Bananenschillen, die zijn er om op te eten. Ja, we weten dat het vies klinkt, maar blijkbaar worden die schillen in veel landen wél opgegeten én is het nog goed voor onze gezondheid ook. Dus komaan, doe eens zot!

Voor wie nog nooit de schil van een banaan heeft opgegeten: die is heel vezelig en smaakt een beetje bitter, in tegenstelling tot de zachte en zoete smaak van het vruchtvlees zelf. In bijvoorbeeld India zijn ze al tientallen jaren overtuigd van de gezondheidsvoordelen van de bananenschillen … en dat blijkt nog te kloppen ook.

Voordelen

Dat het vruchtvlees van de banaan veel goeie voedingsstoffen bevat, weten we allemaal. Vooral onze dagelijkse benodigde hoeveelheid vezels (goed voor je vertering), vitamine C (goed voor je immuunsysteem), vitamine B6 (helpt de omzetting van voedsel in energie), kalium (goed voor de ontwikkeling van cellen en organen) en magnesium (goed voor energieproductie en glucose- en bloeddrukniveau) wordt ermee aangevuld.

En de schil? Die geeft ons een nóg hogere boost in diezelfde voedingsstoffen. “De schil bevat hoge hoeveelheden vitamine B6 en B12, maar ook kalium en magnesium”, aldus voedingsspecialiste Laura Flores aan LiveScience.

En nog een bijkomend voordeel: het eten van de schil is ook beter voor het milieu. Aangezien bananen heel erg populair zijn – en de meesten onder ons de schil wegsmijten – blijft er heel wat organisch afval over.

Klaarmaken?

Wil je ’t zelf ook proberen om een bananenschil op te eten? Dan moet je er natuurlijk niet rauw op beginnen kauwen. Eerst wassen en dan in de blender gooien bij je smoothie is wél een goeie optie. Of je kan de schil ook frituren, bakken of koken, minstens tien minuten. De hitte breekt namelijk de vezels een beetje af en maakt de textuur losser, waardoor je er makkelijker op kan kauwen en je maag de schil goed verteert. ’t Is ook goed om rijpe bananen te kiezen, want hoe rijper, hoe dunner en zoeter de schil wordt.

Komaan, doe eens zot! En laat ons zeker weten of het gesmaakt heeft ;-).