steeds omhoog, omdat er maximaal maar 21 miljoen worden aangemaakt. Nu heb je dus speciale hardware nodig om nog winstgevend te kunnen minen, met je eigen pc verlies je nu meer geld aan elektriciteit dan wat je aan bitcoins terug krijgt. Filip heeft enkele van die mijntoestellen, en is daarmee een van de ongeveer 20 echte Belgische miners. Voor de goedkoopste machines tel je al 3.000 euro neer, voor de efficiëntere toestellen ben je al snel 9.000 euro per machine kwijt. Om de zoveel tijd moet je die machines echter vervangen, want de huidige toestellen zijn niet sterk genoeg om de cryptografische codes van volgend jaar te kraken. Volgens Filip moet je binnen het jaar voldoende bitcoins delven om de aankoopprijs terug te verdienen aan de huidige marktprijs. Dat is trouwens goed mogelijk. Momenteel verdien je met de goedkopere miners zo’n 0,05 virtuele munten per dag, dat is omgerekend zo’n 40 euro (al fluctueert dat enorm door de prijs). Met de energie die de machines verstoken en de steeds verhogende moeilijkheidsgraad, zou het dus een honderdtal dagen duren om een miner van 3.000 euro terug te verdienen. Echter, met de exponentieel stijgende moeilijkheidsgraad zijn ook deze verwachtingen vaker en vaker foutief.
The #Bitcoin Saga continues…. #Lamborghini #Gallardo. 2nd Bitcoin Transaction Confirmed: http://t.co/4Jj4SJs6iF pic.twitter.com/cmpTIAmRF9
— Lambo Newport Beach (@Lamborghini_NB) December 14, 2013
Zelf wil Filip overigens meer toekomstgericht werken. De bitcoins die hij delft, plant hij pas binnen enkele jaren te verkopen, en hij is dit jaar begonnen met CFD-trading (contract for difference) op Bitcoin en Litecoin, een andere virtuele munteenheid. Momenteel schommelt de prijs opnieuw rond de duizend dollar, maar Filip verwacht een stijging tot enkele duizenden dollar, misschien wel 10.000 dollar om daar vervolgens te stabiliseren. Roel treedt hem daarin bij. “Je ziet de prijs namelijk steeds stijgen op momenten dat je de munt op meer plaatsen kan gebruiken.” En die nieuwe plaatsen komen er, want het hele monetaire ecosysteem moet nog worden uitgevonden. Zo kan je zonder probleem casino’s oprichten waar je met bitcoins kan spelen, het is namelijk geen officiële munteenheid, en dus valt het niet onder de gokwetgeving. De huidige prijsdaling werd onder meer veroorzaakt door een handelsverbod in China, een van de grootste bitcoinlanden.
Grote zeepbel
Hoe zijn velen nu zo rijk geworden met de aankoop en verkoop van bitcoins? Dat hangt samen met de structuur van de virtuele munteenheid, waardoor sommigen de kans groot achten dat het om een grote zeepbel gaat. Bitcoin kent namelijk veel hoogtes en laagtes, en de waarde kan op enkele uren of dagen tijd verveelvoudigen of crashen. Eind 2008 was een bitcoin 10 dollarcent waard, eind november 2013 piekte de munt rond de 1.200 dollar, maar een goeie maand later was dat dan weer gehalveerd tot 600 dollar. Dat in tegenstelling tot munteenheden zoals de dollar, die gecentraliseerd wordt uitgegeven door de Federal Reserve. De Fed heeft – net zoals de Europese Centrale Bank voor de euro – manieren om de waarde van een munt min of meer gelijk te houden: er kunnen briefjes bijgedrukt worden of uit de omgang genomen worden om de prijs niet te snel te laten dalen of stijgen.
#Bitcoin touches $745. Rising 6.8% in last 24 hours.
— Bitcoin Value (@bitcoinvalue) December 26, 2013
Bijdrukken is echter niet mogelijk met bitcoins, het is steeds wachten op de servers die de berekeningen uitvoeren, en munten uit het systeem halen is al helemaal niet mogelijk. Het netwerkprotocol werd zo ontworpen dat een nieuw blok munten elke tien minuten wordt vrijgegeven, tot ze alle 21 miljoen weg zijn. Het aantal munten per blok wordt echter steeds kleiner. Als de miners er binnen die 10 minuten niet in slagen om de code te breken, dan gaat de moeilijkheidsgraad naar beneden, als dat sneller lukt, wordt de code moeilijker.
Moeilijkheidsgraad
Die moeilijkheidsgraad heeft ervoor gezorgd dat het bitcoinminen dit jaar echt van de woonkamer naar het datacentrum verhuisde. Er kwam namelijk steeds meer interesse, en dus meer computerkracht om bitcoins te minen, waardoor het netwerk de moeilijkheidsgraad steeds weer opschroefde. Samen met de steeds verhogende waarde, maakte dat van bitcoinminen een industrieel proces. Emmanuel Abiodun zag zo al snel in dat met de nodige investeringen het mogelijk was om een mooie winst te maken. Wat begon met één server in zijn gastenslaapkamer, is uitgegroeid tot een miljoenenbusiness in IJsland, waar particulieren voor een minimale instapprijs van 999 dollar per jaar een deel van de rekenkracht kunnen huren.
Abiodun had zijn eerste servers in het Amerikaanse Kansas City geplaatst, maar besloot te verhuizen wegens de hoge elektriciteitskosten. Zijn toestellen, 20.000 dollar per stuk, zijn namelijk speciaal ontworpen om te minen en vreten energie. In IJsland is hernieuwbare energie echter heel goedkoop, en de Arctische winden koelen de servers goed af. Hoewel het voorlopig een geniale zet blijkt, kan hij ook zo maar alles terug verliezen. Als de valuta instort, is hij alle investeringen kwijt. Het is namelijk onmogelijk om de servers ergens anders voor te gebruiken. Toch laat hij zich daar niet door afschrikken. Integendeel, hij heeft net een nieuwe miljoenenbestelling geplaatst om zijn datacentrum uit te breiden.
Bitcoins zijn voor vele gewone burgers geweldig, er is dan ook geen centraal systeem dat door een natie of groep gedomineerd of beïnvloed kan worden. Politici daarentegen hebben er schrik van. Zij vrezen de controle over het monetair systeem kwijt te raken – voor zover ze dat nog hebben -, wat het einde van de papieren munt kan inluiden. Ze hebben wel een punt om argwanend te zijn. Sommigen wisten met bitcoins een fortuin te vergaren, maar je kan er even goed al je spaargeld mee verliezen. Het lijkt meer op de beurs, maar dan met grotere waardeschommelingen. Vooraleer bitcoin de echte valuta voor internetgebruik kan worden, zijn er echter nog heel wat hindernissen te overwinnen.
Hindernissen
1. Illegale sector
Bitcoin-transacties zijn niet te traceren, en daarom ook niet te annuleren. Dat heeft enkele gevolgen. Enerzijds kan je geld niet terugeisen nadat je een betaling hebt uitgevoerd. Je moet dus rekenen op de eerlijkheid van de verkoper. Anderzijds zorgt die anonimiteit ervoor dat je geld makkelijk kan witwassen. Fraudeurs houden daar uiteraard van, en dus vormen zij een belangrijke groep gebruikers.
2. Opslag
Er zijn verschillende manieren om bitcoins op te slaan. Zo zijn er digitale portefeuillediensten als Coinbase, maar andere bedrijven kunnen ook zorgen voor offline opslagmethodes. De privésleutels en adressen kan je ook op een computer of externe harde schijf opslaan, of je kan ze printen. De vraag is echter of dat veilig is. Veel pc’s zijn geïnfecteerd met virussen, trojaanse paarden en malware, en de kans is dus reëel dat bitcoins gestolen worden. Ze offline opslaan op een externe harde schijf is ook niet zonder gevaar. Denk maar aan het verhaal van James Howells uit Wales. In 2009 kocht hij 7.500 bitcoins, die toen amper waarde hadden. De totale aankoopprijs bedroeg nog geen zes dollar. Hij vergat zijn aankoop toen hij problemen ondervond met zijn laptop, waardoor er nu een schijf met waarde van meer dan 7 miljoen dollar op een vuilnisbelt ligt. Howells heeft het afval nog proberen uit te kammen, maar dat was onbegonnen werk.
3. Banken zijn nog niet aan boord
Hoewel bepaalde banken – zoals Bank of America – in bitcoin het online betalingsmiddel van de toekomst zien, zijn vele anderen nog niet aan boord. Het gebrek aan wettelijk kader is voor velen een zegen, maar voor financiële instellingen een doorn in het oog. De meeste banken zullen hun handen dus van bitcoins afhouden zonder een duidelijke regelgeving. Mensen hebben echter nood aan houvast, en een simpele en veilige manier om geld op te slaan is er daar een van.
Voorlopig lijken de bitcoinpioniers het bij het rechte eind te hebben om er geld in te pompen. De toekomst zal echter moeten uitwijzen of de huidige investeringen ook nog voldoende winst zullen opleveren. Als de koers naar de verhoopte 10.000 dollar van Filip Maertens gaat, dan zeker. Als de koers niet meer stijgt, wordt het moeilijk om nog winst te maken met bitcoins te minen. En dan is er nog de laatste mogelijkheid dat de virtuele valuta volledig instort, wat miljarden kan doen verdwijnen.