‘City of things’: Antwerpen volgt je de klok rond

Zopas meldde de stad Antwerpen via Gazet van Antwerpen met enige trots dat het vanaf volgend jaar via gsm-signalen kan volgen ‘hoe mensen zich naar en in de stad bewegen’. Het project luistert naar de ronkende naam ‘City of Things’ en is een samenwerking tussen het Vlaams digitaal onderzoekscentrum iMinds, de stad Antwerpen en de mobiele netwerkprovider Mobile Vikings. Bart De Wever ziet het helemaal zitten: zo kan exact nagegaan worden hoeveel mensen de Sinksenfoor bezoeken, aldus de Antwerpse burgervader. Dat is onvoorstelbaar interessant, daar zat ik al lang op te wachten. Maar wacht eens: ongevraagd gsm-signalen oppikken van burgers en deze verwerken, is dat niet strijdig met de privacy-regels?

Geenszins, benadrukt Davor Meersman, projectleider van City of Things: ‘Dit gaat over onderzoek om de stad te kunnen verbeteren voor iedereen, zonder de privacy te schaden’.

Meersman herhaalt dat zo dikwijls en die sussende one-liner duikt zo veelvuldig op in alle media dat onze achterdocht onmiddellijk gewekt wordt.

Want op de webstek van iMinds, doorklikken naar City of Things (in dit hoogstaande techno-universum passen bescheiden Nederlandse namen werkelijk niet meer), lezen we toch wel iets anders. Bedrijven, geïnteresseerd in privé-data, worden op de volgende manier warm gemaakt voor het project. En geniet even van deze newspeak:

‘De enorme gebruikersgroep van 200.000 stadsbewoners biedt de ontwikkelaars en tech entrepreneurs van City of Things een initiële installatiebasis voor hun apps en diensten. Het platform laat toe te interageren met doelgroepen, gebruikersgedrag bij te houden en producten en diensten te ontwikkelen op een uiterst wendbare manier.’

(…)

‘We verzamelen realtime data van stadsbewoners via connecties met smartphones, iBeacon-toestellen over heel Antwerpen en POS-systemen in handelszaken. Via onze ononderbroken monitoring garanderen we levensechte data in realtime’

Overheid en business aan dezelfde kant, tegen de privacy

Wat betekent dit nu in mensentaal? Dat het wel degelijk om ‘monitoring van burgergedrag’ gaat (het staat er ook zo), en dat bewegingen, koopgedrag enz. via een door de stad en de Vlaamse overheid geïntroduceerd netwerk aan privé-bedrijven worden doorgespeeld. Dat is iets helemaal anders dan de toeloop naar de Sinksenfoor tellen. Wie een pint drinkt op de Keyserlei of een paar sportschoenen koopt op de Turnhoutse Baan meldt dat via zijn mobieltje ‘in real time’ aan het netwerk, dat deze informatie opslaat en verder verwerkt voor commercieel gebruik van derden. Tegenwoordig wordt Facebook voor dit soort praktijken op de hielen gezeten door de Pivacy-commissie.

Het samengaan van overheid en privé is in deze context van ‘real time burgermonitoring’ interessant. Want de privé-sfeer staat sinds 2001 van twee kanten onder druk: de overheid wil weten wat we doen en waar we uithangen (veiligheid enzo), privé-bedrijven willen weten wat onze behoeften zijn en wat ze ons verder kunnen aansmeren. In ‘City of Things’ lijken die twee elkaar gevonden te hebben. Opmerkelijk evolutie: in een eerste fase is er nog wrijving tussen overheid en privé, met de privacy als inzet, in een tweede fase zullen ze samengaan met de burger als dupe.

Drie categorieën van mensen blijven alvast onder de radar van het Antwerpse systeem, namelijk diegenen die geen smartphone of iets soortgelijk op zak hebben: kleine kinderen, bedelaars en digifabeten (dat zijn de achterlijken die alles met twintig jaar vertraging kopen zoals ondergetekende en dus nog maar pas aan een GSM te zijn). Zij kunnen niet worden ‘gemonitord’, maar dat is niet erg want ze vormen ook geen doelgroep voor de commerce, noch voor Bart De Wever, en gevaarlijk zijn ze ook al niet.

Onder de radar blijven wordt de nieuwe sport in Antwerpen. Tot op de Sinksenfoor, in het spookhuis.