Oorlog, bubbels en tsarinas: hoe Rusland champagne op de wereldkaart zette

Het is geen overdrijving om te stellen dat we de wereldwijde populariteit en reputatie van Franse champagne voor een heel groot stuk te danken hebben aan de Romanovs, de illustere voorgangers van Vladimir Poetin. En aan een clevere Franse weduwe die de Russen wist te verleiden.

Champagne werd voor het eerst populair in het 18e-eeuwse keizerlijke Rusland onder het bewind van keizerin Anna Ivanovna (1730–40). Tijdens dat van haar opvolger, Elizabeth Petrovna’s regering (1741-1762), was het niet ongebruikelijk om 1.000 flessen champagne uit te schenken tijdens een enkel evenement. De flessen van Chanoine Frères, een van de oudste champagnehuizen, sierden de tafels van notabelen als tsarina Catharina II, beter bekend als Catharina de Grote. Maar pas toen de Russen de champagne van Veuve Clicquot tegenkwamen, werden ze echt verliefd op de wijn.

De Russische consumptie van mousserende wijn buiten de adel nam een ​​vlucht tijdens de Napoleontische oorlogen (1800-1815), toen troepen Champagne bezetten en de wijngaarden van de regio plunderden. Op korte termijn was dit verwoestend voor champagneproducenten zoals Veuve Clicquot, destijds aangevoerd door Madame Clicquot . Maar de clevere weduwe was in staat om dit voorraadverlies in haar voordeel om te buigen.

“Vandaag drinken ze. Morgen zullen ze betalen”

Madame Clicquot, pionier van de remuage die leidde tot de champagne zoals we die nu kennen, was de eerste vrouw die een champagnehuis leidde. In plaats van haar flessen te verbergen voor het binnenvallende leger, zag ze een marketing opportunity. Het was in die tijd dat ze de beroemde zin zou hebben uitgesproken: “Vandaag drinken ze; morgen zullen ze betalen.”

Madame Clicquot was wel voorzichtig om haar vintage uit 1811, die wordt beschouwd als de eerste moderne champagne omdat deze vrij van sedimenten was, niet aan te spreken. Toen de Napoleontische oorlogen bijna voorbij waren en haar geld bijna op was, trotseerde de weduwe de Franse handelsblokkades om haar champagne naar Rusland te brengen.

In 1814 laadde ze de laatste voorraad van haar champagne in het geheim op een schip met bestemming Rusland. Als het schip onderschept zou zijn of was gezonken, of als de reis de flessen zou hebben verpest, zou ze failliet zijn gegaan en mogelijk opgesloten zijn geweest. Gelukkig gebeurde dat niet en kwam haar champagne veilig aan in Königsberg (het huidige Kaliningrad).

De tsaar die alleen nog champagne wou drinken

De Russen begroetten de komst van de champagne van de Franse weduwe met groot enthousiasme. Ze stonden in de rij om haar product te kopen. Niet alleen werd haar bedrijf gered, het gaf haar champagne enorme naam en faam. Champagne, dat een tijdlang simpelweg Clicquot werd genoemd, werd zo populair in Rusland dat het land de op een na grootste consument van bubbels bleef tot de Russische Revolutie.

Tsaar Alexander I verklaarde zelfs dat Clicquot’s vintage uit 1811 het enige was dat hij nog dronk. Het Russische enthousiasme voor champagne was zo groot dat het land zijn eigen mousserende wijn begon te produceren. Prins Lev Golitsyn (1845-1916) wordt algemeen beschouwd als de grondlegger met zijn experimenten met mousserende wijn op zijn landgoed op de Krim, net onder Oekraïne aan de Zwarte Zee.

In 1900 nam Golitsyn zijn wijn mee naar de Exposition Universelle in Parijs. Het was een wereldtentoonstelling om de prestaties van de afgelopen eeuw te erkennen en verdere innovatie aan te moedigen. Zijn mousserende wijn, gemaakt op zijn landgoed Novyi Svet, versloeg de Franse wijnen in een blinde smaaktest, wat Rusland de felbegeerde Grand Prix de Champagne opleverde.

Cristal, speciaal gemaakt voor Alexander II

De populariteit van champagne bij Russische royalty’s bleef in de 19e eeuw toenemen. Louis Roederer verscheepte veel van zijn fijnere flessen naar Rusland. In 1876 creëerde hij Cristal, door velen beschouwd als de eerste prestigieuze cuvée, op verzoek van tsaar Alexander II. De naam komt van het heldere kristal dat oorspronkelijk werd gebruikt om de flessen te vervaardigen. Vanwege zijn paranoia drong Alexander II erop aan dat de flessen in kleurloos glas waren en dat de onderkant van de fles plat zou zijn om te voorkomen dat er bommen in of onder zouden worden geplaatst. Het was overigens een Vlaamse glasmaker die die fles ontwierp voor Roederer. Halverwege de jaren negentig en het begin van de jaren 2000 ontdekte hiphopmuziek het merk, waarbij verschillende artiesten naar de drank verwezen in songteksten en als onderdeel van hun publieke imago.

Alexander II, liefhebber van champagne. (Getty)

Na de revolutie: Sovetskoye Shampanskoye

De Russische belangstelling voor champagne werd abrupt stopgezet met de Russische Revolutie (1917-1923), toen “decadente” buitenlandse invoer onder Sovjetregering werd verboden. Op verzoek van Stalin, afkomstig uit Georgië, de wijngaard van de USSR, begon het land zijn eigen mousserende wijn te produceren, Sovetskoye Shampanskoye.

Deze in massa geproduceerde mousserende wijn was niet echt een hoogvlieger – hij was stroperig zoet. En hoewel hij te duur was voor dagelijks gebruik, werd Shampanskoye desalniettemin een essentieel onderdeel van feestelijke evenementen zoals oudejaarsavond in de Sovjet-Unie. Rusland blijft zijn eigen mousserende wijn produceren, maar is na de val van de Sovjet-Unie opnieuw een van ’s werelds grootste importeurs van champagne geworden.

In 1996 eerde Maison Chanoine Frères de vrouwen van de Russische adel die de populariteit van champagne in heel Europa hielpen versterken met een nieuwe release, Tsarine. Alles aan Tsarine, van de gebogen fles gemodelleerd naar de koepels van de Basiliuskathedraal in Moskou, doet denken aan Rusland.

(jvdh)

Meer
Lees meer...