Het Amerikaanse veilinghuis Alexander Historical Auctions, berucht vanwege de verkoop van fake Hitler-items, heeft weer het wereldnieuws gehaald. Ditmaal met een aan Hitler toegeschreven horloge, met een verwachte verkoopprijs van 2 tot 4 miljoen dollar.
Maar stamt dat horloge echt uit Hitlers bezit? Het gaat om een gouden Reverso-horloge, zogenaamd gemaakt door horlogemaker Andreas Huber, met een uurwerk van de Zwitserse horlogeproducent LeCoultre, en een kast gemaakt door weer een ander bedrijf. De wijzerplaat zou van Huber stammen. De achterkant is voorzien van met lak gevulde gravures van een Duitse adelaar, een hakenkruis met een eikenloofkrans, de initialen “A.H.”, en een serie data, “20.4.89-30.1.33-5.3.33” – de eerste is Hitlers geboortedag, de tweede Hitlers benoeming als Reichskanzler, de derde de dag van de landelijke verkiezingen in Duitsland, 1933.
Reverso-horloges hebben een omkeerbare kast, dat wil zeggen dat je ze kan omdraaien zonder de armband los te maken, zodat de – destijds zeer kwetsbare – voorkant van glaswerk beschermd is en de achterkant in het zicht gedragen wordt. Maar dit terzijde.
Daily Mail
Bill Panagopulos, de eigenaar van het veilinghuis, verklaarde aan de Daily Mail (een krant altijd in voor sensationeel Hitler-nieuws):
“Het horloge werd waarschijnlijk in 1933 aan Hitler gegeven nadat hij kanselier van Duitsland was geworden en in wezen volledige zeggenschap kreeg over elk aspect van het bestuur van het land.
Het werd hem waarschijnlijk gegeven door de nazi-partij zelf als erkenning voor zijn prestatie en als dank voor het aan de macht brengen van de partij.
Het is absoluut uniek! Er is nog nooit een ander horloge van Hitler op een veiling aangeboden, en ons exemplaar heeft een absoluut solide herkomst.
Er zijn genoeg relikwieën van Hitler en we hebben honderden stukken van zijn serviesgoed, kleding, meubels, enzovoort verkocht. Maar een horloge is persoonlijker dan bijna al het andere.”
Waarschijnlijk?
Wacht even: “Waarschijnlijk aan Hitler gegeven”? “Waarschijnlijk gegeven door de nazi-partij”? “Absoluut solide herkomst”?
Nu staat op de site van het veilinghuis over dit horloge ook te lezen:
“Het is zeer moeilijk om te bewijzen dat dit horloge door Adolf Hitler werd gedragen, omdat er blijkbaar geen foto’s of film zijn die dat kunnen bevestigen. Ook is er geen bewijs van aankopen of handelstransacties met betrekking tot dit horloge, omdat de gebouwen van de maker Huber in 1944 door een bombardement totaal zijn verwoest.”
Oh? Dat is toch een heel ander verhaal. En het wordt nog vreemder:
“Maar het is zeker dat het uurwerk afkomstig is van LeCoultre, en het werd geassembleerd door Huber samen met onderdelen die ook van andere Zwitserse fabrikanten afkomstig waren”.
A. Huber als klant niet bekend
Ja,Geoffrey Lefebvre en Stéphane Belmont van Jaeger-LeCoultre, zoals LeCoultre sinds 1937 heet, berichtten in 2017 aan de eigenaar dat het uurwerkje in de kast in december 1932 vervaardigd is, maar ook:
“We herinneren u eraan dat we de naam A.Huber als klant niet in onze archieven gevonden hebben.”
In datzelfde rapport:
“Wegens de ongelijksoortigheid van de onderdelen, het ontbreken van een merknaam en de onmogelijkheid om de geschiedenis van dit uurwerk te achterhalen aan de hand van archiefdocumenten, kunnen wij voor dit uurwerk geen authenticatiedocument afgeven.”
En over de gravures:
“Het onderzoek van de gravure laat ons niet toe nieuwe elementen aan het licht te brengen. Wij herinneren u eraan dat het niet door ons bedrijf zijn gemaakt, omdat de vestigingen van LeCoultre in die tijd niet over een graveerwerkplaatsen beschikten. Het is voor ons niet mogelijk deze gravure te dateren.”
Oftewel: wanneer dit horloge, bestaand uit onderdelen van meerdere producenten, precies in elkaar geknutseld is, is niet te bepalen. Evenmin als wanneer de gravures op de achterzijde zijn aangebracht.
Buitgemaakt op de Berghof, 1945?
En hoe zit het dan met herkomst? Volgens het veilinghuis zou de Franse sergeant Robert Mignon het op 4 mei 1945 hebben buitgemaakt op de Berghof, Hitlers verblijf op de Obersalzberg, bij Berchtesgaden. Dat deze sergeant op de Berghof op genoemde datum was, zou kunnen. Maar er is geen enkel bewijs dat hij daar dit horloge aantrof.
Er zijn wel sterke aanwijzingen dat hij dat hij daar zo’n horloge niet gevonden zal hebben: de lieden die op de Obersalzberg werkten als Hitlers personeel plunderden de gebouwen vóór ze vlak voor de komst van de Amerikanen en Fransen aldaar, op de vlucht sloegen. Men mag aannemen dat ze daarbij gouden voorwerpen niet over het hoofd zagen.
En dan is er ook dit bericht, uit 1947:
“München (AP) – In München, waar de Führer startte, is de verkoop begonnen van souvenirartikelen waarvan de verkopers beweren dat ze ooit het bezit van Adolf Hitler waren.
Op de Duitse zwarte markt vindt men nu “asbakken die persoonlijk door de Führer zijn gebruikt” en polshorloges die door hem zouden zijn gedragen.
Minstens vierentwintig van deze asbakken, plus negen horloges, werden onlangs aangeboden voor prijzen die opliepen tot duizend mark [destijds zo’n driehonderd gulden]. De Amerikanen kopen ze zonder erbij stil te staan dat Hitler nooit rookte en niet veel om polshorloges gaf.”
(“Souvenirs” of Hitler. Daily Mercury. Mackay (Queensland, Australië), 09-07-1947).
Dochterlief
Volgens de dochter, of beter gezegd: iemand die in een op 18 augustus 2005 gedateerde brief beweert de dochter van de sergeant te zijn, heeft Mignon in 1985 het horloge aan ene Mr. Jacques … verkocht, op de voorwaarde dat het alleen doorverkocht mag worden aan iemand die geen politiek fanaticus of lid van een of andere nazi-organisatie is.
Deze voorwaarde lijkt alleen bestemd om meer geloofwaardigheid aan de echtheid van dit klokje te geven – want iedereen, ongeacht zijn of haar politieke denkbeelden, kan het op een openbare veiling aanschaffen.
He moge duidelijk zijn dat, gezien het ontbreken van enig bewijs van de echtheid, alleen volslagen dwazen een bod op dit knutselwerkje zullen uitbrengen. Eén heeft het al gedaan: volgens Bill Panagopulos is er al een bod van 1 miljoen dollar uitgebracht. Maar ook daarbij kan men vraagtekens plaatsen. Hij of een stroman zou zelf een bod kunnen hebben uitgebracht, om de prijs op te drijven, en de schijn van geloofwaardigheid op te pimpen.
Meer dubieus materiaal op deze veiling
Dit hoogst dubieuze horloge is niet het enige object op deze veiling dat de wenkbrauwen doet fronsen.
Kavel 3 is een aquarel aangeprezen als “Adolf Hitler watercolor painting of the Eagle’s nest.” Verwachte verkoopprijs 20 tot 30.000 dollars, met inmiddels vier biedingen.
Alexander Historical Auctions:
“Een aquarel van het interieur van het Kehlsteinhaus, of ‘Adelaarsnest’, geschilderd door Adolf Hitler vóór de voltooiing en officiële schenking van het gebouw door de Nazi Partij aan Hitler op zijn vijftigste verjaardag, in 1939.”
Hitler maakte geen enkel “schilderij” na 1917 (en zelfs de werken die aan hem worden toegeschreven van 1915-1917 zijn hoogst twijfelachtig). Hitlers secretaresse Christa Schroeder, die in 1933-1945 vrijwel niet van diens zijde week, was in haar in 1985 verschenen memoires heel stellig over. Op blz 162:
“Ik was bij een vroegere kennis van Hitler, Ada Klein. Ze was ook te gast in zijn flat in de Thierschstraße in de jaren 1920, dus ze weet ook van deze bezoeken dat Hitler nooit meer geschilderd heeft [i.e. in de jaren ’20]. Deze dame is ook dezelfde mening toegedaan als ik, dat hij nooit bloemen schilderde, alleen architectonische en landschappelijke schetsen. Iemand probeert op een schaamteloze manier te bedriegen.”
Entrez Konrad Kujau
Die “iemand” waar Schroeder het overhad was niemand minder dan Konrad Kujau, die tal van fake Hitler-bloemenstillevens, andere dito schilderijen, tekeningen en gedichten de markt op slingerde. Maar Kujau was niet de enige Hitlervervalser – er zijn er velen geweest en velen zijn nog steeds actief. Terug naar 2022, Alexander Historical Auctions:
“Een gestileerde ‘A H’ in potlood verschijnt naast het nummer, geplaatst door Hitler of een andere partij die het stuk identificeert. De initialen zijn niet typisch voor Hitlers kunstenaarssignatuur, maar ten tijde van dit schilderij had hij natuurlijk al meer dan twintig jaar geen schilderijen van enige omvang meer ondernomen en gesigneerd.”
Alle authentieke Hitlers zijn gesigneerd met “A. Hitler.”
“De stijl, de gebruikte materialen en het perspectief zijn allemaal kenmerken van legitieme werken van Hitler.”
Complete onzin. Hitler tekende in 1907 en in 1910-1914 gebouwen na, met als voorbeeld ansichtkaarten en foto’s, en kleurde deze in met waterverf. Dit werk lijkt in vrijwel niets (op de waterverf na) op authentieke Hitlerwerken.
Hitler de meubelontwerper?
“We weten dat Hitler meubels ontwierp voor de Berghof.”
Onzin, hij liet dit door zijn binnenhuisarchitect Gerdy Troost doen.
“Ditzelfde schilderij (evenals twee andere uit de serie) komt voor op de diepgaande referentiesite: kehlsteinhaus.com waar het aan Hitler wordt toegeschreven.”
Ja en nee. Op deze pagina van genoemde site is een foto te zien van een werk dat hetzelfde zou kunnen zijn als het te veilen werk, maar het wordt daar NIET aan Hitler toegeschreven:
“Ondanks het feit dat hij er voor koos het Kehlsteinhaus niet op regelmatige basis te bezoeken, zou Hitler wel enige inbreng hebben met betrekking tot de basisindeling en inrichting van een aantal van de kamers – die werden geïllustreerd in een aantal “storyboard” aquarellen. Deze werken legden de essentiële geest van het huis en zijn interieur vast, die zowel ontspannen als informeel was – de perfecte gelegenheid om zich te verwijderen van het gewelddadige conflict dat buiten woedde”.
Alexander Historical Auctions:
“evenals op de reiswebsite: uncommon-travel-germany.com met dezelfde toeschrijving.”
Daarmee is een klein fotootje op deze pagina bedoeld, met de tekst “Hitler’s watercolor of Eagle’s Nest thumbnail. Maar is dat een bewijs? Nee, die site is een commerciële reissite, niet serieus te nemen als “bewijs”.
“In druk verschijnt een soortgelijk schilderij uit dezelfde serie in de fotogids ‘History of the eagle’s Nest ‘ van Florian Beierl. Het wordt ook toegeschreven aan Hitler.”
Florian M. Beierl
Nu is Florian M. Beierl zeker een expert. Over Hitler en de Obersalzberg heeft hij tussen 1994 en 2015 een reeks boeken uitgebracht. Maar hij is zeker geen expert op het gebied van Hitlers kunstwerken. Toen mijn collega Jaap van den Born en ik in 2016 de aan Hitler toegeschreven kunstwerken (gedichten, olieverfschilderijen, aquarellen, tekeningen en schetsen) gingen onderzoeken, was een van de eerste dingen die ons opviel dat vrijwel niemand zich ooit serieus in de vermeende “Hitlers” had verdiept. Bijna alle boeken en studies over dit onderwerp zijn deels of grotendeels gebaseerd op leugens van oplichters als Reinhold Hanisch, Renato Atillio Bleibtreu, August Kubizek, “dr.” Johannes von Müllern-Schönhausen, Konrad Kujau, Peter Jahn en August Priesack. De enige betrouwbare studies zijn gemaakt door Anton Joachimsthaler en Frederic Spotts – maar deze bestudeerden slechts een deel van de vermeende kunstwerken.
“Een belangrijk kunstwerk van Hitler, en mogelijk een van de laatste schilderijen die hij ooit zou maken.”
Wie deze aquarel ook maakte, zijn of haar naam was zeker niet Adolf Hitler.
Albert Speer
Dat geldt ook voor de maker van kavel 4, “Adolf Hitler’s sketch of his Munich Opera House”. Volgens de Amerikaanse veilingmeester is het een heuse Hitlerschets uit de collectie Albert Speer. Maar is dat zo? Jaap van den Born, die de afgelopen jaren uitvoerig Speerschetsen en door Speer aan Hitler toegeschreven schetsen heeft bestudeerd:
“Deze lijnvoering vind je in geen enkele schets/krabbel/tekening van Hitler. De signatuur van Speer op de bijgevoegde brief lijkt echt. Uiteraard is dit een voorbeeld van Speers handel in zijn eigen werk.”
Dus wie een heuse Albert Speerschets wil kopen, zou kunnen overwegen een bod op dit werkje uit te brengen. Ware het niet dat Speer na zijn vrijlating, in de nacht van 30 september op 1 oktober 1966, aan de lopende band aan Hitler toegeschreven Hitlerschetsen maakte en verkocht. Deze Speer- “Hitlers” hebben dus geen grote waarde. Te meer niet omdat Speer wel degelijk een collectie heuse Hitlerschetsen bezat – maar juist die verkocht hij niet.
Niet voor het eerst
Zoals in het begin van dit artikel al vermeld is, staan Alexander Historical Auctions / Bill Panagopulus bekend als verkopers van dubieus materiaal. Zo verkocht dit veilinghuis in 2017 “de telefoon van Hitler” voor $234.000 (kort na de verkoop overtuigend ontmaskerd als fake). In datzelfde jaar verhandelde het ook “Hitlers onderbroek” voor $6.700 (met wederom geen enkel bewijs voor de echtheid) en meer recent, in 2021, “Hitlers wc-bril” en aan Eva Braun toegeschreven ondergoed.”
Kan dit allemaal?
In de VS kan deze handel, die aan pure oplichting grenst, legaal geschieden. De veilingmeesters zijn zo sluw om ergens met kleine lettertjes “in my opinion”, “we zijn niet verantwoordelijk voor de juistheid van de teksten op onze sites” en “alles voor eigen risico van de koper” te zetten.
Wie koopt deze rommel?
Bij “normale” Duitse militaria uit de naziperiode zijn de kopers doorgaans witte mannen met een fascinatie voor geschiedenis en het Derde Rijk in het bijzonder. Van alle politieke gezindten, met de meest verschillende achtergronden en beroepen.
De kopers van dit soort aan Hitler toegeschreven voorwerpen zijn van een ander slag dan de gemiddelde militariaverzamelaar: ze zijn a. stinkend rijk en b. bevangen door de drang (om welke reden ook) om iets van Hitler te bezitten, waardoor ze blind zijn voor het overduidelijke bedrog. Het best laat de handel in dit soort objecten zich vergelijken met de middeleeuwse handel in relikwieën. Ook toen werden aan allerhande heiligen toegeschreven beenderen en objecten voor grof geld verkocht, terwijl iedereen met enig denkvermogen kon beseffen dat het onmogelijk was dat Sint Dit of Dat door Onze Lieve Heer was toebedeeld met vijfentwintig dijbenen, vijfhonderddertig vingerkootjes of dertien schedels.
Source: Reporters Online