In de Wetstraat is een stille revolutie bezig: maken de partijvoorzitters deze keer een regering zonder dat het Paleis de dans leidt? Zover zijn we nog niet, maar het PS-sp.a-duo is wel bezig, op eigen houtje. Dat doet royalisten steigeren: een gevaarlijk precedent. Tegelijk zijn er een pak spelers die het best wel eens zonder het Paleis willen doen, en die de situatie net als een “interessant precedent” zien.
In het nieuws: De voorzitters van PS en sp.a, Paul Magnette en Conner Rousseau, zaten gisteren samen met Open Vld en de MR.
De details: De eerste ronde van het rode duo is bijna afgelopen.
- De twee hebben ondertussen bijna iedereen gezien in de Wetstraat. Enkel PVDA-PTB en Vlaams Belang, de twee partijen die de volmachten niet steunden, worden niet ontvangen.
- Ze werken aan een tabel die oplijst wat de prioriteiten zijn per partij, en wat de ‘no go‘-domeinen zijn, de veto’s die partijen stellen. Een echte tekst, een (in)formateursnota, komt er niet: het is eerder puzzelen met die tabel om een basis van coalitie te vinden.
- Opvallend: de ontmoeting met Georges-Louis Bouchez, de MR-voorzitter, verliep naar verluidt heel rustig en positief. Dat staat in schril contrast met wat Bouchez nochtans gisterenmorgen deed, via interviews in twee kranten: een brandbom gooien op het initiatief van het duo.
- De socialisten hadden “als grootste familie” het initiatief geclaimd, en niemand in de Wetstraat weerlegde dat. Gisteren nog bevestigde Open Vld-voorzitter Gwendolyn Rutten op Villa Politica dat het logisch is, gezien de rode familie het grootste is.
- Bouchez had het voor de schermen over een “kleine staatsgreep“ en stelde schamper over die gesprekken “dat Rousseau en Magnette allicht na de lockdown de behoefte hadden een luchtje te scheppen“.
- Maar binnenskamers was het contact dus hartelijk, met humor als bindende saus: Rousseau, die van Bouchez het verwijt had gekregen niets inhoudelijk voor te stellen (“Ik wacht op zijn eerste ideeën”), gaf een mapje vol ‘inhoud’ cadeau aan de MR-voorzitter, met z’n uitgeschreven plannen voor een ‘New Social Deal’.
The big picture: Toch raakt Bouchez met z’n kritiek van een ‘staatsgreep’ een fundamenteel punt aan: hoe zit het met de rol van het Paleis?
- In dit land heeft de monarchie weinig tot geen echte macht. Maar puur protocollair is ze niet: koning Filip knipt niet enkel lintjes. Want op het moment van regeringsvorming vervelt het Paleis tot een politieke actor van formaat. Zij leiden immers de dans om een federale regering te vormen, door ‘koninklijke opdrachten’ te geven, ‘missies’ zoals u wil, met meestal een titel als ‘informateur’ en in een serieuzere fase ‘formateur’.
- Het is een niet-onbelangrijke rol in het schaakspel. De koning en zijn kabinetschef worden daarin geacht ‘neutraal’ te zijn. Maar hoe complexer de stembusuitslag, hoe moeilijker het is voor het Paleis om dat te zijn. De laatste vijftien jaar waren moeilijk navigeren: zeker in de einddagen van het koningschap van Albert II was er veel kritiek van bij de partijvoorzitters, onder meer op de rol van Jacques van Ypersele, de toenmalige kabinetschef.
- Algemeen leeft het gevoel dat koning Filip het beter aanpakt, veel scherper is dan z’n vader. En z’n entourage is ook jonger, professioneler. Maar het Paleis heeft wel de traditie om een kabinetschef van christendemocratische signatuur te nemen stevig behouden. Na van Ypersele kwam Frans van Daele, een diplomaat met stevige CD&V-stempel. En nu is Vincent Houssiau, die ook in verschillende CD&V-kabinetten z’n carrière maakte, de kabinetschef.
- Het zou fout zijn om te stellen dat de tenoren altijd zo gelukkig zijn met die rol van het Paleis en de kabinetschef, met oranje achtergrond:
- De N-VA is een republikeinse partij, en maakt er dus geen geheim van dat ze liever de Vlaamse aanpak zouden willen hanteren: de grootste partij krijgt initiatiefrecht, na verkiezingen. In de periode van van Ypersele was er manifest wantrouwen tussen het Paleis en de N-VA. Dat is niet meer het geval, de relaties zijn professioneel en correct. Maar daarmee zijn de N-VA’ers niet plots royalisten geworden.
- Bij de PS dook de afgelopen maanden regelmatig een dosis wantrouwen op over de invloed van de christendemocraten. De Franstalige socialisten zijn 2014 en de vorming van de Zweedse coalitie niet vergeten: toen kwamen zij niet aan zet, en slaagden MR en N-VA erin iedereen te verrassen. Daarbij had de PS het gevoel dat dat met forse steun van het Paleis gebeurde.
- Ook bij Open Vld kijkt men toch met argusogen naar de vermeende rechtstreekse lijn tussen CD&V en de entourage van de koning. In heel de periode van regeringsvorming kwamen de Vlaamse liberalen slechts één keer aan zet, toen Patrick Dewael (Open Vld) drie weken de dans mocht leiden.
- Maar of de christendemocraten daarom nu echt “een voetje voor hebben”? Bij CD&V ontkent men dat met klem. Zeker de aanstelling van Koen Geens (CD&V), tot opdrachthouder: daarover ontstond het beeld alsof de minister van Justitie en het Paleis onder één hoedje speelden. Maar was dat wel zo? Er circuleert een andere versie in de Wetstraat, waar blijkbaar toch een paar volleerde theaterspelers rondlopen, die er niet voor terugdeinzen zelfs het Paleis eens onder de bus te gooien, als dat moet om zelf de vingers niet te verbranden.
De essentie: Een regering vormen zonder de koning, het is nog nooit gebeurd.
- “Uiteraard is dit initiatief van de PS, met stille steun van de N-VA, dus niet zo ‘onschuldig’ of ‘logisch’, zoals ze het willen doen lijken. Hier wordt een gevaarlijk precedent gezet: want als straks blijkt dat het kan, zonder koning, krijgen we dan niet heel snel de roep om de koning enkel nog een protocollaire rol te geven?”, zo vraagt een sleutelspeler in de Wetstraat zich af.
- De MR-voorzitter Bouchez, een zelfverklaarde royalist, stelde het al openlijk: het zou beter zijn als de koning toch aan zet komt. Hij toetste de zaak ook af met een aantal grondwetsspecialisten, en kwam met een opvallende conclusie: in feite kan de koning wél aan zet komen. Immers: de regering Wilmès II is eigenlijk nog altijd ‘in lopende zaken’.
- Dat zit zo: premier Sophie Wilmès (MR) vroeg midden maart aan de Kamer het vertrouwen, maar dat was niet onvoorwaardelijk, zoals bij een normale regering.
- “Ik zal uiterlijk over zes maanden opnieuw het vertrouwen vragen van het Parlement. Daardoor zullen we het kader van de lopende zaken voor de onderwerpen buiten deze crisis niet overstijgen.”
- Met andere woorden: de regering is enkel voor alles wat het bestrijden van corona betreft niet meer in lopende zaken, voor al het andere heeft ze geen “volheid van bevoegdheid”.
- Tenminste: dat is de lezing die negen partijvoorzitters die hun vertrouwen gaven, hebben uitgewerkt rond de regering. Maar het is in elk geval constitutioneel absoluut ‘no man’s land’: een regering die wél de eed aflegde, wél het vertrouwen kreeg, maar toch nog deels ‘in lopende zaken’ zit. Die juridische draak van een oplossing (een typisch Belgische constructie) liet midden maart partijen als sp.a en CD&V, die in de discussie zich ongemakkelijk voelden om plots helemaal het vertrouwen te geven, toe toch mee te stemmen voor Wilmès II in de Kamer.
- Bouchez kreeg opvallend genoeg weerwerk van Marc Uyttendaele, professor grondwettelijk recht en met ferme PS-stempel, op Twitter: “De MR-voorzitter stelt dat partijen niet mogen overleggen zonder interventie van de koning, over de vorming van een regering. Wat een onzin. De koning komt enkel tussen wanneer de regering ontslagnemend is. Dat is niet het geval.”
- Die redenering wordt ook binnen de regering zelf gemaakt: al de verklaringen rond ‘lopende zaken’ en niet, zijn constructies van de geest, eerder dan van juridische waarde.
- Maar bij de MR drukt men erop dat Uyttendaele een notoir republikein is, en dat dit exact de agenda is die doorgedrukt moet worden bij de PS: de koning buiten het spel krijgen.
- Hoe dan ook: op het Paleis voelt men zich niet geroepen om in de ring te stappen. In de wandelgangen is daar te horen dat het enige waar men naar kijkt, de juridische realiteit is: deze regering heeft de eed afgelegd, is niet in lopende zaken, maar heeft de volle bevoegdheid, wat ook de politieke verklaringen mogen zijn. Met andere woorden: de koning komt niet tussen in deze discussie, het is aan de voorzitters nu.
- Belangrijke vraag is wel of dat nog geldt op moment dat in juni het Parlement de volmachten niet verlengt: want dan blijft de regering wel nog steeds zitten (een vertrouwensstemming is pas voorzien in september), maar zijn haar vleugels toch serieus geknipt. Belangrijke tenoren houden de optie open, dat dan alsnog het Paleis terugkeert op het toneel.
Hét dossier om nu te volgen: Brussels Airlines kan in een stroomversnelling.
- Wat moest gebeuren, is gebeurd: in Duitsland heeft de regering van Angela Merkel en Olaf Scholz een deal met Lufthansa bereikt, de moeder van Brussels Airlines.
- Opvallend daarbij zijn de details van de deal.
- De Duitse staat stapt in het kapitaal, voor 25 procent plus één aandeel.
- Dat beschermt Lufthansa tegen vijandige overnames uit het buitenland.
- Daarnaast is er een grote lening, en een pakket niet-stemgerechtigde aandelen, een “stille participatie”.
- In totaal gaat het om een bedrag van 9 miljard euro.
- Hiermee lijkt de Duitse minister van Financiën Scholz, de sterke man van de sociaaldemocraten in de Duitse regering, zijn slag grotendeels thuis te halen. Merkel zelf stond veel huiverachtiger tegenover een participatie in het kapitaal.
- De deal heeft belangrijke gevolgen: Scholz overlegde de afgelopen weken intens met z’n Oostenrijkse en Belgische collega’s, bij ons minister van Financiën Alexander De Croo (Open Vld). Die heeft samen met Koen Van Loo van de federale participatiemaatschappij FPIM de lead in het dossier.
- Meer dan vermoedelijk zal een Belgische deal voor Brussels Airlines gelijklopen aan die van Lufthansa zelf: de kans dat België in het kapitaal stapt, is dus zeer wezenlijk.
Vreemde gang van zaken: In het dossier van de tweedeverblijvers kwam dan toch een doorbraak, na een dag gerommel in de regering.
- Gisterenavond laat publiceerde het Staatsblad eindelijk het ministerieel besluit: de tweedeverblijvers mogen terug naar hun eigendom. De zaak leverde hoogspanning op tussen de partijen in de federale regering.
- Het dossier leek maandag al beslist, toen op het Overlegcomité met de deelstaten er een consensus was. Woensdagmorgen was een elektronische bijeenkomst van de Veiligheidsraad dan genoeg, zo leek het.
- Maar plots doken er nog obstakels op: verschillende bronnen wijzen erop dat minister van Binnenlandse Zaken Pieter De Crem (CD&V) dwars lag en schriftelijk een persoonlijke goedkeuring van de leden van de kern vroeg. Redelijk ongezien, maar kwestie dat iedereen zich stevig wilde indekken.
- En het ging nog verder. Plots bevroeg het Nationale Crisiscentrum, via de gouverneurs, alle burgemeesters over de tweede eigendommen. En dat terwijl de zaak toch eigenlijk al beslist was? Wie durfde niet door te duwen?
- Minister van Binnenlandse Zaken Pieter De Crem (CD&V) wees expliciet naar de premier, “die wilde dat de burgemeesters ondervraagd worden”, zo stelde z’n woordvoerder.
- Opvallend: net op dat moment had Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA) in het Vlaams Parlement al verklaard dat het in orde zou komen, en dat het verbod “heel snel zou opgeheven worden”.
- In de Kamer wilde premier Wilmès dan weer niet zeggen wanneer die opheffing zou komen. In gemeentes met tweedeverblijvers, zeker aan de kust, was men niet bepaald enthousiast over dat gebrek aan duidelijkheid.
- Pas erg laat, rond half tien ’s avonds, kwam dan eindelijk het ministerieel besluit van De Crem, en plots was het verbod niet meer.
- Meerdere bronnen wijzen erop dat de druk ook juridisch was: de Raad van State zou meer dan waarschijnlijk het wankel en onduidelijk verbod hebben vernietigd, wat stevig gezichtsverlies voor de regering zou hebben opgeleverd. Liever dus het verbod, dat virologisch hoe dan ook niet meer te verantwoorden was, helemaal intrekken.
- Dat CD&V met partijvoorzitter Joachim Coens pleitte voor ’terug naar de kust’, terwijl in West-Vlaanderen Carl Decaluwé (CD&V) bleef dwarsliggen, is niemand ontgaan in de Wetstraat. “De virologen zeggen dat het kan, de politieke leiders zeggen dat het kan. Dan moet je knopen doorhakken. Je vindt altijd wel iemand in dit land die een ander licht op de zaak laat schijnen”, zo stelde Jambon vanmorgen nog op Radio 1.
Opvallend: ‘Zweeds’ (N-VA+ MR + Open Vld + CD&V) vindt elkaar opnieuw in de Kamer.
- De vier voormalige coalitiepartners hebben samen een wetsvoorstel klaar rond de btw in de horeca. Die willen ze tijdelijk verlagen naar 6 procent, om de sector zo wat ademruimte te geven.
- Het idee is immers dat die verlaging vooral in de zak van de horeca-uitbaters belandt, niet dat de consumenten nu korting gaan krijgen: cafés en restaurants moeten hun prijslijst niet aanpassen, alleen hun elektronische kassa.
- Uiteraard heeft ‘Zweeds’, de coalitie die eind 2018 strandde op het migratiepact, geen meerderheid meer in de Kamer: anders was er wel al lang een regering geweest. Maar nu klitten ze weer aan elkaar, en maken een ‘horecacoalitie’, waarbij ze andere partijen uitnodigen hun voorstel te steunen.
- Dat moet er komen voor de horeca weer mag heropenen. In alle buurlanden is daarover al duidelijkheid: de meeste gaan ten laatste begin juni weer open. Bij ons is er niet de minste duidelijkheid over een datum, maar vermoedelijk mikt men op 8 juni.
Om te noteren: De omstreden KB’s over het opvorderen van verplegers worden “on hold” gezet.
- Voorzichtig, voorzichtig, voorzichtig: het blijft toch een beetje de mantra van Wilmès II. Want een dossier dat al weken de regering tegenover de vakbonden uit de witte sector brengt, gaat nu “on hold”. Het gaat om twee koninklijke besluiten die eigenlijk al waren goedgekeurd.
- Bedoeling was om in tijden van nood de politieke verantwoordelijken de kans te geven personeel in de zorgsector op te vorderen. Dat kwam er op vraag van de regio’s (dus ook de N-VA in Vlaanderen en de PS in Wallonië). Maar De Block kreeg de volle laag: de vakbonden pikten die politieke ’toename van macht’ niet, en hadden bovendien de grootste moeite met het idee dat ook niet-verplegend zorgpersoneel in tijden van nood ook zou verplegende taken mogen uitvoeren.
- Het protest leidde tot stakingsaanzeggingen, eerst van de christelijke, maar daarna ook socialistische én liberale vakbond. In het Brusselse Sint-Pieter-ziekenhuis kreeg premier Sophie Wilmès (MR) onder meer daarom een bijzonder koele ontvangst, waarbij het zorgpersoneel de rug keerde naar de eerste minister. Die beelden gingen de wereld rond.
- Nu plooit de federale regering zich dus wat: op de superkern zal De Block vragen de KB’s “on hold” te laten zetten. Bedoeling is dan dat het via sociaal overleg opnieuw geregeld zal worden. Maar dan kunnen andere grieven van de vakbonden ook aan bod komen.