‘Beau Séjour II’ gaat van start met een nieuw verhaal en nieuwe personages: wij spraken met Gene Bervoets, Lize Feryn en Titus De Voogdt

Het verhaal van Kato was afgerond en dus is het niet meer Lynn Van Royen die we ergens tussen leven en dood zien dwalen. In Beau Séjour II – een productie van productiehuis De Mensen – is de Beau Séjour ook geen hotel meer, maar een schip. Het schip behoort toe aan Maurice (Gene Bervoets) die zichzelf aan de mast ziet hangen, maar ervan overtuigd is dat hij geen zelfmoord heeft gepleegd. Het is het begin van een nieuw hoofdstuk in de eerste anthology-reeks in Vlaanderen. We spraken met Gene, en ook met Lize Feryn (zijn dochter Alice) en Titus De Voogdt (de lokale politieman Vinnie).

Omdat we ons nog altijd in een lockdown bevinden tijdens een pandemie luidt onze eerste vraag: “Hoe gaat het met u?”

Foto: Frank Devos

Lize Feryn: 2020 was voor niemand het leukste jaar, maar ik kan gelukkig wel zeggen dat ik van groot onheil gespaard ben gebleven: er zijn geen mensen gestorven in mijn directe omgeving, ik heb kunnen werken en m’n bedrijf is niet over de kop gegaan.

Titus De Voogdt: Hier ongeveer hetzelfde, al merk ik wel dat het nu allemaal wat lang begint te duren. De eerste lockdown en een stuk van de tweede heb ik me goed kunnen bezigouden, maar je kan geen boeken blijven lezen. In maart is er een grote tournee met Studio ORKA uitgesteld, sindsdien heb ik niet meer gewerkt en dat begint toch stilaan te wegen. Er komt een gevoel van nutteloosheid over je heen.

Feryn: Als ik in 2020 op de set stond, dan was er vooral onzekerheid. De vrees dat iemand ziek zou worden en we de boel moesten stilleggen. Maar ik heb ook gemerkt dat de filmsector wel wendbaar is en dat er telkens een manier gezocht werd om toch te kunnen werken. Dat sterkt me dan toch in de overtuiging dat we gaan kunnen doorgaan, op welke manier dan ook.

Gene Bervoets:
Ik heb vooral rust gevonden in 2020 en dat was nieuw. Jarenlang heb ik van hot naar her gerend, altijd maar werken. En plots had ik tijd en ruimte. Maar in 2021 zou ik toch graag weer wat dingen kunnen doen.

NyklyN

Lize, hoewel het moeilijker was om te werken, ben jij wel heel veel op televisie te zien geweest de laatste tijd. Je speelde een rol in het tweede seizoen van #hetisingewikkeld, er was de webreeks Brak, gisteren zag ik je opduiken in Da’s Liefde, je speelt ook in de nieuwe reeks Leef! én Beau Séjour II komt eraan.

Feryn: Ik ben nu inderdaad veel te zien, maar dat is dan weer de toevallige samenloop van omstandigheden die je op tv soms kan krijgen. Tv is een traag medium, #hetisingewikkeld en Beau Séjour II zijn al lang geleden opgenomen, alleen worden nu al die series redelijk kort na elkaar uitgezonden. Het is vooral een reflectie van het werk dat ik de laatste jaren gedaan heb.

13kg afgevallen

Ik zit hier met een ervaren cast voor mij. Gene, jouw eerste titel die ik op IMDb terugvindt dateert uit 1979. Titus, jouw doorbraakfilms Steve+Sky en Any Way The Wind Blows komen ook op een respectabele leeftijd en Lize, toen je In Vlaamse Velden opnam was je nog maar 19, ook al een aantal jaar geleden intussen. Kennen jullie de kneepjes van het vak?

Feryn: Ik denk niet dat het goed is om té zelfzeker op de set te staan, denkend dat je het allemaal kan. Wél probeer ik om op voorhand mijn teksten goed te kennen. Daarbinnen probeer ik dan de vrijheid hebben om te spelen.

Bervoets: Ik probeer elke keer iets anders te doen en daarbij ga ik er altijd vanuit dat ik niks weet en dat ik het niet ga kunnen. En van daaruit begin ik aan een personage te bouwen en doe ik wat nodig is. Daar hoort soms ook een fysieke transformatie bij: om Maurice te worden ben ik 13 kg afgevallen ten opzichte van de vorige rol. Daardoor zie je ook dat ik peziger ben, wilder en gelooid door de zon en het zout. Iemand die zeven jaar op zee heeft gezeten hoeft er niet uit te zien alsof hij net uit het schoonheidssalon komt gewandeld.

Foto: Frank Devos

De Voogdt: Ik merk dat ik soms getypecast word en ik was heel blij dat dat in Beau Séjour II niet zo was. Ik mocht een agent spelen waar ze me anders meestal vragen voor personages aan de andere kant van de blauwe lijn. En Vinnie is ook homoseksueel, wat ik ook nog niet vaak gespeeld heb. Een homoseksuele agent komt al helemaal niet voor. Deze rol was voor mij dan ook een cadeau, ook al omdat het aan de zee was. Ik heb zelf een vissersboot staan in Nieuwpoort dus ik zit zelf nogal eens op zee. En ik kon ’s avonds eens tegen de file inrijden, ook niet onbelangrijk. (lacht)

Ha Titus, nu heb je één van mijn volgende vragen al van een antwoord voorzien? Lize en Gene, hebben jullie een bijzondere band met de zee?

Feryn: Ik denk dat iedereen wel gezellige herinneringen heeft aan de zee. Een associatie met vakantie, ijsjes, zandkastelen bouwen. En toch vind ik de zee ook iets onheilspellends hebben: los van de gezelligheid hebben we het hier ook over een natuurkracht die sterker is dan wat wij als mens aankunnen. De zee kan ons de baas.

Frank Devos

Bervoets: De zee is het begin van alle leven hé. Maar ik begrijp Lize: ik weet niet of je al iets hebt gehoord van mijn ongeluk? Op de allerlaatste draaidag werd ik van de boot gekatapulteerd in de studio waar we aan het opnemen waren, de Lites waterstudio in Vilvoorde. Boven mij hingen grote watertanks die de regen moesten ensceneren. Plots zijn die opengebarsten en kreeg ik 6 ton water op mij. Die watermassa katapulteerde me 10 meter verder. Ik ben vanop de boot in het water geschoten.

Uiteindelijk heb ik er twee maanden door in de lappenmand gelegen en was het een klein mirakel dat mijn toestand niet erger was. Het was voor mij een bijna-doodervaring en een symbolisch einde van mijn rol als Maurice.

Het brengt ons dicht bij toch één van de thema’s van de reeks: geloven jullie in een leven na de dood?

De Voogdt: Ik heb heel veel respect voor wie wel gelooft, maar nee: zelf ben ik atheïstisch. Of nog: ik ben er niet mee bezig. Het is geen thema in mijn leven. Ik ben ook niet zo opgevoed.

Bervoets: Ik geloof dat het belangrijk is om in dit leven aanwezig te zijn. Om nu te leven en nu goed te doen. Als je nadenkt over een leven na de dood dan ben je in mijn ogen dus al verkeerd bezig. Tegelijkertijd geloof ik wel dat er dingen zijn die we als mens niet kennen, dat we nog niet aan het einde van onze verstandelijke vermogens zitten, maar nog maar aan het begin.

Feryn: Ook ik ben te nuchter en te wetenschappelijk ingesteld om te geloven in een leven na de dood, maar ik merk dat ik ook luidop met mijn mama praat en dat ik ergens ook nog wel hoop dat ze nog ergens is. Dat er nog ergens iets is. Het geeft ook rust, denk ik, als je dat kan geloven.

De Voogdt: Ik kijk ook wel eens naar de sterrenhemel om overleden geliefden te gedenken. Waarom ik dat doe weet ik zelfs niet. Het is een soort van cultureel ingebakken automatisme, denk ik.

Model, schilder, schrijnwerker

Gene, je hebt in deze rol proberen verdwijnen, maar kan je ook naar jezelf kijken? En kunnen jullie dat, Lize en Titus?

Bervoets: Ik vind het fijn om naar een facet van mezelf te kijken. Dat ik – zoals ik net zei – zo transformeer dat ik vergeet dat ik naar Gene Bervoets aan het kijken ben.

Feryn: Ik heb het geleerd, omdat ik heb gemerkt dat het me ook op de set kan helpen als ik bijvoorbeeld met regisseurs kan meekijken.

De Voogdt: Ik blijf het verschrikkelijk vinden. (lacht) Ik kijk twee keer: de eerste keer met het deken tot boven m’n neus opgetrokken omdat het moet. De tweede keer om technisch bij te leren. Ik merk dat het bij mij vooral een soort van auditief trauma is: als ik in een andere taal sta te spelen stoor ik me minder aan mezelf.

Feryn: Het voordeel bij mij is dat ik tijdens het kijken naar series waar ik zelf in speel niets kan spoilen zelfs als ik zou willen, want ik ben al vergeten hoe het verhaal precies gaat. (lacht) Dat maakt dat ik opnieuw in het verhaal ga kunnen verdwijnen.

Wanneer wisten jullie dat acteren jullie grote passie was?

De Voogdt: Bij mij heeft dat heel lang geduurd. Ik heb mijn eerste rollen lang gezien als een gelukje. Mijn acteren, dat was een uit de hand gelopen hobby. Ik heb ook nog beeldhouwen gestudeerd en ik ben ook nog schrijnwerker geweest. Tot ik besefte dat mijn atelier altijd leeg stond omdat ik in het buitenland aan het acteren was. (lacht) Toen heb ik maar aanvaard dat ik acteur was, maar dat heeft toch zo tot ongeveer m’n 25e geduurd.

Bervoets: Ik heb nog een opleiding tot schilder gevolgd aan de Academie. Tot ik aan Studio Herman Teirlinck een toneelstuk zag en besefte dat dat eigenlijk was wat ik wilde doen. En toen ben ik er eigenlijk in gerold: ik had blijkbaar een goeie kop om acteur te worden.

Feryn: Toen ik In Vlaamse Velden speelde ging de aandacht voor mij van niets naar alles. Niet vergeten dat ik toen model was, geen professionele actrice, en dat ik die hoeveelheid aandacht niet gewend was. Gelukkig was ik toen goed omringd en hadden ze me wel op een mediastorm voorbereid. Ik was toen ook nog heel onzeker. Het verhaal van de 10 goeie commentaren en de ene negatieve die dan blijft hangen? Dat was echt van toepassing op mij. Ondertussen weet ik dat je daarmee moet leren omgaan als je iets in de media wil doen. Ik kan niet veranderen hoe andere mensen – die mij alleen maar kennen van op een scherm – denken over mij.

Door te acteren ben ik meer zelfzeker geworden. Ik heb als kind nog dictie en toneel gedaan en ik merkte dat ik daar die faalangst niet had. Ik herinner me nog dat ik een gedichtje moest leren en opzeggen, Haantje Hik heette dat.  Op m’n 14e heb ik mezelf dan aangesloten bij het plaatselijke musicalgezelschap van Harelbeke en in de pauze van die eerste voorstelling heb ik naar m’n mama gebeld om te zeggen dat ik actrice wilde worden.

Lize, jij bent samen met je zussen ook nog eens actief als ondernemer. Jullie proberen met Atelier Feryn een plaatsje te veroveren in de handtassensector. Zijn dat de West-Vlaamse roots?

Feryn: Er wordt gezegd dat ondernemingszin typisch West-Vlaams is, dat het ook harde werkers zijn. In dat opzicht zeg ik dan graag dat ik dan ook wel een echte West-Vlaamse zal zijn. (lacht)  Ik woon echter zelf in Antwerpen, heb ook in Gent gewoond en als model heb ik een tijdje in New York vertoefd. Of ik dus nog een echte West-Vlaamse ben weet ik niet, maar ik koester het wel. De plaats waar je vandaan komt, is toch voor veel mensen bijzonder. Ik merk het ook bij m’n zussen: de ene zus heeft het ouderlijk huis gekocht, de ander woont ernaast. Ik vind dat mooi.

Veel projecten, geen zekerheid

Titus, ik schrok tijdens de voorbereiding van dit interview toen ik merkte dat je er al 41 bent. Gene, jij wordt er dit jaar 65. Is leeftijd iets waar jullie mee bezig zijn?

NyklyN

De Voogdt: M’n 40e verjaardag viel me niet zwaar, maar nu ik er 41 ben, ben ik wel officieel een veertiger. (lachje) Het houdt me wel bezig. Je merkt dat je niet meer bij de jongeren hoort op een set en dat er, net omdat je meer jaren op de teller hebt staan, soms ook meer verantwoordelijkheid bij jou komt te liggen. Tegelijkertijd merk je dat de rollen die ik vroeger kreeg – een jonge relschopper bijvoorbeeld – niet meer bij mij landen, terwijl ik die wel graag speelde en daar nog niet mee klaar was. Maar het is ook wel mooi om te merken dat er een nieuw blik rollen open gaat: dat ik in Rosie & Moussa een vader mocht spelen bijvoorbeeld vond ik ook wel mooi.

Bervoets: Ik denk nog niet aan m’n pensioen. Het is te zeggen: ik denk er wel aan, in die zin dat ik besef dat het niet veel zal voorstellen omdat ik zelfstandige ben. Los daarvan merk ik dat ik nog ambitie heb, dat ik nog wat mooie dingen wil maken, dat ik nog fit genoeg ben en dat ik verstandelijk nog meekan. Waarom dan ophouden met iets dat ik zo graag doe?

Tot slot: hoe ziet 2021 er voor jullie uit?

De Voogdt: Het aantal projecten en plannen is omgekeerd evenredig met de zekerheid.

Feryn: Dat herken ik. Er zijn plannen, maar ik weet van geen van de projecten met zekerheid of ze doorgaan. Binnenkort zou ik naar Polen moeten vertrekken voor de Nederlandse reeks De Stamhouder, maar wanneer het effectief door zal gaan, is een vraagteken.

Bervoets: Ik heb voor mezelf uitgemaakt dat ik geen theater meer wil doen. Ook omdat ik niet die afstand van het publiek wil ervaren die er in deze omstandigheden is. Los daarvan hoop ik te kunnen trouwen – we zullen zien – en wacht er een draaiperiode voor een reeks in mei, waarvan ik nu nog niet weet of ze gaat kunnen doorgaan. Ik heb bij VRT ook een format ingediend voor een nieuw culinair format. De tijd is rijp om die passie in mijn leven nog eens aan te boren.

De Voogdt: Het is heel dubbel: als alles wat gepland staat, plots begint door te gaan heb ik te veel werk en moet ik dingen gaan schrappen. Als er niets doorgaat, mag je de Prozac klaarleggen. (lachje)

Het nieuwe seizoen van Beau Séjour is te zien vanaf zondag 31 januari om 20.45 op Eén en ook te bekijken via VRT NU.  

Meer
Lees meer...