De Belgische staat is dan toch niet verplicht om tien kinderen van IS-strijders en hun ouders hier terug te halen. Dat heeft de rechter in beroep beslist volgens de kranten van De Persgroep. België moet ook geen dwangsommen betalen per dag dat het niets onderneemt om de IS-kinderen (en hun ouders) terug te halen.
Vorig jaar vroegen vier IS-vrouwen dat hun kinderen, jonger dan tien, teruggebracht zouden worden naar ons land. De kinderen zaten toen vast in kampen in het noorden van Syrië, hun ouders groeiden op in Antwerpen.
In eerste aanleg gaf de rechter de gezinnen gelijk. De Belgische staat kreeg dwangsommen van 5.000 euro opgelegd voor elke dag dat er niets ondernomen werd om de kinderen naar België terug te halen.
België tekende echter beroep aan tegen de veroordeling, omdat het niet in staat zou zijn om de kinderen terug te halen. Zo wilden de ouders niet gescheiden worden van hun kinderen en lieten de Koerdische strijders, die in het gebied de plak zwaaien, niet toe dat de kinderen zonder hun ouders het grondgebied zouden verlaten. België kreeg gelijk en de vier ouders tekenden dan weer beroep aan tegen dat arrest.
(Wat wil Islamitische Staat nu eigenlijk echt? 10 dingen die je moet weten.)
“Geen DNA-materiaal of geboorteaktes”
Het hof van beroep beslist nu dat de Belgische overheid niet verplicht kan worden om mensen terug te halen. Niet enkel de Syriëstrijders zelf, maar ook hun kinderen moeten niet teruggebracht worden naar ons land.
Een van de argumenten van de rechtbank: de afstamming van de kinderen kan niet aangetoond worden. Zo werden de kinderen geboren in Syrië, en is er geen DNA-onderzoek voorhanden dat aantoont dat het wel degelijk kinderen van de Belgische strijders zijn.
“Het gaat er bijvoorbeeld om dat er geen DNA-materiaal of geboorteaktes kunnen worden voorgelegd”, zegt Abderrahim Lahlali, advocaat van de moeders en kinderen. “Dat is voor ons moeilijk te plaatsen. Geboorteaktes kunnen uiteraard niet bezorgd worden vanuit een oorlogsgebied. En DNA-stalen die in Syrië genomen zijn, worden ook niet erkend in ons land. Dus dat maakt het ook bijzonder moeilijk.”
(VN waarschuwt voor “10.000 actieve IS-strijders in Syrië en Irak”.)
Geen hoogdringendheid
Daarnaast stelt het arrest dat de hoogdringendheid die voor deze specifieke procedure vereist zou zijn, niet langer aan de orde is. Lahlali bekijkt of hij en zijn cliënten eventueel verder procedure zullen voeren door bijvoorbeeld naar het Hof van Cassatie te stappen.