Sinds het begin van de lockdown zijn Belgen meer beginnen roken en drinken. Dat blijkt uit een enquête van de Vrije Universiteit Brussel (VUB) en het UZ Brussel bij 3.632 Belgen tijdens de maand april.
Het zijn vooral ouders met jonge kinderen en tijdelijke werklozen die meer drinken en roken dan voor de coronamaatregelen. Ook is er een groot verschil tussen jongeren en ouderen, want bij die laatste is de stijging veel beperkter. Bij mensen die in de zorg werken, is het alcoholverbruik niet gestegen.
Opvallend is ook dat zo’n 15 procent van mensen die voordien niet of weinig dronken dat nu wel vaker doen. Omgekeerd is ook zo’n 15 procent van de mensen die wel regelmatig iets dronken, nu zo goed als gestopt. Het gaat dan vooral om mensen die enkel alcohol drinken bij sociale gelegenheden zoals op café of bij vrienden. De cijfers voor roken zijn gelijkaardig. Daar gaat het telkens om 5 procent.
Verschillende redenen
“Mensen zoeken een uitweg na de drukte en stress. Anderen missen de structuur in hun dag, de contacten met andere mensen”, zegt psychiater Frieda Matthys, die meewerkte aan het onderzoek, in De Morgen. Verveling en isolement duiken het vaakst op als reden voor het gestegen alcohol- en tabakgebruik. Anderen willen zichzelf belonen na een zware dag of het gezellig maken in hun huis.
Verslaving
De studie keek naar het gedrag van de brede bevolking en houdt volgens de onderzoekers een belangrijke waarschuwing in. “Bij de uitbraak van het SARS-virus in 2003 en 2004 in Canada en China was er twee à drie jaar later een sterke toename van het aantal verslavingen”, zegt Matthys.
Ook hier bestaat het risico dat mensen hun nieuw aangeleerde gewoontes zullen aanhouden na de lockdown. “Vooral voor de toekomst is er een risico. Wie kwetsbaar is, kan de komende maanden en zelfs jaren in de problemen komen. Mensen zullen dan verwijzen naar de lockdown als het moment waarop het fout liep”, klinkt het.
Frieda Matthys vraagt dan ook aan huisartsen om tijdens consultaties na te gaan hoe het zit met het alcohol- en tabakgebruik van hun patiënten. “Maak je het bespreekbaar in een vroeg stadium, dan is de kans groter dat we erger kunnen voorkomen”, besluit ze.