Theo Francken, N-VA-staatssecretaris voor Asiel en Migratie en Jan Jambon N-VA-minister van Binnenlandse Zaken zijn het kotsbeu; (Franstalige) politici die op het vliegtuig keet schoppen en zo een moeilijke repatriëring totaal in het honderd laten lopen. De laatste in de rij is Emir Kir, een boegbeeld van de PS. Die verhinderde op 12 mei zo’n uitwijzing en heeft dus nu een klacht aan z’n been. Zelf ontkent hij alles.
Emir Kir (PS) is de vierde in de rij. Daarin onder meer PS-senator Fatiha Saïdi, die tussenkwam op een vlucht naar Marokko en uiteindelijk tegenhield dat een veroordeelde werd uitgewezen. Huidig Ecolo-voorzitter Zakia Khattabi die de uitwijzing van een Tunesiër verhinderde. FDF-staatssecretaris Gisèle Mandaila die tussenkwam op een vlucht naar Afrika, waardoor de boel in het honderd liep.
Deze keer ging het om een Nigeriaanse die in Spanje is veroordeeld tot 3,5 jaar cel (met het fraaie palmares van slagen en verwondingen, valsheid in geschrifte en verboden wapendracht). Ze zou aan Marokko worden overgedragen. Op hetzelfde vliegtuig op12 mei zit Emir Kir, kopstuk van de PS in Brussel, burgemeester van Sint-Joost-ten-Noode en kamerlid.
Het scenario dat zich ontrolt is gelijk aan dat van de andere incidenten met politici en repatriëringen: de passagiers in het vliegtuig komen ‘in opstand’, hinderen de politie en saboteren uiteindelijk de uitwijzing onder aanvoering van een politicus. Volgens Het Laatste Nieuws, dat bronnen bij de politie citeert, was die rol deze keer weggelegd voor Kir. Die maakte zich bekend “als lid van de Kamer” en stelde “dat de vrouw het recht heeft om in België te blijven”.
“Ik zei dat de vrouw het recht had hier te blijven”
Aan Het Laatste Nieuws vertelt Kir zijn versie: “Toen ik aan boord kwam, hoorde ik gehuil en geroep. Ik zat helemaal achteraan, vlak bij de zwarte vrouw die riep dat ze niet wou worden gerepatrieerd. Om de gemoederen te bedaren en een einde te maken aan het psychische en fysieke geweld van de agenten heb ik me kenbaar gemaakt als parlementslid. Ik zei dat de vrouw het recht had om hier te blijven. Tot de Belgische politie me zei dat ze aan de grens was onderschept. In dat geval had protest geen zin meer. Samen met een medepassagier hebben we iedereen kunnen kalmeren.”
Voor Jambon en Francken is Kir een uitstekende case om voor eens en altijd komaf te maken met die (Franstalige) politici die een procedure in de war sturen. Het feit dat hij van de PS is, komt daarbij handig uit. De Nigeriaanse vrouw heeft het immers al erg bont gemaakt: drie mislukte pogingen om haar uit te wijzen, waarbij ze zich helemaal uitkleedt, op zich heen schopt en slaat, de politie bijt en krabt en steeds roept: “Don’t kill me”. Kir bevestigt dat “de politie op een onmenselijke manier handelde”. “Ik zou opnieuw tussenkomen.”
Francken en Jambon hebben een totaal andere versie: er is geen sprake van geweld van de politie. En deze keer laten ze het er niet bij: Kir heeft een klacht aan z’n been. De FOD Binnenlandse Zaken dient die in bij het parket van Halle-Vilvoorde: schending van de luchtvaartwet en het negeren van bevelen van de gezagvoerder. Kir is als parlementslid onschendbaar, de Kamer zal zich dus moeten buigen over het dossier en de vraag of z’n onschendbaarheid moet opgeheven worden.