Antidepressiva vormen vaak een belangrijk onderdeel van psychiatrische behandelingen, maar blijkbaar leidt het langdurig gebruik ervan tot seksuele stoornissen. Daarnaast bestaan er nog heel wat andere mythes rond de psychiatrie en de behandeling van mentale stoornissen. Wij proberen de belangrijkste te doorbreken.
1. De psychiatrie heeft in de afgelopen eeuw grote vooruitgang geboekt
Op medisch vlak zijn we de laatste 100 jaar enorm vooruitgegaan. De ontwikkeling van vaccins tegen polio heeft bijvoorbeeld al miljoenen levens gered, en de laatste jaren zijn de overlevingskansen voor kanker en hartaanvallen stilaan aan het stijgen.
Psychiaters hebben nogal vaak de neiging om te zeggen dat ook zij de laatste jaren enorme stappen voorwaarts hebben gezet. Vooral de biologische benadering, waarbij beweerd wordt dat mentale problemen het gevolg zijn van erfelijke biochemische afwijkingen in de hersenen, wordt gezien als een baanbrekende theorie.
De stelling dat de psychiatrie er veel op vooruit is gegaan, wordt echter keihard onderuit gehaald door de cijfers. Zo blijkt uit onderzoek dat je meer kans op genezing hebt als je in een minder ontwikkeld land woont, dan als je in een ontwikkeld land woont. Een van de oorzaken daarvan is het overmatig gebruik van psychiatrische medicatie in de westerse landen.
Uit een ander onderzoek blijkt ook dat je vandaag even veel kans hebt om van schizofrenie te genezen als een eeuw geleden. De medicijnen die men bij de behandeling van schizofrenie gebruikt, hebben op lange termijn zelfs een negatieve bijwerking op de patiënt. De medicijnen zorgen ervoor dat het hersenweefsel van de gebruiker afneemt.
2. Langdurig gebruik van psychiatrische geneesmiddelen kan geen kwaad
De medicijnen die psychiaters hun patiënten voorschrijven doen soms meer kwaad dan goed. Veel antipsychotica hebben negatieve bijwerkingen als ze langdurig gebruikt worden. De oudere geneesmiddelen kunnen leiden tot tardieve dyskinesie. Dat is een bewegingsstoornis waarbij de patiënt oncontroleerbare spasmes in het gezicht en de mond heeft. De nieuwere antipsychotica vergroten op hun beurt het risico op hartziekten, diabetes en obesitas. Nog een voorbeeld is het gebruik van antidepressiva, die blijkbaar tot blijvende seksuele stoornissen kunnen leiden.
3. Mentale stoornissen zijn het gevolg van een ‘kapot’ brein
Sommige mensen beweren dat psychiatrische aandoeningen puur erfelijk en biologisch te verklaren zijn. Maar onderzoek wijst uit dat sommige mentale ziektes zoals schizofrenie kunnen worden veroorzaakt door bijvoorbeeld trauma’s uit de kindertijd. Bij de ontwikkeling van mentale stoornissen spelen ook levenservaringen en de omgeving een belangrijke rol.
4. Mensen met een mentale stoornis zijn een gevaar voor de maatschappij
Jeffrey Lieberman, de voorzitter van de American Psychiatric Association, verklaarde onlangs nog dat massale schiet- en moordpartijen meestal veroorzaakt worden door mensen met een mentale aandoening die geen psychiatrische hulp hebben gehad.
Uit een Nederlands onderzoek blijkt echter dat slechts 0,007 procent van alle misdaden in Nederland rechtstreeks samenhangen met mentale stoornissen.
5. Psychiatrische diagnoses zijn altijd betrouwbaar
Als we griep hebben gaan we naar de dokter. Hij stelt de symptomen vast en kan op basis daarvan afleiden welke ziekte we net hebben, waar het probleem ligt en hoe dat kan worden opgelost. Maar in de psychiatrie is het bepalen van een diagnose niet zo simpel.
In de meeste westerse landen wordt er gewerkt met de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM). Hierin staat een grote verscheidenheid aan mentale ziektes, samen met de symptomen en de behandeling van het probleem. Mits een goede diagnose moet het mogelijk zijn om de symptomen te verklaren en een goede behandeling te voorzien. Bovendien zou de diagnose betrouwbaar moeten zijn. Als een andere psychiater dezelfde patiënt onderzoekt, moet hij dezelfde diagnose stellen. Maar spijtig genoeg houdt de DSM niet echt rekening met de mate waarin symptomen en oorzaken van patiënt tot patiënt kunnen verschillen. Er is dan ook heel wat kritiek op de manier waarop in de psychiatrie diagnoses worden gemaakt.
6. Het aantal mensen met mentale problemen neemt toe
We horen voortdurend dat het aantal mentaal zieke mensen toeneemt, maar in werkelijkheid is dat niet echt het geval. De laatste versie van de DSM telt ongeveer 300 mentale ziektes, en daar ligt dan ook de oorzaak. Steeds meer normale reacties op ingrijpende levensgebeurtenissen worden als een mentale stoornis gezien. Volgens de DSM lijd je bijvoorbeeld al aan een depressie als je twee weken na het overlijden van een naaste nog ongelukkig bent.
7. Mentale ziektes behandelen als ‘een ziekte als een ander’ vermindert het taboe
Sommige psychiaters proberen de algemene bevolking ervan te overtuigen dat mentale aandoeningen eigenlijk net hetzelfde zijn als ziektes zoals diabetes. Ze beweren dat het aandoeningen zijn met enkel een genetische, biologische oorsprong waar de patiënt zelf niets aan kan doen en dat het dus om een ziekte als een ander gaat.
Uit onderzoek blijkt echter dat het voorstellen van een mentale stoornis als gelijk welke andere ziekte, een negatief effect heeft op onze benadering van mensen met een psychische aandoening. We gaan op die manier mensen met een mentale stoornis sneller uitsluiten op sociaal vlak en we krijgen meer het gevoel dat ze een gevaar kunnen vormen voor onze veiligheid. Blijkbaar hebben we dus meer begrip voor de verklaring waarbij de oorzaak van een mentale stoornis in de levenservaringen van de patiënt wordt gezocht.
Bron: Listverse